Vorige maand beschreef ik hoe de “ Weg” er uit ziet door het mooie Portugese landschap. Daarbij kozen we de kustweg, o Caminho Português pela Costa, zoals die heet. In Vila do Conde viel wat te kiezen, weet u nog? Linksaf verder langs de kust, rechtsaf de ruta Central. We keren terug naar Vila do Conde en gaan na de brug over de Ave rivier gelijk rechtsaf en volgen de weg een stukje langs de rivier en komen vervolgens in een landelijk en lieflijk gebied met veel glooiingen tot São Pedro de Rates en Barcelos, de stad waar de kleurrijke Portugese haan zijn oorsprong vindt, die symbool staat voor Portugal.
Het laatste stuk voor Barcelos gaat weer langs de provinciale weg en er staan speciaal waarschuwingsborden voor automobilisten dat er pelgrims langs de weg kunnen lopen. Het is daar behoorlijk oppassen want de Portugese chauffeurs rijden behoorlijk hard en houden weinig rekening met voetgangers langs de weg. Overigens vind ik persoonlijk dat de pelgrims daar niet horen te lopen en dat er naar alternatieve routes gezocht moet worden, maar helaas zijn die niet altijd voorhanden.
Na Barcelos komen de bossen en steilere hellingen Het is behoorlijk klimmen en na twee dagen door dit prachtige gebied te hebben gelopen komen we aan in Ponte de Lima, een mooi stadje dat al sinds de Romeinen bestaat. Ergo die Romeinen zijn er nog steeds. Er staat een Romeinse Hoofdman aan de ene kant van de Lima rivier en aan de andere kant een peloton soldaten die deze blijkbaar niet durven over te steken. Bang voor natte voeten wellicht. Het zijn standbeelden, maar dat had u zeker wel begrepen.
Toch is er een oude Romeinse brug om de rivier over te steken hetgeen we doen en volgen de gele pijlen richting het noorden. Alras wordt het menens en behoorlijk afzien voor de bedevaartganger. De berg o Alto de Portela Grande, het hoogste punt van de hele caminho Português en deel uitmakend van het Labruja gebergte komt in zicht. Een echt ‘off road’ gebied met dichte bossen en paden vol grote zwerfkeien en rotsen. Het wordt zwoegen, klimmen en klauteren naar 450 meter hoogte en we omhelzen elkaar van de weeromstuit als we boven zijn. Het was zo zwaar. Het huilen staat ons nader dan het lachen en we spreken elkaar moed in.
Gelukkig gaat het pad ook weer naar beneden en in Rubiães genieten we van de rust en een goede maaltijd. Er is overigens een alternatieve route om het glibberige en modderige ‘off road’ pad te omzeilen vooral als het regent, de provinciale weg (de N201), maar prettig is dat niet als wandelaar want er is geen voetpad en de weg slingert zich door donkere bossen en hier verwachten de automobilisten dan ook geen “gebochelde“ wandelaars, want zo ziet een pelgrim er uit in zo’n lange donkerblauwe kunststof Altus regenmantel die ook de rugzak beschermt.
Daarna komen we na wat heuveltjes in het dal van de Minho rivier richting Valença do Minho. Daar stopt onze reis door Portugal en leidt de weg over de historische door Ferdinand Eiffel gebouwde brug naar Tui in Spanje. Eiffel bouwde naast deze brug en onder andere de Eiffel toren in Parijs ook de beroemde boogbrug in Porto, o Ponte Dom Luis I. Verderop zoals ik al opmerkte, loopt in Spanje een bijzondere route, de Variante Espirtual del Camino Português. Deze volgt vanaf de stad Pontevedra een parcours dat in de 18de eeuw blijkbaar is afgelegd door een monnik, althans dat zegt de geschiedschrijving en die eindigt aan de monding van de Ulla rivier.
Het heeft niets van doen met Portugal maar interessant om te ervaren hoe het instituut “caminho” werkt. Was de Caminho in oude tijden een boetetocht naar het graf van Jacobus de Meerdere – uwe zonden werden immers en worden nog steeds overigens vergeven bij voltooiing van deze barre tocht, heden te dage heeft degene die de Caminho onderneemt wat te kiezen: óf een uit religieuze dan wel een uit toeristische overweging. Een prettige gedachte.
Bij het verkrijgen van het Compostela certificaat na volbrenging van de tocht (weet je nog: tijdens de laatste 100 km wandelen of 200 km fietsen, 2 stempels per dag verzamelen) word je in het pelgrims bureau in Santiago daadwerkelijk gevraagd of je de tocht uit die religieuze of toeristische motieven gemaakt hebt. Het verschil blijkt dan. Religieus betekent een prachtige oorkonde met een in het latijn opgestelde tekst en in de context als bonus uw naam in datzelfde latijn geschreven Mijn naam luidt dan Albertum en is uw naam bijvoorbeeld Maria of afgeleide daar van, Mariam. Prachtig! Evenwel op het toeristisch document wordt uw naam “gewoon” geschreven zoals u hem opgeeft op het aanmeldingsformulier. Dus bijvoorbeeld Jan of Piet. Niets mis mee overigens, maar het had zo mooi kunnen zijn, wat te denken van Ioannum of Petrum als je Jan of Piet heet!
