Compleet Coimbra: Hoger en Droger…

Wie zei ook weer: “De weg ernaartoe is minstens zo belangrijk als de eindbestemming”? Met dit citaat als rode draad, wil ik jullie graag meenemen op een wandeltochtje (zeg maar “bedevaart” als het hoogzomer is) naar het klooster Santa Clara a Nova in Coimbra, gelegen op de linkeroever van de Mondego.

Compleet Coimbra: Hoger en Droger...

We steken vanaf de Portagem de brug over de Mondego over en we draaien ons om, om een blik te werpen op de stad Coimbra,  zo mooi gelegen tegen de steile helling. Ik kan je verzekeren dat het late namiddaglicht de mooiste en warmste sfeer creëert voor zeker een foto of tien. Op de brug genieten we van de zachte bries die over deze traag stromende  rivier waait. Als we vóór ons uitkijken zien we al het breed uitgesmeerde witte klooster van de Santa Clara a Nova, boven op de heuvel. Maar laten we eerst aandacht besteden aan wat we onderweg te zien krijgen.

Compleet Coimbra: Hoger en Droger...

Net over de brug zien we aan de linkerkant het klooster Santa Clara a Velha. Of toch een gedeelte ervan, want slechts een deel is blootgelegd door vijf tot zes meter modder weg te halen. Dit klooster, daterend uit de 14de eeuw, heeft zoveel te lijden gehad onder de veelvuldige overstromingen van de Mondego dat er in de 17de eeuw besloten werd het hogerop te gaan zoeken. Toen werd de nonnenpopulatie samen met de koninklijke Gotische graven uit de Santa Clara a Velha overgebracht naar het nieuwe klooster genaamd Santa Clara a Nova.

Compleet Coimbra: Hoger en Droger...

Eens het “Portugal dos Pequenitos” , het miniatuurpark, aan je linkerhand voorbij, klimmen we de heuvel op. De weg is in tegenstelling tot die beneden nog in oorspronkelijke staat en dus met onregelmatige kasseien aangelegd. Eerder vermeldde ik al dat je zonder goeie sportschoenen niet ver komt in Coimbra. Zigzaggend loopt de steile weg naar boven. We komen  onderweg in de muur ingebouwde kapelletjes tegen die niet tot het “slapend” cultureel erfgoed behoren. Door de tralies heen komen gelovigen hier nog steeds de bijna eeuwig brandende rode kaarsen aansteken. Hier worden ook gebeden opgezegd voor het Christusbeeld dat tegen de achterwand aan staat.  Misschien om te bidden voor de vandalen en hun verwoestende streken die hier al dat kaarsengedoe liever omvergooien. Het heiligenbeeld van Jezus zelf straalt droefheid en leed uit. De oude sloten die het traliewerk sieren, stralen ambachtelijke kunst uit.

Binnenin het kapelletje worden we getrakteerd op een muur vol met monochrome kobaltkleurige vierkante tegeltjes die bloemen- en plantenmotieven in hun eenvoudigste vorm tonen. Naast enkele afbeeldingen van gebouwen en personen, maar steeds in kobaltblauw op een witte achtergrond. Deze stijl werd geïnspireerd door de oud-Nederlandse tegelkunst. In de 17de eeuw ontstond er dan ook een bloeiende handel in azulejos tussen Nederland en Portugal. De Portugezen houden wel erg veel van de keramische tegels!

Aan één van deze kapelletjes hangt een bescheiden tegelbordje, als een memorial aan Maria Isabel en “José Alpiarça”. Die laatste tussen twee aanhalingstekens. Want het gaat hier niet om de officiële naam maar om een roepnaam. En gevolgd door de woorden ‘das bicicletas’. Er moet een link zijn geweest met fietsen. Zo bevestigde toch mijn Portugese leerkracht Alda.  Omdat dit misschien een verwijzing kan zijn naar het feit dat ik vorige week met een Portugese dame, Teresa, heb afgesproken een vrouwen-fietsclubje te gaan oprichten om fijn langsheen de rivier te gaan fietsen op lente- en herfstdagen. Kinderen mogen ook mee. 😉

We zien nog een ander bas-reliëf “Moeder met kind” in de muur gemetst aan de rechterkant van de straat, weliswaar heeft de tand des tijds het beeld erg vervaagt.  Dan duikt ook de witte koepel op van een lager gelegen kerkje met een kruis erbovenop, mooi contrast tegen de felblauwe lucht.

