Alto Alentejo: de Middenstand Regeert het Land

Ik staar de duisternis in door het slaapkamerraam; die wordt bewoond door een hoop geroep en gegil van kinderen. Zuiderse nachten worden immers niet alleen maar opgevrolijkt met gitaar en zigeunerliederen, serenades aan het balkon of joelende toeristen in de nabij gelegen hippe strandbar. Op hoor-afstand van ons huis ligt het speelpleintje van de nieuwe wijk die daar tien jaar geleden is neergezet. De overgrote meerderheid van de bewoners zijn jonge gezinnen met kinderen. Het is hier niet meer dan normaal dat kinderen (ook zéér jonge kinderen) pas naar bed gaan wanneer de ouders dat doen. Soms is er nog geroep te horen na één uur ’s nachts. Een praktijk die onze buurman José ten zeerste afwijst maar die tegelijk zo Zuiders is als sardientjes in blik. Hij heeft lange tijd in Nederland gewoond en gewerkt en is dus in staat om vergelijkingen te trekken. “Kinderen hebben minstens 8 uur slaap per nacht nodig wil hun brein zich vanaf jonge leeftijd goed ontwikkelen”, zei hij me ooit. Ik denk dat hij vanuit pedagogisch standpunt gezien overschot van gelijk heeft.

Dat zomers avondlijk afleidingsmanoeuvre op het plein is een onderdeel van ons dorpje waarvoor ik tijd nodig had om eraan gewend te worden. Tegenwoordig stoort het me steeds minder en misschien komt er ooit een moment dat ik er immuun voor zal zijn. Dat ik de raam van de slaapkamer zou moeten sluiten om het lawaai buiten te houden als de nachttemperaturen niet meer onder de 26 graden duiken is natuurlijk niet zo fijn. Een koel briesje vervangt immers de onbestaande airco die we niet nodig dachten te hebben, maar die nu vaak een prominente rol inneemt in m’n dromen. Soms drijft er ook gezang naar binnen: samenzang van mannen en vrouwen die vermoedelijk de hitte van de nacht trotseren op hun terras en er een liedje bij aanheffen. Tussendoor laten ook de honden van het dorp zich niet onbetuigd; dat geluid kan soms een echte gesel zijn en ik begrijp maar niet dat de eigenaars daar zelf niet horendol van worden. De nachtelijke zang van de uiltjes is er een zegen bij. Je zou er aan gaan twijfelen of het in de stad niet rustiger is dan op het platteland!

En toch kan je niet anders dan meegaan in al die rituelen die eigen zijn aan een klein Alentejaans boerendorpje waar gebruiken en regels nog sterk verankerd zitten in eeuwenoude tradities. We leven hier met zo’n 600 zielen op een stukje aarde dat enkele keren zou passen in New York Central Park. Onze B&B gasten vragen ons weleens waarvan de mensen hier leven, wat hun beroep is?

Het heeft even geduurd voor ik daar zelf achter kwam. Dit is een dorp waar vaak nog aan seizoensarbeid gedaan wordt. Je hebt de jobs hier immers niet voor het uitkiezen. De ene maand ga je druiven plukken, dan weer helpen met de kurkoogst en vervolgens vul je zakken vol olijven. Iedereen geeft ook altijd aan dat ze van alle markten thuis zijn om geen enkele opportuniteit te missen. Iemand kan de ene dag een metselaar zijn en de volgende maand zal hij je schapen komen scheren. Een gebrek aan kennis ter zake is geen -problema-. Hoe dat dan wel moet zal hij ter plaatse op het moment zelf wel uitzoeken.

De tijd tussendoor spendeer je je zuur verdiende minimumloon in één van onze lokale cafeetjes. Mensen vinden altijd wel een manier om een situatie naar hun hand te zetten. De Portugezen zijn zeer vindingrijk om met onverwachte situaties om te gaan. Ze hebben daar een gezegde voor; há males que vêm por bem.

Maanden geleden moest een onfortuinlijke wijnboer uit het dorp z’n domein uit handen geven aan z’n schuldeisers. Je zou denken dat die man intussen in zak en as zit. Niets is minder waar, hij heeft een nieuwe firma opgezet die grote drones uit China gaat importeren die de weilanden kunnen bemesten. “Ik ga er nog wat andere agrarische dingetjes bijdoen. Ik hou helemaal van China”, liet hij zich ontvallen toen ik hem recent op café tegenkwam.

