Op nieuwjaarsdag reden we voor de eerste keer met de bus van Scheveningen naar Achada. We sliepen op een simpele, stille parkeerplaats langs de snelweg. Hond beneden, wij boven, met drie dekens en een paar uurtjes op de klok. Afgelopen maand hebben we dat busslapen nog eens goed over gedaan.
Weg vol witte ooievaars
We reden via Lissabon richting Vila Nova de Milfontes met een tussenstop in Sines. Rustige wegen, zacht zonnetje, muziekje aan. We ruisten langs kurkbossen, met aan weerszijden van de weg hoogspanningsmasten die gevuld waren met tientallen ooievaarsnesten. Zoveel nesten, dat wij ons afvroegen of de vogels een handje geholpen werden door de Portugezen.
Wat blijkt: de ooievaars worden beschermd en door de boeren gewaardeerd omdat ze gedijen op kleine zoogdieren: kikkers, hagedissen, slangen en kleine insecten. Dat beschermt de bijen die de gewassen bestuiven voor betere oogsten. De populatie witte ooievaars in Portugal is de afgelopen jaren massaal toegenomen. In het verleden zouden ze ’s winters terugkeren naar Afrika, maar nu vinden ze het hele jaar door genoeg voedsel in Portugal. Dat komt omdat ze hun dieet hebben aangepast, ze eten hier nu ook van stortplaatsen waar mensen ze het hele jaar door van junkfood voorzien….
Slapen op de klif
De tussenstop in havenstadje Sines was om even wat te eten. Het dorpje is de geboorteplaats van Vasco de Gama, de beroemde ontdekkingsreiziger die specerijen uit India bracht. We konden geen Indiaas restaurant vinden, maar we waren blij verrast toen we tegen vegan restaurant Veg & Tal aan liepen, waar we konden aanschuiven voor een goed vegan buffet! We zijn niet lang in Vasco’s dorp gebleven, het werd al laat en we moesten nog een stuk rijden. Die nacht installeerden we ons op de camperplaats bij praia do Malhao, bovenop de klif. Pikkedonker! Maar helder, met een hemel vol sterren. Altijd leuk om in het donker ergens aan te komen en de volgende ochtend de omgeving opnieuw te zien. We stonden daar met een stuk of 10 andere wagens, maar ik geloof dat dit terrein in de zomer veel meer bezoekers krijgt. Prullenbakken, houten vlonders, stevige trappen naar het strand. Velden van hottentottenvijg en waanzinnige uitzichten over zee. Het enige wat we misten waren toiletten en een douche – die gaan pas in de zomer weer open.
De volgende ochtend werden we rond zessen gewekt door enthousiaste vissers die hun auto vlak naast die van ons parkeerden. Dat was oké, we gingen met hun ritme en begonnen de dag met een duik in zee (in wetsuit, met surfboard). ’s Middags bezochten we Vila Nova de Milfontes, een vissersdorp dat er net zo charmant uitziet als de naam doet klinken. Met de ligging aan rivier Mira kent het een rijke geschiedenis. Vlakbij was een goede kitesurfplek, waar Jorrit een van de nieuwe boards – vers uit de Portugese fabriek! – kon gaan testen.
En de laatste dag van ons weekend weg ging het weer ongeveer zo. Met nog mooiere golven, aan de andere kant van de baai. Ik wachtte op het moment dat er glitters uit de lucht zouden vallen en dolfijnen uit de golven zouden opspringen, maar dat gebeurde niet (jammer). Voor mij waren het de perfecte condities, en dat je dan maar met slechts twee anderen in het water ligt, da’s wel even andere koek dan Scheveningen of Ericeira. We hopen hier weer snel terug te komen om de kust ook wandelend wat verder te verkennen. En nog meer te surfen, wat trouwens wel steeds wat lastiger gaat. Heeft ook iets te maken met ooievaars. Daarover later meer! 😉
In Vila Nova de Milfontes hebben wij al twee keer de lekkerste dorade gegeten in het strand restaurant
In februari 1985 stond ik met mijn campertje op exact dezelfde klif, in slaap gewiegd door de wind!
Leuk om te lezen, goed geschreven. Wij gaan in augustus naar Vila Nova de Milfontes. Heb er erg veel zin in. Ben er dertig jaar geleden een keer geweest en ik vond het daar prachtig!
Groetjes Annelies
Leuk geschreven weer!
Nice life Milou!