Diagonaal door Iberië, op zoek naar het verborgen prinsdom. Het seizoen is voorbij. De olijven geplukt. November: vakantietijd! Waar gaan we heen? Even niets en toch alles, vooral géén Portugal. Dat klinkt vreemd op een site over Portugal. Voor ons is vakantie “andereculturen” en “naarhetbuitenlandgaan”. Het wordt een trip diagonaal van Portugal via Spanje naar een verborgen prinsdom. De stilte van “o campo” afgewisseld met Spaans temperament en witte pieken.
We rijden door prachtig glooiend, weids Alentejo richting Spanje. Ferreira, Alvito, Evora, Evora Monte, en overschrijden de grens voor het Spaanse Badajoz. Ik verwonder me over plaatsen die intrigerend klinken en totaal onbekend zijn.
Het geheim van Catalayud
Ineens de tussenstop. Het is donker en gezellig druk op straat. Daarin verschilt Spanje met Portugal. Een zigzag route door de stad eindigt bij Hotel Monasterio Benedictino. Tapas eten bij Lio, de stad komt later, het prinsdom is “vlak bij”.
De volgende dag: de oude stad. Hier en daar wat krimp-signalen: leegstand, verpaupering en vernieuwing, mooie monumenten in Mudéjar-stijl. We dwalen door straten en stegen. Er borrelen vragen boven. Scheefgezakte, gescheurde gebouwen. Er doemen scenario’s op van aardbevingen, een brosse bodem, aardgaswinning misschien? “Het bouwen gaat niet goed in Calatayud” grappen we. Internet bied geen antwoorden.

Mudéjar-stijl in Calatayud
We trekken verder. Prinsdom, here we come. Een slingerweg door de Pyreneeën brengt ons traag naar een ministaatje. We sturen naar Ordino. Veel wintersport, Portugese vrienden gaan hier vaak skyen. We rijden de oostelijke bergflank op waar volgens de routebeschrijving ons appartement moet liggen. Drie keer op en af, 2 keer bellen met de host en we hebben het gevonden. Net als in Portugal heeft Napoleon niet geheerst en ontbreekt er een eenduidig adressensysteem.

Meritxel
De komende dagen vullen zich met “De ontdekking van Andorra”, ministaat, belastingparadijs. We wandelen door sneeuw, bergen, bossen, dalen en dorpen. Pal, Santuari de Meritxell, Canillo en mirador Roque del Quer: een waanzinnig mooi uitzicht op een, deels glazen, panoramaplatform. Het is in de mode, die glazen bodems. We kijken onze ogen uit in het Tabaksmuseum van Sant Julia de Lòria (Andorra blijkt in begin 20ste eeuw een bloeiende tabaks industrie en plantages te hebben gehad… en dito smokkelaars voor hun afzetgebied in Spanje en Frankrijk). We happen cultuur, romaanse bouwkunst en steunen de consumptiemaatschappij door nuttige aankopen waar we zonder mee zouden kunnen. In de parkeergarage van het appartement verhogen we onze uitgavenpost nog eens fors door hard achteruit tegen een vervelend muurtje te rijden. Stom natuurlijk, toch denk ik dat de Andorrese parkeergarageontwerpers hun meetlatten niet evenredig hebben laten meegroeien met de vergroting van de gemiddelde auto uit het Andorrese wagenpark.
We laten de avond er niet door verpesten (wat moeilijker is dan achteruit rijden in een Andorrese parkeergarage). Het was desondanks een aangename dag hoewel ik stiekem toch de G miste in het vierde naamdeel van het die dag bezochte stadje.

kerkje Andorra
Later een tocht naar kerkje Sant Miguel d’ Engolasters. Een tweede poging om Les Bons te vinden in het middeleeuwse deel van Encamp. Een zeer sympathieke Andorrese dame helpt ons de goede richting in door ons de kleine straatjes van het dorp te tonen en ons op het goede pad te zetten naar Les Bons. Er was niet veel van over wat vaker voorkomt bij ruïnes.
We sluiten Andorra af met een lunch bij een vrolijke Colombiaanse en de kokende Andorese. Het werd een gedenkwaardige laatste maaltijd tussen lunch en diner in “la bordeta del poble” met grappige gesprekken in Portugees/Engels/Spaans (wat we dan ook niet begrepen).

