De Kurkeik: van Boom tot Fles

Ben je blij dat je niet meer ingewikkeld met een kurkentrekker in de weer moet om een fles wijn open te krijgen? Leve de schroefdop? Nou, de Portugezen vinden van niet! Als grootste kurkexporteur van de wereld zit Portugal niet te wachten op flessen wijn zonder kurk. In Portugal zal je ook niet zo snel een schroefdop fles tegenkomen. De meningen op internet zijn verdeeld over wat beter is: kurk of schroefdop. Smaak, milieu, kosten: van alles wordt besproken. Maar laten wij vandaag eens kijken naar de Portugese traditie. Gewoon flessen met een kurk. Hoe komt die kurk in de fles?

Kurk komt van de kurkeik, de Quercus Suber (niet te verwarren met de kurkboom, de phellodendron). Kurkeiken houden van warmte, vandaar dat je de bomen ook alleen in warme gebieden vindt, voornamelijk rond de Middellandse Zee. In Portugal is de kurkeik, samen met de dennenboom, de meest voorkomende boom. De meeste staan in het zuiden van het land, vooral in de Alentejo, maar ook in de Algarve. Het materiaal kurk ontstaat door het verwijderen van de schors van de boomstam. De schors wordt in gedeelten van de boom gehaald, door zeer vaardige mensen die hiervoor speciale bijlen gebruiken, een traditioneel ambacht dat al honderden jaren oud is.

Misschien is het je tijdens een vakantie in het zuiden van Portugal wel eens opgevallen dat alle kurkeiken genummerd zijn? Grote witte getallen die op de stammen geschilderd zijn? Dit zijn de laatste cijfers van het jaar waarin ze geoogst zijn. Zo houden de kurkboeren per boom bij wanneer ze de schors opnieuw kunnen afhalen. Afhankelijk van de kwaliteit kurk waar ze naar op zoek zijn, verschilt de periode die gewacht moet worden. Minstens negen jaar zijn nodig, voordat de schors voldoende is aangegroeid en een nieuwe oogst plaats kan vinden. De schors groeit van binnenuit weer aan, dus dit nummer blijft altijd zichtbaar aan de buitenkant.

Elke kurkeik moet 20 tot 25 jaar oud zijn voordat de eerste kurkschors kan en mag worden geoogst. De eerste kurk die van de eik afkomt staat bekend als maagdenkurk en heeft een harde en onregelmatige structuur. Als de maagdenkurk is geoogst, begint er een nieuwe laag kurk te groeien. De eerste van die nieuwe lagen, die na negen jaar wachten kan worden geoogst, wordt secundaire kurk genoemd.

Kurk wordt duurzaam geoogst en het afstropen van de schors is op geen enkele manier schadelijk voor de boom, indien goed uitgevoerd. De schors groeit volledig terug en krijgt na elke oogst een minder onregelmatige structuur. Een kurkeik kan tijdens zijn levenscyclus tot wel twintig keer veilig worden ontschorst. Dit maakt kurk een onuitputtelijke natuurlijke bron. Een normale boom produceert ruim honderden kilo’s kurk bij elke oogst en overleeft vele generaties. Elk jaar worden nieuwe plantages kurkeiken geplant om ervoor te zorgen dat het productieniveau van kurk wordt gehandhaafd.

Kurkeiken kunnen niet worden gekapt of verplaatst zonder goedkeuring van de regering. Zelden krijgt een boer toestemming om een kurkeik te kappen om plaats te maken voor een gewas dat meer op zou brengen. De eerste Portugese wetten die de kurkeiken beschermen stammen al uit de veertiende eeuw. In het begin van de twintigste eeuw werd het illegaal om kurkeiken te kappen, behalve voor de noodzakelijke snoeiwerkzaamheden of voor het verwijderen van oude, niet-productieve bomen.

De Kurkeik: van Boom tot Fles

Dan nu de wijnkurk. Elke eik geeft genoeg kurk om vierduizend wijnflessen te kunnen afsluiten. Pas na negen jaar is de schors voldoende dik voor een nieuwe oogst, maar pas na 20 à 25 jaar levert de eik de hoge kwaliteit schors die nodig is voor het vervaardigen van wijnkurken. Voor de kurk van champagneflessen duurt dit zelfs nog langer.

Als de kurk is afgehaald gaat het naar de fabriek, waar het wordt gedroogd voor meer dan een half jaar. Soms, als je door Portugal rijdt, zie je deze fabrieken waar grote stukken kurk buiten liggen te drogen op stapels. Na het drogen wordt de kurk gekookt en plat gedrukt. Hierna hangt het er vanaf wat er met de kurk gemaakt moet worden, maar in het geval van de wijnkurken worden de stukken klein gesneden en daarna worden ze gesneden tot hun uiteindelijke vorm. Bekijk dit filmpje maar eens voor hoe het precies gaat:

Meer dan de helft van de wereldwijde kurkproductie komt uit Portugal. Portugese kurk geldt, nog steeds, als de beste ter wereld. De Portugese kurkexport is echter zwaar getroffen door de economische crisis en ook het gebruik van schroefdoppen op wijnflessen helpt niet. Persoonlijk heb ik liever een wijnfles met een kurk. Het hoort toch bij de charme van wijn dat je je best moet doen met een kurkentrekker (en waar heb je anders een handige Portugees voor in huis?!). En wat is een fles wijn openen zonder het ploppende geluid van de kurk? Gelukkig voor de Portugezen is kurk niet alleen nodig voor het afsluiten van een wijnfles. Meer en meer zie je kurk als materiaal in interieurartikelen, kleding en tassen en serviezen. Wat er allemaal mogelijk is met kurk laat ik je een volgende keer zien!