De kleine zelfstandige, het is een gehard ras dat niet zo snel opgeeft. In ons dorp kan je niet zomaar even naar de Appie, de Hema of de Delhaize. Als onze gasten naar een ‘Griekse’ salade (!) vragen moeten we de Feta kaas in Portalegre of Estremoz gaan halen…toch algauw 20 minuten met de wagen. De twee kleine kruideniers die we in het dorp hebben dealen alleen maar in ‘basic’ producten die in hoge nood een mens zeer zeker van de hongerdood zullen redden. Je zal je hier ook niet snel doodeten aan een vijf sterren menu op Michelin niveau. In de winkelrekken moeten verse groenten het vaak afleggen tegen de alom tegenwoordige aardappel. Hier wordt niet geleefd op witloof of pastinaak en andijvie of witte asperges. Vandaar dat ik begin dit jaar een kleine groetentuintje heb aangelegd zodat we alvast lekkere smaakvolle verse tomaten in huis hebben. Ter compensatie van het kleine aanbod aan gezonde voedingsstoffen hangt de winkel van Bia wel vol met worsten in alle vormen, formaten en smaken. Er bestaat geen Alentejaan die daar neen tegen zegt!

de Middenstand

Je loopt hier ’s avonds ook niet zo maar even een lokaal restaurant binnen. Maar laat dat de pret niet bederven, tien minuten verderop heb je de keuze uit wel acht verschillende restaurants. Hier in Assumar kan je in ‘Café Novo’ (bij de altijd goedgemutste João) de heerlijkste espetadas van de BBQ eten, en gegrilde kip op zondag, maar dan alleen tijdens de lunch uren. Hilde voorziet hem tegenwoordig elke zaterdag van een verse huisgemaakte taart. Enkele oudere stamgasten feliciteerden haar zelfs met haar bakkunsten en de priester (die er zondags na de mis komt lunchen), heeft z’n zegen ook al gegeven over haar chocolade-merengue taart en de rest van het zoete aanbod. Amen!

Bij Bruno en z’n vrouw Alice in café O Padeiro serveren ze op de middag met de glimlach hot dogs, zéér lekkere soepen, bifanas of tostas om je knorrende maag het zwijgen op te leggen. Op zondag halen we er vers gebakken ‘Massa Frita’ (de Portugese versie van de bekende Spaanse churros) die zijn vader Raul maakt, achter in de keuken. Af en toe is er een enkele onderbreking in de aanvoer want de man moet tussendoor nog een chemokuur ondergaan en dan is hij enkele weken uit roulatie.

Sinds enkele maanden is er een nieuwe speler bijgekomen, een café met een gezellig buitenterras dat uitgebaat wordt door Vitor, die zijn job als kelner inwisselde voor dat van cafébaas. In de zomer is het daar een drukte van jewelste. Je kan er ’s avonds hamburgers eten, caracoles, en nog wat andere simpele snacks aan waanzinnig democratische prijzen. Hoe hij dat allemaal helemaal alleen kan bolwerken is me totaal onduidelijk, maar hij houdt er voorlopig de moed in.

de Middenstand

Wij missen hier geen Starbucks Frappuccino of een gepatenteerde Pink Coconut Refreha aan €4.5, een hippe strandbar waar de mojitos koud staan, de lounge playlist op instant repeat, en je alleen maar naartoe gaat om opgemerkt te worden, of een gezonde broodjesbar waar de ‘waterworld tuna – baguette’ van €6 je cholesterolgehalte instant halveert. Ben en Jerry’s leggen het hier nog af tegenover de Ola ijskreem kaart. Wat een zaligheid om van al die nonsens gevrijwaard te blijven.

En ja, in alle eerlijkheid, die dingen worden, net als een verse vleessalade, verfijnde patisserie of asperges op Vlaamse wijze wel eens gemist op dagen dat je culinaire heimwee bot vangt. Ik ben ook maar een mens. Daar staat tegenover dat iedereen hier op café en in de winkel nog een babbeltje met je maakt en dat de lokale specialiteiten hun eigen charme hebben. Dat iemand een goeiedag wensen geen moeite kost. Je wordt ook makkelijker opgemerkt wanneer niemand verblind is door de onaflatende terreur van zijn eigen mobieltje. Sommige beelden kan je alleen maar vastleggen in je hart, en niet op je telefoon. Deel uitmaken van dat sociaal weefsel, dat elders razendsnel afbrokkelt, heeft zeker ook z’n meerwaarde. Een biertje van de tap smaakt er des te beter bij.

01.00 uur. Het is intussen stil op het speelplein. Een vreemdsoortig geruis laat zich nu horen en Nera, onze poes die achter op bed ligt, spitst haar oren en zet zich recht. Ik kijk even naar buiten, een groepje schapen loopt als een dievenbende schaduwen doorheen het dorre gras op zoek naar een nachtelijke snack. Het verbaast me niks, ooit stond er om 3 uur ’s nachts een koe aan onze voordeur die van de kudde afgedwaald was en uit de velden verderop haar weg naar het dorp gezocht had. Tussen de kale straatstenen viel er weinig te grazen. Ze is na enkele minuten op haar stappen teruggekeerd.


Sinds begin jaren ’90 is Walt Bosmans Portugal liefhebber in hart en ziel. In 2019 verhuisde hij naar het dorpje Assumar in de Alto Alentejo. Samen met echtgenote Hilde baten ze in deze kleine rurale gemeenschap de B&B Assumar Country House uit in een bijna 400 jaar oude herenwoning. Elke maand verhaalt hij over zijn nieuwe ontdekkingen en ontmoetingen in deze wat ‘vergeten’ Portugese uithoek vol overweldigende natuurpracht en authenticiteit. Meer verhalen van hem zijn te vinden op de FB pagina ‘kamers vol liefde’.