Tussen het eerste begin van de Fado, waarover ik de vorige keer schreef, en de jaren negentig, heeft de Fado een lange ontwikkeling doorgemaakt, maar op dit moment sla ik dat allemaal over om het te hebben over mijn eigen fadogeschiedenis. Ik maakte kennis met de Fado toen ik voor de tweede keer in Portugal was, voor het eerst in Lissabon, eind jaren negentig. We zaten bij een cafeetje, hoorden mooie muziek, en vroegen welke plaat dat was en waar we die konden kopen. Wat we vervolgens ook deden. Zo simpel kan het zijn.
Maar zo simpel was het natuurlijk niet. Er was meer. Ik had al een hele muzikale geschiedenis doorgemaakt. In mijn jeugdjaren hield ik van popmuziek, maar ik zocht wel naar iets met inhoud. Als student kwam ik in aanraking met klassieke muziek en verdiepte me daarin. Later kwam de jazz. Nog later Latijns Amerika: de Mexicaanse mariachi, de Argentijnse tango, de Cubaanse son, de bolero. Zelfs een beetje flamenco. Steeds zocht ik naar de essentie van weer een nieuw genre, en uiteindelijk naar de ziel van muziek. Hoe is het mogelijk dat ik in al die tijd de Fado nog niet ontdekt had? En hoe is het mogelijk dat ik juist in de Fado uiteindelijk die ziel gevonden heb?
Nou, als de allereerste fado die je hoort Amália Rodrigues is, die Foi Deus zingt, dan is het niet vreemd dat je meteen in je hart geraakt wordt. Dat je geen woord Portugees verstaat maakt dan niet uit.
Na die eerste kennismaking bedachten we dat het ook wel leuk zou zijn zo’n echte fadoavond mee te maken, dus op een avond gingen we richting Bairro Alto, en daar kwam al gauw iemand op ons af die ons wel wist te vertellen waar we moesten zijn… Die tweede kennismaking werd echter een grote tegenvaller. We belandden in wat voor mijn gevoel een enorme hal was, met lange tafels, waar de Japanse toeristen per buslading naar binnen gebracht werden. Wij zaten met z’n tweeën aan een klein tafeltje aan de zijkant. We aten iets, en ja, er werd gezongen. Maar zelfs ons beginnelingen was duidelijk dat dit niet kon zijn hoe Fado beluisterd moet worden.
Ik heb toen heel lang het idee gehad dat er twee soorten fadohuizen zouden zijn: die voor de toeristen, zoals deze, en de échte, waar de Portugezen zelf naar toe gaan. De eerste soort is het niet waard om te bezoeken, en voor de tweede moet je toch op z’n minst wel een mondje Portugees kunnen spreken om er welkom te zijn.
Maar mijn verlangen naar deze mooie muziek was gewekt, en gelukkig waren er de CD’s. Er bestonden toen nog platenwinkels in Nederland. Vaak hadden ze een afdeling Wereldmuziek, met een bak Portugal waar je in kon grasduinen. Ik deed dat naar hartenlust, viste er uit wat me interessant leek, en verzamelde zo mijn collectie van en mijn kennis over Fado. En hoewel we in de jaren daarna nog vaak – steeds vaker, eigenlijk – in Portugal waren, bleef de platenwinkel praktisch mijn enige bron voor wat de Fado betreft.
Pas jaren later, toen ik, na de dood van Giny, voor het eerst alleen in Lissabon was, liet ik me weer eens overhalen een fadorestaurant binnen te gaan. Ook dat bleek behoorlijk toeristisch ingesteld, maar het was veel kleinschaliger, en probeerde tenminste de muziek eer aan te doen. (De foto boven dit artikel is daar gemaakt. Ik ben benieuwd of iemand het herkent…) Dit beviel me wel, dus ik kwam er een nog paar keer, en ging ook op zoek naar andere adressen. Mijn idee over de twee soorten fadohuizen kon op de helling. In feite zijn er veel gradaties op de schaal tussen toeristisch en authentiek. Min of meer toeristisch zijn ze eigenlijk allemaal, zeker in en rond de binnenstad (maar zo extreem als die eerste keer heb ik het nooit meer meegemaakt.) En sommige zijn authentieker, “Portugezer” dan andere, maar ze vormen zeker geen geheim genootschap of zo: ook als toerist ben je altijd welkom, zelfs al spreek je geen Portugees. Als je maar komt om naar de muziek te luisteren!
Daarmee waren al twee grote stappen op mijn fadopad gezet: ik had de Fado ontdekt en me erdoor laten verleiden. En ik had de fadohuizen ontdekt, begon er mijn weg te vinden, leerde mensen kennen en werd herkend. Maar de derde stap was de grootste, de meest gewaagde. Degene die ik nooit voor mogelijk gehouden zou hebben: ik ging zelf Fado zingen!
