In het noorden van Portugal zie je op veel plekken de typische espigueiros. Deze granieten huisjes beschermen de maïs tegen het ongedierte, terwijl de open stroken in de zijkanten zorgen voor goede luchtcirculatie. Op het dak staat een kruis, om te zorgen voor extra bescherming van de oogst. Sommige espigueiros worden nog altijd gebruikt door de bevolking.
In Portugal komen ze voornamelijk voor in de noordelijkste regio, en dan met name in Minho, Beira Litoral, Beira Interior en ten westen van Trás-os-Montes. De grootste Portugese espigueiro is te vinden in Carrazedo, in de gemeente Cabeceiras de Basto. In Spanje vind je soortgelijke bouwwerken en hier worden ze hórreos genoemd.
De espigueiros (typische graanschuren) zijn een structuur die kenmerkend is voor het noordwesten van het Iberisch schiereiland. Ze zijn gebouwd van steen of steen en hout en meestal rechthoekig en staan op pilasters of kolommen. Het heeft de functie om graan op te slaan, het drogen (door openingen in de zijkanten) te bevorderen en het graan te beschermen tegen dieren, en dan voornamelijk vogels en knaagdieren. Omdat maïs in de herfst moet worden geoogst, moet de espigueiro zo luchtig mogelijk zijn om de maïs te kunnen drogen in zo’n ongunstig seizoen als de winter.
Of ze nu privé of gemeenschappelijk zijn, de grootte van een espigueiro weerspiegelt de omvang van de oogst. Eventuele versieringen hangen af van de verbeeldingskracht van de bouwer en de middelen van de eigenaar. Normaal gesproken vind je deze graanschuren in hoger gelegen gebieden om de maïs goed te kunnen laten drogen. Vlakbij is er vaak een dorsvloer, een vlakke en geplaveide vloer, waar de rogge wordt gedorst en de maïs wordt gestript.
De espigueiros hebben verschillende vormen en maten, afhankelijk van de hoeveelheid graan die moet worden opgeslagen, de regio waar ze zich bevinden en zelfs afhankelijk van de materialen die beschikbaar waren voor de constructie. Op plaatsen waar steen schaars was werden houten graanschuren gebouwd. De overgrote meerderheid is echter een rechthoekige constructie gemaakt van een combinatie van steen (graniet) en hout. De ventilatie en beluchting van de graanschuur blijft essentieel.
Meestal wordt een espigueiro gekenmerkt door een kruis bovenop, waarmee de maïs wordt gezegend en goddelijke bescherming wordt gegarandeerd gedurende het volgende jaar. Hierdoor kan het voor mensen die niet bekend zijn met deze constructies in eerste instantie lijken of het om graftombes gaat.
In de Minho regio zijn de graanschuren bijna altijd gemaakt van graniet uit de regio. De espigueiro is gebouwd op pilaren, die hem van de grond optillen. Onder de pilaren vind je stutten die de hele structuur ondersteunen en de plaats waar de gewelfelementen passen. Deze staan op een bepaalde afstand van elkaar om ventilatie van het interieur mogelijk te maken, door kieren die met opzet open zijn gelaten.
Op verschillende locaties wordt nog steeds gebruik gemaakt van gemeenschappelijke graanschuren door de gemeenschap, zoals het geval is in Lindoso, in Ponte da Barca, Soajo en Arcos de Valdevez.
Aan de rand van het prachtige nationale park Peneda-Gerês ligt het traditionele dorp Soajo. De schilderachtige huizen en het kleine kerkje creëren een charmant plaatje, maar het staat vooral bekend om zijn indrukwekkende espigueiros: 24 granieten graanschuren die boven op een rots zijn gebouwd. Ze torenen imposant boven het dorp uit. De oudste espigueiros hier dateren uit 1782 en het hele cluster werd gebouwd tussen de 18de en 19de eeuw. Van de 24 die er vandaag de dag nog staan, worden sommige nog steeds gebruikt om maïs in op te slaan.
Je vindt deze typische graanschuren ook in het dorp Lindoso, op slechts 10 kilometer van Soajo. Hier vind je een dorsvloer die bestaat uit 50 espigueiros uit de 17de en 18de eeuw, een uniek cluster in het land. Ze worden nog steeds gebruikt om graan op te slaan dat door de lokale bevolking is verzameld.
De Portugese espigueiros zijn meer dan alleen maar schuren, het zijn ware volkskunstwerken, met een hoge symbolische en historische waarde.
Interessant artikel. We zagen ze tijdens onze rondreizen door Noord Portugal en Galicië. Wist je dat ze ook in Nederland en Duitsland voorkwamen, gemaakt van hout en SPIEKERS genoemd? Dat woord leeft nog altijd voort in het Duitse “speicheren”.