Puffend trekken we verder tot we aan de boog van de toegangspoort  staan van het klooster. Loop eronder door. Daar is het nog gratis. Ga even rusten onder de schaduwrijke bomen op het plein met het levensgrote beeld van Santa Isabel en geniet van het uitzicht op Coimbra.

Heb je er een centje voor over, dan kan je ook naar binnen, door een kleine deur links na de poortingang. Maar tracht wat mee te pikken van wat je ziet voor je echt betalend op ontdekkingstocht gaat in het klooster. In een vitrinekast rechts liggen allemaal lichaamsdelen in crème kleurige “was” gemaakt, die de gelovigen konden kopen ter herinnering aan de goddelijke hulp bij de genezing van een lichaamsdeel. Maar nadien word je overdonderd door de honderden paternosters in alle vormen en kleuren en andere toeristische prularia.

Compleet Coimbra: Hoger en Droger...

Ze werken hier met verschillende toegangstarieven, afhankelijk van wat je wil zien. Als het je interesseert om het originele graf te bekijken van de Rainha Santa Isabel, moet je een centje extra neertellen. Maar fotograferen is niet bij de prijs inbegrepen. Dat is wel jammer, want Rainha Santa Isabel ligt er met open ogen bij.

Het tweede zilveren graf dat later werd gemaakt kan je vooraan in het altaar van de kerk zien, verlicht,  achter haar beeld dat bij een processie enkele dagen het daglicht mag zien als het rondgedragen wordt in de stad. De kerk straalt trouwens rijkdom en weelde uit. Overal goudkleurige, of is het een echt gouden versiering, van vloer tot over het plafond. En bidden wordt er ook nu nog gedaan. Het lijkt wel een bedevaartsoord. Mensen brengen verse bloemenruikers mee en knielen met hun kinderen voor de heilig verklaarde lievelingskoningin.

Compleet Coimbra: Hoger en Droger...

Het is me niet duidelijk wanneer welke ingang aan het gebouw open gaat. Maar het is wel de moeite waard goed rond te kijken of rond te vragen waar je nog op ontdekking kan gaan . Er worden immers regelmatig tijdelijke tentoonstellingen gehouden.  Een van de blijvende installaties is de “Hortus Conclusus” of de moderne versie van een ingesloten tuin.  Een plaats met rustplekken (letterlijk te nemen want je kan gaan liggen op de alternatieve bankjes) waar je tot jezelf kan komen en wie weet tot inzicht in….

Ik geraakte ook in de gang met de cellen van de nonnen en in de eetzaal. Simpelweg door het te vragen aan de man aan de ingang van de tentoonstelling.

Eerst aandacht voor de draaiende houten muurkast bestaande uit vier keer twee hokken. Het was leuk geweest te zeggen dat dit de vondelingenschuif zou zijn geweest, maar de taartspies vorm lijkt me te klein om voldoende ruimte te geven aan een baby. Dus vermoed ik eerder een doorgeefsysteem voor de bekende doces of zoete gebakjes van de nonnen. Die kloosterlingen wilden zich niet altijd bloot geven aan de buitenwereld. En dan is een schuif of een doorgeefluik wel ideaal. Of heeft iemand een ander idee?

Ook in de oude eetzaal met de hoge plafonds zijn er wanden met kobaltblauwe tegels. Daar staan taferelen op van bloemen in vazen. In monochroom kobaltblauwe glazuur.  Buiten zijn er in de oude stallingen installaties van kunstenaars opgezet. Voorheen had het leger er een onderhoudsgarage, getuige de werkputten. Het doet allemaal wat vreemd aan, maar niemand legde ons iets in de weg om door de open deuren ergens naar binnen te gaan en te kijken. Ons af te vragen wat deze ruimte zou geweest zijn in het leven van de nonnen…

Ik moet toegeven dat de terugweg en dus naar beneden stappen ook niet altijd even gemakkelijk is. De knieën worden belast en de voeten moet stevig verankerd blijven. Hopelijk heb je je sportschoenen aan. Beneden wacht menig terrasje, aan de drukke straat,  op een klant, voor een frisse pint of een ambachtelijk gedraaid ijsje. Laat het niet aan je voorbij gaan…. De horeca heeft het ook hier hard te verduren gehad met de “Confinamento”.


Marieleen is sinds augustus 2019 heerlijk “reformada” en heeft dus tijd (en zin) om elke eerste zaterdag van de maand allerlei ontdekkingen in Coimbra te delen. Plus natuurlijk haar enthousiasme en liefde voor de stad!