Vorige keer nam ik jullie mee op weg, de Caminho, met al zijn uitdagingen. Deze keer de actualiteit en wel verblijven we even niet in Portugal maar Santiago de Compostela waar alle Camino’s samen komen. Eens gearriveerd kan men daar het felbegeerde Compostela certificaat verkrijgen in het Pelgrims bureau; el oficina de Peregrinos. In een oud gebouw is een ruimte met een grote balie waarachter medewerkers van de Kathedraal van Santiago zitten en de pelgrims verwelkomen en hun welverdiende Compostela uitschrijven en uitreiken. Waarlijk een geluk makend en tegelijkertijd een plechtig moment.
Achter de balie zitten ook een aantal vrijwilligers en dat leek mij ook wel wat dus solliciteerde ik begin dit jaar naar deze job en kon op 26 maart van dit jaar afreizen naar Santiago en mijn plaats innemen achter de balie. Buiten de vele pelgrims komt er veel op je af zoals het bij zoeken van de voornaam van de betreffende bedevaartganger in de computer want op het certificaat wordt hun naam in het latijn geschreven. Gelukkig is bijna iedere westerse naam in de computer te vinden.
Er is ook een certificaat waarin wordt vastgelegd hoeveel kilometer is afgelegd en van waar vandaan en dat gaat weer in het Spaans. De Kathedraal wil weten hoeveel pelgrims er per dag arriveren en waar ze vandaan komen. Vervolgens worden die aantallen en nationaliteiten de volgende dag tijdens de pelgrims mis afgekondigd door de priester van dienst en in allerlei andere statistieken en lijsten verwerkt. Vanwege de corona pandemie moeten alle pelgrims zich vooraf online aanmelden zodat de wachtrijen voor en in het gebouw niet te lang worden. En met een QR code op hun mobiele telefoon krijgen ze toegang tot de balie en weten we gelijk wie ze zijn. Dat is praktisch en makkelijk tegelijkertijd. Een eeuwenoude bedevaartstocht met de modernste technieken.
Achter de balie gaat het er efficiënt toe en dat moet ook wel, want wat te denken van een groep van zo’n 100 middelbare scholieren die ineens binnen komen om hun Compostela certificaat op te halen. Met vijf tegelijkertijd mogen ze binnen en worden snel door de professionele medewerkers van hun begeerde document voorzien.
Santiago is een prachtige middeleeuwse stad met een wirwar van straatjes. Het is leuk om op de Plaza de Obradoiro, het grote plein voor de Kathedraal de vermoeide pelgrims te zien aankomen en hun moment van geluk te zien vieren. Als ze uitgerust en opgefrist zijn komen ze naar ons voor hun certificaat, bezoeken de pelgrims mis en daarna resten de sightseeing en de honderden restaurants, bars en souvenirwinkeltjes.
Ik heb 14 dagen lang, vier uur per dag deel uit mogen maken van de vrijwilligersgroep en dit vrijwilligerswerk met veel plezier gedaan. Terug naar Portugal.
Je hebt in de voorgaande aflevering kunnen lezen hoe we ons voorbereidden. We gaan nu op pad. Onze droom begint. We lopen de eerste dag maar circa acht kilometer, vertrekkende uit Lissabon tot Parque das Nações waar de jeugdherberg pelgrims met een “credencial” toelaat. Of in één van de volgende jaren vanuit Porto naar Matosinhos. Wennen aan de schoenen, aan de zeven kilo backpack op de rug, aan de afstanden en aan de warmte van het Portugese voorjaar.
Lopen door Portugal is iets aparts. Het caminho pad loopt door de vallei van de Tejo waar wij Hollanders, mensen van de vlakte, ons prima thuis voelen en die langzaam overgaat in heuvelachtige landschappen met hier en daar slaperige dorpjes. Soms volgt de caminho de autowegen, soms er naast en soms over de berm van de weg. Er gebeuren dan ook regelmatig ongelukken waarbij pelgrims betrokken zijn. De Portugese chauffeur houdt weinig rekening met het feit dat er mensen langs de weg lopen en om die reden dragen we vaak felgekleurde veiligheidsvestjes.
Toch heeft de Portugese pelgrims Organisatie Via Lusitana de bewegwijzering van het pad ook langs drukke wegen te laten lopen. De route direct uit Lissabon is er berucht om en velen kiezen ervoor om dat stuk over te slaan en openbaar vervoer te nemen tot het pad veiliger wordt, bijvoorbeeld tot Azambuja.
