Vorige keer kon je lezen hoe ik als driejarig meisje in Nederland terecht ben gekomen. In de volgende blogs wil ik je graag meenemen in mijn verhaal van het opgroeien in twee culturen. De tweede generatie zijn.
Het spanningsveld tussen de strakke ouderwetse opvattingen die de eerste generatie meenam uit het oude thuisland en de vrijere moderne opvattingen van de tweede generatie in het nieuwe thuisland, maar ook de problemen die de eerste generatie ondervond doordat ze niet of slecht Nederlands sprak en de Nederlandse gebruiken niet kende.
Zo kon ze wel eens in aparte situaties terecht komen. Bijvoorbeeld men had honger en er werd door Nederlandse mensen eten aangeboden. Men zei dan beleefd: ‘dankoewel’, wat voor Nederlandse begrippen betekent: ‘dank u voor het aanbod maar ik sla het af’. In de Portugese taal betekent het: ‘dank u, graag, wat fijn dat u mij dit aanbiedt’. Je begrijpt dat de maag met deze ‘dankoewel’ niet gevuld werd. Al zal de nodige mimiek en intonatie ook een rol spelen in het juiste ‘dankuwel’-begrip.
Kun je je voorstellen hoe het voor die eerste generatie immigranten geweest moet zijn om zonder opleiding of weinig, slechts 3de of 4de klas lagere school, naar een land als bijv. Nederland te verhuizen. Zonder de taal te spreken, de moeilijkheden die men moest trotseren, de angst en de onzekerheid van het onbekende. Mijn ouders waren al niet de jongsten toen ze naar Nederland kwamen, dus een taal leren op die leeftijd ging al moeilijker. Dit gold voor velen, maar niet voor iedereen hoor, ik kende ook andere Portugezen die voor hun doen al goed Nederlands konden spreken en begrijpen.
Zij werden dan als taal-goeroes uitgeroepen door de mindere taaldiscipelen en kregen zo een speciale status in de Portugese gemeenschap als (selfmade) tolk, vertalers of probleemoplossers. Of ze het altijd goed begrepen laat ik even in het midden. Want hoe goed men een taal ook kan, het is iets anders als men die taal van jongs af aan leert of er voor studeert. Zo kende ik iemand die tien jaar of langer zei: ‘porca na weeka’….wat betekende: ‘tot volgende week’. Kennelijk niemand die de persoon erop attendeerde, of zelf wist hoe het uitgesproken moest worden of de persoon in kwestie kon het gewoon niet aanpassen.
Portugezen die met Nederlanders werkten, leerden sneller Nederlands dan de Portugezen die met mede-Portugezen, Spanjaarden of Italianen werkten. Ze verstonden elkaar toch wel, dus de druk was lager om de taal te leren. Buiten het werk zochten ze elkaar op in Portugese verenigingen. Dat was met mijn vader zeker het geval. Mijn moeder werkte met veel Nederlandse collega’s en ze deed mee aan een taalprogramma, zij kon zich beter redden dan vader in het alledaagse leven, maar niet genoeg voor het omgaan met instanties.
Voor mijn (tijd) generatie, geschoold en vele talen sprekende, lijkt het makkelijker om naar een ander land te emigreren met alle taalcursussen, vertaalprogramma’s en apps die we nu hebben. Toch zou ik niet weten hoe ik nu een andere exotische taal zou moeten leren spreken, de cultuur en de gebruiken leren kennen. Daar zou echt veel tijd voor nodig zijn en dan nog… Hoe ‘makkelijk’ het nu voor ons is hoe moeilijk het voor hen was vroeger, naar een nieuw land vertrekken zonder de taal te spreken. Ik heb respect voor de eerste generatie ‘immigranten’.
Toen ik naar de middelbare school ging en daar Latijn, Grieks en andere talen kreeg, had ik een tijdje last van een mis-taal-gevoel. Ik begon alles door elkaar te halen en mijn Portugees ging behoorlijk achteruit. Kennelijk moest mijn brein zich een beetje aanpassen aan die ‘taalsoep’. Portugezen die naar Frankrijk emigreerden hadden het wat taal betreft iets makkelijker doordat het Frans voor een Portugees makkelijker te leren en te spreken is. In tegenstelling tot het Nederlands dat voor Portugezen een grotere uitdaging blijkt. Zowel het Portugees als het Frans vallen onder de Romaanse talen, ze zijn een tak van de Indo Europese taalfamilie en het Nederlands valt onder de Germaanse talen, aldus Wikipedia.


