Bacalhôa Vinhos de Portugal, S.A., een van de grootste wijnproducenten in Portugal. Ze zijn te vinden in verschillende Portugese wijnregio’s, met in totaal 1200 ha wijnstokken van 40 verschillende druivenrassen. Bacalhôa heeft wijnhuizen in de belangrijkste regio’s van Portugal: Alentejo, Península de Setúbal (Azeitão), Lisboa, Bairrada, Dão en Douro. Met een totale capaciteit van 20 miljoen liter en 15.000 eikenhouten vaten.
We planden een bezoek, want ik wilde graag het Palácio en de bijbehorende tuinen bezoeken! Echter viel ons bezoek toevallig op Goede Vrijdag en was het paleis gesloten…. Ze waren wel open voor een proeverij met bezoek aan het museum.
Palácio da Bacalhôa
Het landgoed Quinta da Bacalhôa, in Azeitão, voorheen eigendom van de Portugese koninklijke familie, dateert uit de eerste helft van de 15de eeuw en wordt beschouwd als het mooiste Portugese landgoed uit deze tijd dat nog steeds bestaat. Door de eeuwen heen zijn de architectuur, het decor en de tuinen van het paleis beïnvloed door verschillende eigenaren, die zich lieten inspireren door hun reizen door Europa, Afrika en het Oosten om het pand om te toveren tot een zeldzaam juweeltje.
Naarmate de tijd vorderde, is het Palácio verfraaid met Portugese handbeschilderde tegels uit de 15de en 16de eeuw die doen denken aan Moorse ontwerpen en met een huis aan het meer. Zowel binnen als buiten kan men unieke stukken uit de privé-kunstcollectie bekijken, struinend door de tuinen en wijngaarden richting het huis aan het meer, waar de allereerste gedateerde geschilderde tegel (azulejo) in Portugal te vinden is.
In de 14de eeuw was het landgoed, dat toen werd gebruikt als recreatief landgoed, eigendom van João, prins van Portugal, de zoon van koning João I. Quinta da Bacalhôa werd in 1528 verkocht aan Dom Brás de Albuquerque, de oudste zoon van Dom Afonso de Albuquerque. De nieuwe eigenaar verrijkte niet alleen de gebouwen met mooie azulejos, maar liet naast het meer ook een tuinhuis bouwen, naast twee paviljoens langs de zijmuren.
Tegen het einde van de zestiende eeuw maakte dit landgoed deel uit van de erfenis, en Lady Maria Mendonça de Albuquerque (getrouwd met Dom Jerónimo Manuel) met als bijnaam “Bacalhau” kreeg het in handen. Het is dan ook zeer waarschijnlijk dat “Bacalhôa” zijn naam dankt aan haar bijnaam.
In 1936 werd het Palácio da Bacalhôa gekocht en gerestaureerd door een Noord-Amerikaanse. In de jaren ’70 is haar kleinzoon begonnen het pand om te vormen tot een van de grootste wijnproducenten in Portugal. Momenteel is het landgoed Bacalhôa eigendom van Bacalhôa Vinhos de Portugal, S.A. Het werd in 1910 geklasseerd als Nationaal Monument.
Proeverij
Het standaard bezoek aan het Bacalhôa Winery Museum is een rondleiding langs de drie verschillende tentoonstellingen met een proeverij van drie wijnen inbegrepen. Die rondleiding door het museum had van ons niet gehoeven… De tentoonstellingen hebben niets met wijn of Bacalhôa te maken. Na het museum namen we plaats in het proeflokaal/de wijnshop, met uitzicht op de Japanse tuinen.
De loja do vinho (wijnshop) heeft aan de ene kant een ruimte ingedeeld voor de proeverijen en aan de andere kant een deel voor de aankoop van wijnen. Het is een wat commerciëlere wijnproeverij dan ik tot nu toe gewend was, er wordt bij elke geproefde wijn vermeld wat een fles kost. Aan de ene kant ook wel weer handig, dan heb je een idee in welke prijscategorie je iets proeft.
De wijnen worden geschonken met een schaaltje crackertjes erbij. De meeste tafeltjes zijn bezet en iedereen heeft zijn of haar eigen persoon die de proeverij begeleidt. Het bleef aan onze tafel niet bij drie wijnen… Zo proefden we bijvoorbeeld ook even de Casal Mendes ‘Blue‘, die ik in de Algarve bij verschillende Engelse toeristen voorbij had zien komen. Uiteraard is dit niet de beste/lekkerste wijn die ze produceren (zoals verwacht).
Het lekkerste glas dat we proeven is de Moscatel Roxo de Setúbal 10 Anos Superior. Hier gaat voor ons beiden een fles van mee terug in de koffer!
Buddha Eden
Een andere bekende bezienswaardigheid van Bacalhôa vind je op een andere locatie, namelijk als onderdeel van Quinta dos Loridos, net boven Bombarral. Hier kun je de Aziatische vredestuin met sculpturen, meren, pagodes, reuzenboeddha’s en terracotta soldaten bezoeken: Buddha Eden. Dit is Europa’s grootste Aziatische tuin en de grootste verzameling boeddhistische beelden op het continent. De tuinen zijn verspreid over 35 hectare en werden in 2001 aangelegd door de Portugese zakenman Joe Berardo (die van het museum voor moderne kunst in Lissabon). Elke dag geopend van 9.30 uur tot 18.00 uur. De entree kost 5 euro voor volwassenen.
* Estrada Nacional 10, Azeitão, Portugal