uitzicht in de sneeuw
We ruilen de frisse Andorrese berglucht voor de stadse lucht van Madrid.
De wagen in zijn geheel uit de catacomben van Ordino weten te loodsen en, na een half uur te hebben gewacht tot een buslading verdwaasde antieke medemensen het laatste zebrapad van Ordino veilig hadden overgestoken, richting Andorra la Vella. Daar nog even getankt, want Nederlander in hart en nieren en diesel min €0,35.
De fijnstofsleuf in die grenspost heet, hard teruggekeken naar stoere douaniers (een hernieuwde ervaring uit lang vervlogen tijden) en zonder kleerscheuren en controle de toegestane smokkelwaar (1 liter alcohol van 96% en 2 sloffen chesterfield, niet voor onszelf) Spanje ingereden.
Zevenhonderd kilometer later: Madrid. Onze Kuga is tijdens de reis qua omvang kennelijk verdubbeld. De Madrileense parkeergarageontwerpers zijn nog kleiner geschapen qua meetlat dan de Andorrese. Een half uur heen en weer steken en de Kuga staat. Ongeschonden, luchtdicht en hermetisch ingesloten. Welke kolommen ik bij vertrek chirurgisch moet verwijderen zien we wel. Het rondje LaLatina, barretje, bakkie stoof, wijntje ging sneller dan parkeren. We lopen veel de komende dagen, doen een fietstocht met Aimee en…..
De koning en het slachthuis
Op aanraden online tickets besteld voor Palacio Real, om eindeloos wachten in de rij te voorkomen. We stonden eindeloos in de rij. Wat een pracht, praal en historie. Helaas “no pictures allowed”.
Na de overdaad lopend naar het zuiden: Matadero. Een begin 20ste-eeuws slachthuiscomplex. In 1994 heeft de laatste koe er het leven gelaten. Nu is het gerestaureerd voor culturele innovaties.
De kunst van het kijken.

reclamebord Prado
Een dag later weer online-tickets gebruikt om eindeloos in de rij te staan. Het Prado staat vol kunst. Er was geen plaats voor onze jassen.
Jeroen Bosch hing gelukkig op ons te wachten. Het indrukwekkend frisse “De tuin der lusten” is niet helemaal bedolven onder hordes kijklustigen. We kunnen gedetailleerd het werk bestuderen, verbaasd over de vele, vaak moderne details. Toen de hete adem van aanstormende kunstlustigen ons te heet werd en het gedrang van de audio-toeristen en gidsgroepen ons bijna deed vervormen tot macabere en bizarre gedrochten als op het doek zijn we verder de zalen Nederlandse en Vlaamse meesters afgegaan. Wat een feest aan humorvolle en ook gruwelijke details. De voortgang langs de zalen werd een groot pandemonium. Namen en jaartalen uit de schilderkunst buitelde over en door elkaar. Het ene werk nog fraaier dan het andere. De kruiselingse verbanden vormden een onontwarbare knoop in onze ervaring. Uiteindelijk raakte we verstrikt in de plattegrond en kwamen niet meer weg uit de Goya-toren. Goya is niet mijn vriend. De man kan ongetwijfeld schilderen, ik mis het enthousiasme voor zijn werk, evenals de tekstschrijver van de uitleg bij zijn werken: “… technisch gezien is dit knap geschilderd…”.
We verruilen kunst met kijken in dure winkels. De Gran Via, voorbijgangers, een glas witte wijn, huppen en happen in een laatste ronde door La Latina. Baby-hamburgers (ze zijn echt klein, zei de ober. Het zijn ook babyburgers zeiden wij) en mini-taco’s. Het was de avond van de kleine hap.

