Dit is de laatste keer dat ik jullie een bericht stuur vanuit de Conchada wijk in Coimbra. We verhuizen namelijk half mei naar een ander appartement, in de wijk Celas. Daarom schrijf ik deze maand alvast iets over het oude koninklijke klooster in Celas, goed gekend bij de meeste bewoners, maar door ééndagstoeristen eigenlijk nooit bezocht: het Mosteiro de Santa Maria de Celas.


Eerst iets over de buurt. In het stadsdeel Celas ligt het grootste universitaire ziekenhuis van het land, dus de aanvoer van zieken met een gele helicopter is een dagelijks fenomeen. Enkele chique straten zoals Avenida Dr. Dias da Silva met mooie villa´s uit begin 20e eeuw en daarrond de vele hoogbouwflats, soms met de typische tegels bezet, met studentenkamers uit de jaren ´60 en recenter, geven de sfeer aan. Op zo een flatgebouw kijken wij uit vanuit de woonkamer. Dat brengt ons wat jong geweld van studenten in het vizier en vaak een niet aangekondigde liefdesserenade. Maar we zijn ook omringd door andere muziekgenres. De heer boven onze flat heeft een dagelijks opera uurtje in de namiddag en aan volume geen gebrek. De man is lichtjes doof…
De toekomstige flat bevindt zich op wandelafstand van de mooie “Jardim de Serreia” (komt in één van de komende blogs nog wel aan bod) en de grote studentikoze Praça de Républica. Sinds begin april zijn de terrassen er weer open en we konden deze week al geen tafeltje meer vrij vinden toen we passeerden. Iedereen is natuurlijk super enthousiast dat het weer wat gezellig mag zijn.
Wat mij meteen opviel bij het eerste bezoekje aan dit stadsdeel in deze niet zo duidelijk begrensde wijk van Celas, is dus de gemengde soort bebouwing. En daar ligt, als opgeslokt, het oude koninklijke klooster, in vroegere tijd ver weg van de ommuurde stad Coimbra. Hier op deze plek vonden de kloosterlingen frisse lucht, rust en gezonde leefomgeving.
Op het grote ronde punt, genoemd Largo da Cruz de Celas, staat een groot stenen kruis uit de 17de eeuw met dezelfde naam als de wijk: Cruz de Celas. Heel eenvoudig van vormgeving: vier treden, een sokkelkast, een Dorische zuil en een onversierd kruis. En daar tegenover een muur met graffiti en een licht beschadigd muurgroot tegeltafereel waar je de kleding van de nonnen van het koninklijke klooster van Celas kan zien: een habijt dat bestaat uit een lang wit kleed, maar zonder het typische zwarte schouderkleed (als een schort als kenmerk van de Cisterciënzer-orde) en een zwarte riem. Het hoofddeksel bestaat uit een zwarte sluier.
Deze wijk bruist van de commercie en heeft naast een lokaal ook een nationaal belang. Er is een groot aanbod aan hospitalen, scholen, faculteiten, universitaire instituten, banken en andere elementen die noodzakelijk zijn in een stad die naam waardig.
Coimbra werd trouwens wel eens de TTT stad genoemd. De T voor Teaching, T voor Tanning oftewel de textielindustrie met verven, en de T voor Toerisme. Je begrijpt dat de derde T erg aan belang heeft moeten inboeten met de lock-down en het toerisme nu haast onbestaande is. We hopen dat er weer gauw vrijheid van reizen komt.
We vonden dus na enig zoekwerk op Idealista, de site voor te koop en te huur, in een klein condominium met slechts vier verdiepingen, een flat die ons bekoorde en de moeite om aan te kopen. Gelegen in een rustige eenrichtingsstraat met op wandelafstand alles wat een mens maar nodig heeft voor zijn dagelijkse behoeften. Ook de in Coimbra zo aanwezige monumenten, kloosters en andere cultuurevenementen liggen allemaal binnen wandelbereik. Maar niks geklaagd over het stadsbusvervoer dat je voor een klein prijsje ook doorheen de hele stad brengt! Dat was één van de vereisten, naast een garage en een lift. Voor als ooit de oude dag zich zou aandienen. Verder ook nog centrale verwarming want afgelopen winter was het soms koud en vochtig in de flat waar we nu woonden. Typisch voor de vele oude, niet-geïsoleerde huizen in Portugal.
Maar nu iets meer over dat koninklijke klooster van Celas, dat er in vergelijking met het Santa Cruz klooster, aan de buitenkant heel bescheiden uitziet en in de loop der eeuwen helemaal ingesloten is door de stadsuitbreiding. Via een doodlopend straatje, dat me deed denken aan een begijnhof, kom je op een binnenplaats, waar jammer genoeg de geparkeerde auto´s de serene sfeer teniet doen.


Het klooster werd gesticht in 1213. Deze locatie was in die tijd in de ‘middle of nowhere’, maar wel iets hogerop en dus verheven gelegen. Er was een bron in de buurt, die het klooster voorzag van de dagelijkse noden van water. Het behoorde toe aan nonnen behorende tot de orde der Cisterciënzers. Een orde die in Frankrijk was gesticht, vandaar de lisbloemen of lelies op het schild.
De dochter Sancha van de tweede koning van Portugal, Sancho I stichtte dit klooster. Zij verbleef hier in deze kleine nederzetting met slechts een twaalftal andere kloosterlingen. Ze leefden volgens de drie deugden: gehoorzaamheid, armoede en nederigheid. Maar de kloostergemeenschap groeide uit met tientallen en dus een eerste uitbreiding diende zich aan tijdens het bewind van koning Dinis (13e-14e eeuw). In de 16de eeuw was er ruimte voor een honderdtal kloosterlingen en evenveel bedienden. Deze groei ging maar door. In de 17de eeuw konden er al 120 nonnen terecht. Tegen de 18de eeuw een 150 tal.


