Op São Miguel, één van de eilanden van de Azoren, wordt volop maïs verbouwd. Maïskolven kun je natuurlijk heerlijk op de barbecue leggen, maar op dit eiland hebben ze een andere bereidingswijze gevonden: de dampende geisers!
De Azoren, alle negen vulkanische eilanden, zijn één van de weinige plekken op de wereld waar je natuurlijke geisers tegenkomt. São Miguel, of ook wel het “groene eiland” van de Azoren, heeft er vele. De bevolking benut de dampende bronnen volop. Het zijn toeristische trekpleisters, ze dienen als thermale baden, maar worden ook gebruikt om eten in te koken. Maïs bijvoorbeeld. Mannen gooien de maïs in grote zakken de hete bron in en wachten tot het goed gekookt is. Dan halen ze met een lange, ijzeren stok met een haak de zak er weer uit en verkopen ze de verrukkelijke maïskolven rechtstreeks aan de passerende toerist.
Voor wie geen genoegen neemt met maïs is er ook de Cozido das Furnas. Dit gerecht wordt bereid in de bronnen aan de noordkant van het kratermeer Lagoa das Furnas. Een grote aluminium pan met vlees, aardappelen en groenten wordt in een gat in de grond gestopt en afgedekt met een deksel en een berg zand. Het borrelende, hete water stooft het eten gaar. Zo’n zes uur later wordt de pot uit het water getild en vervoerd naar de plek van consumptie.
Wil je zelf eens zo’n vulkanische stoofpot proberen? Je vindt het dorpje Furnas op zo’n dertig kilometer ten oosten van de hoofdstad Ponta Delgada. Hier kun je de cozida bestellen in bijvoorbeeld restaurant Tonys of O Miramo. En als je dan toch in Furnas bent, kun je meteen een kijkje nemen bij het “huis op de kop”, een bizar staaltje architectuur dat dienst doet als transformatorhuisje.