Merida, Romaans Theater
O-vale-da-mudança roept en Luna horen we al kwispelen. Mérida lonkt als tussenstop, het is twee uur. Nog even wat cultuur. Het Romeins theater en het amfitheater liggen 5 minuten lopen van ons hotel. Het is indrukwekkend. Ik schiet mijn camera vol, mijn batterij leeg. Tijdens het fotograferen, met behulp van mijn zeer flexibele gorilla-pod met zachte voetjes, hoor ik dichtbij iemand Spaans praten. Mijn bezigheden, concentratie en oorafwijking sluiten de wereld buiten. Een gezicht in mijn beeldvlak doet me geschrokken realiseren: het is aan mij gericht. “No tri-pod here”, Spaans bleek zwaar geaccentreerd Engels. Te overbluft voor discussie: “hoe de Hell” kunnen mijn zachte, halfronde rubberen gorilla-tripod voetjes schade aanrichten aan een beschermende houten vlonder, waar vervolgens de eerste de beste cultuurbarbarin in nep bond, netkousen en stiletto-pumps, perforaties in stampt, grover en dieper dan de haastig afgeriste kartelrand van een 2-cents-postzegel uit 1953?
Ik kijk de suppoost niet begrijpend aan en druk af.
Na de theaters dwalen we door de straten. Niet fraai, wel een heel lief stadje (met dank aan Herman Finkers). Er heerst een aanstekelijke en gezellige drukte. We drinken een drankje, eten bij Sybarit en drinken weer een drankje op Plaza de España, het plein der drieJarige prinsjes en prinsesjes. De hummeltjes lopen als houterige robotjes in veel te dikke kleren tussen paraderende trotse papa’s en mama’s, Er is een draaimolen en razendsnelle skaters met lichtgevende wielen. De combi robotjes / skaters lijkt me een ware bezoeking. Ik ben geen paraderende ouder en neem een slok van mijn cerveja.

paraderen op het plein
Na een heerlijke nacht in Vettonia Hotel, ontbeten in het buurtcafé. Nog een trigger: het Romaans Museum, een intrigerend gebouw. Wat een gelukkige keuze. De Spaanse architect Rafaël Moneo heeft 40 jaar geleden een prachtig museum ontworpen voor de opgegraven collectie Romeinse kunst. Het gebouw straalt zijn inhoud uit. Mooi harmonieus, Romeins van opzet, moderne uitstraling. We dwaalden er uren rond.
Met een grote smile naar huis. In Beja onze Luna opgehaald die als een gek kwam aanstormen en allemaal gelukkig weer op o-vale-da-mudanca, klaar om een vol nieuw jaar te genieten van Portugal.

Blij weerzien
Margriet en Wiro zijn sinds 2006 eigenaar van een uniek stuk Alentejo: o-vale-da-mudança. Wonen er vanaf 2008. Vind je het leuk om meer over hun te weten of over de vakantiehuizen dan kun je de verhalen lezen die ze publiceren op hun blog “Limonada” en de maandelijks terugkerende blog op Saudade de Portugal, iedere vierde donderdag van de maand.
Dag Pieter, dank voor je aanvullende tip. Ik kan me voorstellen dat dat een erg mooi museum is. Ik zag een werk van deze impressionist in het Prado: “Chico en la playa”. Dat vond ik erg fraai. We gaan er zeker een volgende keer heen.
Hallo Margriet en Wiro,
Leuk om weer eens iets over jullie belevenissen te lezen. Hierbij nog een aanvulling voor als je ooit nog eens in Madrid komt en daar een leuk klein en vooral overzichtelijk museum wilt bezoeken en vooral je tijd beter wilt gebruiken dan om lang in de wachtrij te staan: Ga eens naar het oude woonhuis van de schilder en kunstverzamelaar Sorolla. Dit kun je ook bereiken met de metro. Maandag gesloten. Hoewel de overheidsmusea voor pensionadas gratis zijn, mag je hier wel betalen omdat het particulier is maar de prijs van € 3 is te overzien.