Via via kwam ik in aanraking met Magda Mendes, een Portugese zangeres die al lang in Nederland woont en die naast haar eigen succesvolle carrière ook lessen geeft. In eerste instantie ging ik naar een kennismakingsles, en dat was erg leuk, maar ik besloot toch maar niet op cursus te gaan. Een echt optreden was namelijk ook een onderdeel! Sinds het studentenkoor, waar ik lekker anoniem op de achterste rij stond, had ik alleen nog maar onder de douche gezongen. En dan nu als solist daar gaan staan, met alle ogen op je gericht? Niet mijn ding! Dat bleek ook wel toen ik later mijn angst had overwonnen, en voor het eerst echt op het podium stond. Ik stond niet stijf van de zenuwen, integendeel, ik beefde als een riet en had beide handen nodig om de microfoon vast te houden.
Inmiddels zijn we acht jaar en vele cursussen verder, en hebben we onlangs weer het eerste leerlingenconcert na corona gehad. Plankenkoorts heb ik nog steeds, maar ik ben wat beter gewend er mee om te gaan. En qua zang heb ik bijgeleerd, dat is ook goed voor het zelfvertrouwen. Op mijn YouTube kanaal kun je zien wat ik ervan terechtbracht:
Dit is een fado zoals ik ze graag zing. Mooie gedragen melodie, niet te triviaal qua inhoud, en vooral: niet te veel tekst… Natuurlijk staat TouTube vol met veel betere versies, ook van Amália zelf. Het doel van de lessen is ook niet een carrière als fadista. Het doel is dat ik dichter bij de ziel van Portugal kom, dichter bij de Fado, en misschien wel een beetje dichter bij de essentie van alle muziek. En het doel is ook veel plezier hebben bij de lessen, en de kick van jezelf overwinnen in de spotlight. De volgende maand zijn we weer in Lissabon en zal ik ook daar weer zingen, tussen de Portugezen. Sommige echte zangers, sommige niet beter dan ik, maar allemaal bij elkaar gekomen “opdat de Fado gehoord wordt”. Dát is het doel.
Mijn Fado
Net als de vorige keren heb ik een bestaande fado als titel boven mijn stukje gezet. In dit geval Meu Fado Meu, dat betekent gewoon Mijn Fado. Dat leek me wel toepasselijk, ook al heeft het lied verder niet veel te maken met het onderwerp. Het is een fado van Mariza, een mooi lied, en ze zingt het uiteraard fantastisch. Jammer alleen van dat strijkorkest: dat had van mij wel wat minder gemogen. Luister maar:
Geerten was al bijna 40 toen hij voor het eerst in Portugal kwam. Ondanks deze late start ontwikkelde zich bij hem toch een ernstige vorm van lusomanie. Tegenwoordig (nou ja, nu even wat minder, natuurlijk) komt hij er meerdere keren per jaar, meestal in Lissabon, “para comer peixe e ouvir o Fado…
Beste,
We zijn tussen 28 aug. en 13 sept. in Portugal. Vanuit Lissabon de Westkust naar beneden, vervolgens in het Zuiden tot in Faro.
We zouden u graag eens live horen zingen. Zo mooi, gevoelig dat u dat doet. Bent u dan in Portugal?
Bedankt voor het compliment!
We zullen zeker in het najaar weer een tijd in Lissabon zijn, maar waarschijnlijk pas vanaf eind september.Maar gelukkig zijn er ook in augustus genoeg andere zangers in Lissabon om naar te luisteren!
Waar vind ik jouw youtube kanaal?
hendrik th
PS Zie jij een verband tussen andre hazes en fado?
Als je hierboven op de link naar mijn optreden klikt, moet daaronder ook wel een link staan naar de rest van mijn kanaal. Maar voor de volledigheid, dit zou ook moeten werken: https://www.youtube.com/channel/UCcN1qg63N3ARlKldnpPyfGw
Wat André Hazes betreft: er zijn zeker overeenkomsten tussen de Fado en het Nederlandse levenslied. In de jaren 50 en 60 waren die veel sterker. Willy Alberti en Carlos Ramos hadden meer gemeen dan alleen hun postuur, Eddy Christiani en Max meer dan alleen Madeira…
Vanaf de jaren 70 heeft de Fado een literaire impuls gekregen, dankzij Amália. In het Nederlandstalige lied was er ook wel zo’n soort ontwikkeling, maar bleven het twee gescheiden werelden.
Mijn man en ik hebben 20 jaar gewoond in midden Portugal en uiteraard ook kennis gemaakt met de Portugese fado. Nog altijd geniet ik ervan, we hebben heel wat portugese cd’s verzameld en ook jouw vertolking deed me wat! Bedankt!