Dus je gaat natuurlijk voor de religieuze oorkonde! Je loopt niet voor niets zo’n heel eind, toch?
Maar terug naar die Variante Espiritual del Camino Português. Er moet een wakkere zakenman geweest zijn een aantal jaren terug uit os Salnés, het gebied ten westen van Pontevedra. die met lede ogen aanzag hoe al die pelgrims rechtdoor liepen naar Caldas de Reis, de kortste weg naar Santiago. “Waarom niet na Pontevedra linksaf door een mooi gebied dat eindigt bij de Ulla rivier?” moet hij gedacht hebben. Immers nadat onze Apostel Jacobus onthoofd was in Jeruzalem, werd hij met een stenen schip stroomopwaarts gevaren in de richting van Iria Flavia, het huidige Padrón en vandaar verder naar Campus Stellae alias Santiago vervoerd. Een omweg van zo’n 80 km.
Er zijn overigens weinig feiten bekend dat pelgrims in vroegere tijden gebruik maakten van deze Salnés route, maar ja die moderne pelgrims zag onze zakenman als een grote meute wandelende geldbuidels en creditcards en opperde het idee om faciliteiten te scheppen om diezelfde bedevaartgangers zijn kant op te laten komen als een variant op de gebaande en kortste route richting het graf van de Apostel. Dus zo ontstond mogelijk deze route en met het sausje Espiritual er overheen gegoten, werd de moderne pelgrim een worst voorgehouden én ze kwamen hoor! Ergo, ik heb het zelf ook gedaan. Dat dan weer wel.
Je zorgt voor een route met gele pijlen, maakt dat hier en daar gegeten, gedronken en geslapen kan worden. Je ontwerpt een mooi foldertje met de route en een mooie website en een Facebook pagina ‘et voilá’ een nieuwe Caminho is geboren. Een klein probleempje… De pelgrim loopt naar de monding van de rivier. En nu moet hij nog 30 km door naar Padrón. Over water of alternatief over de weg. Maar ieder probleem is een nieuwe winstkans. Vriendje van de zakenman werkt voor de Kustwacht en die stelt een snelle Zodiac rubberboot ter beschikking met schipper. Acht pelgrims aan boord maal 12 euro per keer. Half uurtje toeristisch hobbelen en schudden en dobberen over de golven en je kunt te voet verder. Geniaal bedacht concept.
Inmiddels worden de stromen wandelaars groter en wacht aan het einde van de Salnés een soort rondvaartboot. Daar kunnen er meer tegelijk op. Kassa! De boodschap van mij is natuurlijk dat de caminho hier en daar tot een soort attractie verworden is. Maar het biedt ook kansen en werkgelegenheid in dit dunbevolkte gebied. Het is maar wat je er van vindt.
Bij het Pelgrims bureau wordt geen woord gerept over de Variante Espiritual. Zolang je kunt aantonen dat je 100 km gelopen hebt over de bekende en geijkte paden krijg je je Compostela. Daarom wordt geadviseerd om de laatste 100 km te beginnen in Valença do Minho aan de Portugese kant van de landsgrens of in Tui aan de Spaanse kant van de Minho rivier. Leuk om te weten dat de Portugese caminho de meeste verschillende routes heeft van alle camino’s die richting Santiago voeren. En laat ik eerlijk wezen, ik ken ze ook niet allemaal. Zo zijn er routes die vanuit de Algarve naar het noorden gaan. Maar ook de Caminho interior die langs de oostkant van Portugal aansluit op de Via de la Plata route, die helemaal vanuit het Spaanse Sevilla loopt en samen komt in Ourense net ten noorden van de Portugese noordgrens.
De volgende keer gaan we de mensen ontmoeten die langs de weg wonen en er samen met de pelgrims ook overheen lopen, fietsen en rijden. De Portugezen, dat ligt voor de hand als je door Portugal loopt. Interessante ontmoetingen dus.
Até mais. Tot de volgende keer
Albertinho
Albert Weterings liep vijf keer als pelgrim door Portugal naar Santiago de Compostela. Naast pelgrim is hij vrijwilliger/taalmaatje en onderwijst, met zijn kennis van de Portugese taal, het Nederlands aan met name inburgerende Brazilianen op Goeree Overflakkee. Verder heeft hij een grote passie voor Braziliaanse Bossa Nova en Samba muziek en produceert muziek video’s.
Very interesting article with useful tips and insights into the Caminho and the Variante Espiritual