Ik moest van mijn ouders naar de Portugese school in Amsterdam, iedere woensdagmiddag en zaterdag, 6 jaar lang (klas 1 t/m 6). Leuk vond ik het niet, logisch, wie wil er nu naar school als je vrij kunt hebben? We leerden Portugees lezen, schrijven, grammatica, spelling en geschiedenis, wel aangepast want het is een verschil of je vijf dagen per week school hebt of slechts 1,5 dag per week les. Het schoolsysteem in Portugal is anders dan bij ons, wil je meer weten google dan eens: Portugees onderwijssysteem, het is te uitgebreid om in mijn blog te behandelen. Het was wel een opoffering van mijn vrije tijd, maar achteraf ben ik er blij mee want daardoor heb ik wel contact met mijn ‘taal’ kunnen houden en taalgevoeligheid kunnen ontwikkelen. Daardoor spreek ik met gemak een ‘woordje over de grens’. Wetenschappelijk onderzoek bewijst het voordeel van tweetaligheid, bijv. sneller een taal leren/oppakken.
Een anekdote uit die tijd: samen met een vriendin van de Portugese school zaten we in de bus van school naar huis. Toen kwam er een man tegenover ons zitten en hij ging ons aanstaren. Dat vonden we niet prettig. Om ervoor te zorgen dat die man ons niet kon verstaan gingen we Portugees spreken. We zeiden dingen als: ‘wat een stomme man’ en ‘is die nou gestoord of zo’ en mogelijk zeiden we nog meer. Die man bleef nog een lange rit zitten tot hij opstond en in het Portugees zei: ‘nou dames, jullie ook een fijne dag’. Je snapt wel dat we enigszins rode wangen kregen!
Volgende keer geef ik je een kijkje in de uitdaging van boodschappen doen zonder de taal te spreken. De (grote) supermarkten zoals wij die nu kennen waren er nog niet, men ging gewoon naar de markt, de groenteboer, de melkboer enz. Hoe geef je aan dat je eieren wilt, maar je ziet ze niet liggen? Of vis of vlees (toen was men minder vegetarisch ingesteld dan nu)? Of nog erger, groente?
Até a próxima… tot de volgende keer,
x. Edite
De in Portugal geboren Edite dos Santos, woont sinds haar derde jaar in Nederland. Ze werkt hier als voetreflexologe en natuurgeneeskundige. Ze gelooft in een holistische aanpak van klachten en in evenwicht tussen body, mind and soul. Verhalen vertellen en verhalen schrijven doet ze graag. Haar motto is: mooie woorden zijn er om gedeeld te worden.
Je blog is zeer herkenbaar, alsook de reactie van Marieleen. Gelukkig worden mijn pogingen om Portugees te spreken hartelijk beantwoord. Wij wonen in Amares in een enigszins vergrijzend dorp. Ik wil niet terug.
Bom dia Edite,
fijn dat je je levensverhaal met ons deelt. De Portugese taal is voor ons Vlamingen in Coimbra niet gemakkelijk te leren. Vooral de uitspraak, de nasale klanken, is het moeilijkst. Als we iets lezen, begrijpen we de grote lijnen, want we hebben naast Frans ook Spaans geleerd, en ook Engels en Duits. Dus die talensoep geeft ons meerdere mogelijkheden om ons in noodsituaties uit de slag te trekken. De meeste inwoners hier kennen nog een woordje. We zaten nu een paar maanden op school, met een programma voor “extrangeiros” maar de Covid verplichtte de leerkracht uit te wijken naar les met Zoom-sessies.
We hebben al gelachen met woorden die lijken op onze woorden maar helemaal niet hetzelfde betekenen, ik denk aan “depressa” en “Constipação”
Een fijne zaterdag, hier schijnt het zonnetje.
Marieleen Bruggeman