We lopen een poosje langs het spoorbed van een treinrails. Gelukkig is het een lokaal treintje en komt het maar eens per uur voorbij. Toch is het goed opletten of er geen trein op ons afkomt dan wel ons achterop benadert. Ook zijn er forse uitdagingen omdat door de voorjaar regenbuien er enorme plassen water ontstaan in de bossen waar we doorheen lopen. Richting Coimbra wordt het klimmen. We gaan over hoge heuvels met prachtige vergezichten en steile afdalingen. Uitkijken geblazen want voor je het weet lig je onderuit omdat door de rugzak het zwaartepunt van de mens niet meer bij de navel ligt maar veel hoger en dat komt de stabiliteit niet ten goede. Met alle eventuele gevolgen van dien…
We dalen af van een heuvel en volgen de gele pijlen maar die wijzen ons naar een middeleeuwse brug die in het midden waarschijnlijk al decennia geleden deels ingestort is. Het enige alternatief is over de vangrail van de naastgelegen viaduct van de autoweg te klimmen en die dan maar te volgen. Na het viaduct vinden we op een onderliggende rotonde de pijlen terug. Voorbij Coimbra gaan we overnachten op een schoolcampus in Cernache. De gele pijlen zijn we kwijtgeraakt, dus we vragen aan een Portugees waar we heen moeten gaan. Volg de snelweg maar. Dat doen de Fátima-gangers ook. Nou wij niet hoor want we houden te veel van het leven.
Dichter bij Porto aankomende leidt het pad weer over de berm van de autoweg. Gelukkig is in Grijó een busstation en de drie euro voor een buskaartje zijn wel besteed en het is veiliger dan het risico van de sokken gereden te worden. Vanaf Porto kiezen we in alle gevallen dat we van daar vertrekken de weg langs de Douro rivier tot aan de oceaan en houden deze altijd aan onze linker zijde, richting het noorden. In het begin vanaf de Sé, de kathedraal, zijn er steile afdalingen met talrijke trappen door de oude en karakteristieke woonwijken maar toch zien we al snel de rivier.
Daar loopt een mooi en vooral veilig voetpad tot Matosinhos en dat gaat na de brug over de Leixões haven over in een houten pad voor voetgangers en (voor ons helaas) ook voor fietsers. Meermaals moeten we het vege lijf redden als er weer een mountainbiker ons tegemoet komt die de hele breedte nodig heeft. Dit pad loopt bijna 20 kilometer door tot Vila de Conde. Daar kan men de keuze maken de oceaan te blijven volgen dan wel de route landinwaarts te maken.
Gedurende onze 5 caminhos kiezen we beide opties. De kustroute voert door mooie badplaatsen zoals Póvoa de Varzim, Esposende , Viana do Castelo, Vila Praia de Ãncora en Caminha waar de Minho rivier de grens bepaalt tussen Portugal en Spanje. De derde keer dat we de caminho liepen kwamen we uit in Caminha. Daar is een pont, de transbordador, die je overvaart naar A Guarda in Spanje… mooi, als hij vaart tenminste.
Hij was al twee jaar kapot en de rivier was verzand. En er was een soort van conflict over de hamvraag “wie wat gaat betalen”? De Portugese provincie Minho of de Spaanse provincie Galicia. Een internationaal (mini) geschil dat uiteindelijk een jaartje later gezamenlijk is opgelost. Evenwel terug naar onze niet varende pont: een alternatief was zo’n 15 kilometer doorlopen naar Vila Nova de Cerveira waar een brug is. Maar dan moet je nog weer 15 kilometer terug lopen naar de kust via de andere kant van de rivier. Enfin als de nood het hoogst is, is de redding nabij.
Toen we net Caminha binnen liepen kwam er een man naar ons toe. “Jullie lopen naar Spanje? Ja, dat doen we en we gaan met de pont“. “Die vaart niet“ zei hij gevat en tegelijkertijd, “maar ik kan jullie wel helpen”. Mijn vriend Pedro is visser en kan jullie overzetten met zijn vissersbootje. Slechts vijf euro per persoon. Zo’n aanbod kan je niet afslaan! En zo stonden we even later op een strandje waar Pedro aan kwam varen met zijn bootje en vijf minuten daarna stonden we aan de overkant in Spanje. Pedro scheen dit een aantal keren per dag te doen gedurende de twee jaar dat de pont stil lag. Betere business dan voor dag en dauw op de oceaan vissen lijkt me.
Volgende keer nemen we de binnenlandse route vanaf Vila do Conde met een verrassend stuk ‘weg’, weliswaar in Spanje maar leuk te vermelden hoe interessant de caminho naar het graf van de Apostel Jacobus is in Campus Stellae voert.
Até mais. Tot de volgende keer
Albertinho
Albert Weterings liep vijf keer als pelgrim door Portugal naar Santiago de Compostela. Naast pelgrim is hij vrijwilliger/taalmaatje en onderwijst, met zijn kennis van de Portugese taal, het Nederlands aan met name inburgerende Brazilianen op Goeree Overflakkee. Verder heeft hij een grote passie voor Braziliaanse Bossa Nova en Samba muziek en produceert muziek video’s.