De kloosterlingen brachten hun dag en hun leven door in gebed in een kleine cel (cela in het Portugees en dus later aangepast naar Celas). Voor de dagdagelijkse taken waren er lekenbroeders en werden er seizoenarbeiders ingezet. Zij werkten op het veld en onderhielden de boomgaard.
Omdat het hier om een prinses ging, kreeg het klooster bij de bouw ook een geheime uitgang, die haar de mogelijkheid moest bieden te vluchten in tijden van oorlog of onverwachte gevaar. Maar ik vermoed dat die ook toeliet dat er bezoek kwam in het klooster dat niet wou gezien worden. Of slaat mijn fantasie hier op hol? Tot in 1995 zou deze doorgang zichtbaar geweest zijn. Tijdens de bouw van het hotel Meliá aan de overkant van de straat werd die dicht gemaakt. Er kwam ook een school die de ingang onzichtbaar maakte. Wat jammer.
Zuster Dona Sancha bleef tot aan haar dood (1180-1229) in dit klooster. Eeuwen later, in het jaar 1705 werd ze door paus Clemens XI zalig verklaard, samen met haar oudste zus Teresa. Het klooster kende in de loop der eeuwen vele verbouwingen, dus vind je er ook nog tekenen van meerdere stijlen terug.
Op een maandag stond ik voor een gesloten deur kloosterdeur, toen ik voorbijfietste. Sinds enkele weken heb ik het aangedurfd de fiets te nemen, voorzien van fluojack en knalrode helm. Kwestie van opvallen. Ik moet toegeven dat ik van agressie van auto- en busbestuurders nog niks heb gemerkt. Dus mijn vertrouwen om nog meer te fietsen groeit met de dag.
Maar op dinsdagnamiddag had ik meer geluk. Enkele parochianen sorteerden er kleding in een zijdeur en ze luisterden geduldig naar mijn in primitief Portugees geformuleerd verzoek om binnen te mogen. Eén van de dames loodste me enthousiast het kerkje binnen, maar een bordje met “verboden te fotograferen” zette een domper op mijn eerste enthousiasme. Uiteindelijk was fotograferen mijn doel. Ik wil hier immers niet alleen iets vertellen over het klooster maar ook iets tonen. De dame die de eredienst op zondag met bloemen sierde, en nu leek op te ruimen, reageerde nogal sceptisch. Maar dat kan ik ook verkeerd geïnterpreteerd hebben. Lichaamstaal is immers ook cultuurgebonden. Ze haalde er het telefoonnummer bij van een zekere Dr António, lid van het broederschap als ik het goed heb begrepen. Ik heb hem aan de telefoon in het Portugees gevraagd over te schakelen op Engels of Frans want misverstanden zijn gauw ontstaan. En ja. Na vijf minuten stond een aardige Dr António me te woord in het klooster, vol enthousiasme vertellend over alle mooie kapitelen, uniek in zijn soort in Portugal. Hij omschreef ze als de voorlopers van de stripverhalen, maar dan gebeiteld in steen. Elke afbeelding heeft niet alleen religieuze elementen maar tevens historische en fantasievolle verwijzingen. Ik kon het niet laten wohwwww en wahhhw te zuchten.



En plots kwam deze heer met een dik boek aan dat ik meteen meekreeg. Tweetalig Portugees/Engels. Omdat hij een doktersafspraak had, gingen we niet voor het volle programma van de rondleiding. Maar we zouden zeker contact houden en later afspreken. Ondertussen had ik meerdere foto´s genomen die dit artikel sieren. Met zijn toestemming! Dat zal een meevaller blijken want heel binnenkort sluit dit pareltje voor renovatiewerken. Voor minstens een jaar… Het budget voor de renovatie is ondertussen van 400.000 al ingekrompen tot 250.000. Hopelijk blijft de authentieke sfeer behouden. Alvast enkele beelden van vóór de werken uitgevoerd werden.
De religieuze orde van de cisterciënzen is sinds 1834 al uitgestorven, de laatste non die hier in Celas verbleef stierf in 1883. De kloosterlingen zouden zich naast het gebed ook hebben gewijd aan de opvoeding van weesmeisjes die er tot aan hun huwelijk konden verblijven. Een deel van dit gebouw is nu in privé handen.
Wie vanuit de stad, van aan station A of van aan Mercado Municipal de bus neemt met nummer 4, komt aardig dicht in de buurt van dit klooster Santa Maria de Celas. Dit monument dat van groot historisch belang is moet je zeker eens bezoeken. Maar dat kan alleen voor de geduldigen onder ons. Reken maar 2022 vooraleer de werken afgelopen zullen zijn.
Marieleen is sinds augustus 2019 heerlijk “reformada” en heeft dus tijd (en zin) om elke eerste zaterdag van de maand allerlei ontdekkingen in Coimbra te delen. Plus natuurlijk haar enthousiasme en liefde voor de stad!
Weer een interessant cultureel gebouw ontdekt met een geschiedenis ! Zo wordt je als vrijzinnige constant geconfronteerd met het katholieke Portugal…..Ze gaan je daar nog bekeren denk ik !! Succes met de verhuis..