Kronkelpad: Pakketje?!

“O que, o que?” Het schalt zenuwachtig door de speaker van mijn mobieltje. De achtergrond wordt gevuld met twijfelachtige gekraak van een schakelbak en het grommen van een zware vrachtwagenmotor. Ik zucht in de aanloopt naar een herhaalde uitleg-poging: “TÔH?… TÔH?…” klinkt het vrijwel direct na de “o-que-o-que’s”. Geen tijd voor twijfel, deze man is gestrest en heeft haast.

Ik hoor de motor gieren en beantwoord direct zijn TÔH’s (zoiets als hallo, hallo) die hij vertwijfeld blijft herhalen als ik de eerste woorden spreek. Ik leg voor de zoveelste keer uit waar onze “monte” zich bevindt zodat hij de bestelling af kan leveren waar hij hoort: bij ons op de heuvel. “TÔH?… TÔH?…” Klinkt het weer. Mijn moed zinkt dieper dan mijn schoenen. Poging 385: “Calma, calma” en begin wederom mijn rustige uitleg waar wij te vinden zijn. “O QUE O QUE? (wat, wat?)”, gekraak en brommende motoren. Ineens…… rust, een verbroken lijn.

Ik vrees vreselijke ongelukken. Gekapseisde bestelbusjes, geschaarde vrachtwagens, kippen die kakelend alle kanten op vliegen, een houten hok dat in duizend splinters spasht, een schrale hond die piepend en met de staart tussen de poten een veilig heengaan zoekt en dan: de dreiging van een stil landschap, een schaap dat blatend in de wei staat met links en rechts, in slow-motion, wielen, pakketten en een verdwaasde chauffeur die door de lucht langs haar heen scheren.

Kronkelpad: de Pakketbezorger

“TÔH?… TÔH?…”, hij is er weer. “Kan ik niet het pakket ergens bij een café achter laten?” is de vrije vertaling van zijn vraag. Nee. Het pakket is te groot, te zwaar. Er is betaald tot aan de voordeur. Gemok aan de andere kant “waar moet ik dan zijn?”. Vraagtekens haken aan mijn grijze hersencellen, plukken haar uit mijn hoofd, vertwijfeling. Ik heb net godverd…. drieduizend keer uitgel… en haal diep adem. Dat heeft hij gehoord: geen TÔH’s. Ik vraag waar hij vandaan komt. Evora. Niet uit de buurt, onbekend met de streek. “Je gaat eerst naar Ferreira do Alentejo, dan bij het voetbalstadion (wat een groot woord is voor het trapveldje-met-betonnen-tribune van de lokale club) rechts af richting Gasparões”. Een kreun van herkenning kraakt uit mijn mobiel: “Café Rocha, dan lever ik het daar wel af”. Door stemverheffing en de magische woorden “livro de reclamações” weet ik nog net te voorkomen dat de lijn verbroken wordt.  Voor het klachtenboek is groot respect.

Zwervend door Portugal lijkt het charmant dat veel plattelandswegen geen naam hebben, soms een cijfer. In ieder geval geen Napoleontisch georganiseerd adressensysteem. Onze straat is een genummerde Caminho Municipal. Niemand kent het CM-systeem. De CM 1044 loopt in de meest vreemde kronkels zomaar door een deelgemeente 6 kilometer verderop. Adresstickers worden hier gesierd met onontbeerlijke telefoonnummers en omschrijvingen als: “bij de vierde boom links, naast het witte huis met de rode deur en rechts van de man met de blauwe neus”. Gelukkig worden gps-codes steeds vaker gebruikt. Een enkele, ongelukkige keer tref je een pakket-bezorger uit vervlogen tijden.

“TÔH?…,TÔH?…”, Na nog wat ge-O-QUE wist hij verder te rijden door Aldeia do Rouquenho en daarna, “O QUE, O QUE?…”, rechts af richting Olhas. Nog anderhalve kilometer. Bij de lage gele muur met o-vale-da-mudança draai je rechtsaf de poort door en rijdt naar boven.

Dan: getoeter. Opgelucht verzucht ik: “was Napoleon hier ook maar geweest……..”

“O QUE, O QUE?”


Margriet en Wiro zijn sinds 2006 eigenaar van een uniek stuk Alentejo: o-vale-da-mudança. Wonen doen ze er vanaf 2008. Vind je het leuk om meer over hun te weten of over de vakantiehuizen dan kun je de verhalen lezen die ze publiceren op hun blog “Limonada” of de maandelijks terugkerende blog op Saudade de Portugal, iedere vierde donderdag van de maand.