De beroemde ‘descobrimentos’, historische ontdekkingsreizen in de 15de en 16de eeuw, brachten Portugese zeelui naar tot dan toe onbekende plaatsen, wereldwijd. Pedro Álvares Cabral, Fernão Mendes Pinto, Vasco da Gama en vele anderen bezorgden Portugal toen de status van belangrijkste natie ter wereld. De handel met de nieuw ontdekte gebieden bracht ook grote welvaart met zich mee want de meest exotische producten kwamen op de markt in Lissabon en werden van daar uitgevoerd naar de rest van Europa.
De stad ontwikkelde zich in no time tot een kosmopolitische metropool, met een bijhorende immigratie als logisch gevolg. De Rua Nova dos Mercadores werd toen beschouwd als de rijkste straat ter wereld. Koopmannen uit heel Europa mengden zich met handelaars uit Azië, Afrika en Zuid-Amerika. Er bevond zich een veelheid aan winkels, in 1552 waren er 11 boekwinkels, 20 kleding- en textielwinkels, waar fluwelen stoffen, zijde, damast en taft uit Europa, India en het Verre Oosten te koop waren. Er waren winkels gespecialiseerd in de verkoop van Chinees Ming-porselein, ‘apotheken’ die ‘geneesmiddelen’ verkochten, sommige geïmporteerd uit Azië, zoals bezoar, een steen die in het spijsverteringsstelsel van herkauwers wordt gevormd, of hoorn van neushoorns. Deze Fifth Avenue avant la lettre bevond zich achter wat nu het Terreiro do Paço (Praça do Comércio) is, maar ging verloren bij de aarbeving van 1755.
In 2015 verscheen hierover een interessant boek, The Global City – On the streets of renaissance Lisbon, helaas niet meer verkrijgbaar, maar ik had het er toen hier al uitgebreid over. Kwam daarbij het trieste verhaal van de slavernij – in 1578 waren zo’n 20% van de 250.000 inwoners zwart – en je begrijpt waarom Lissabon al heel vroeg een echte multiculturele smeltkroes werd en tot op heden ook is gebleven.
Ook op muzikaal vlak is dit een bepalende factor gebleken voor Portugal. Zonder dit kosmopolitisme zou er op vandaag gewoonweg geen sprake zijn van Fado, noch van Saudade en de vele hieraan te linken artiesten die essentieel waren en zijn voor de Portugese muziekscene. Uit de vroegere kolonies zijn artiesten van allerlei pluimage in Lissabon neergestreken, al dan niet tijdelijk, en hebben met de muziek uit hun geboorteland mee het muzikale landschap in Portugal getekend. Bekende voorbeelden hiervan zijn Tito Paris (die op zijn 19de de Morna meebracht uit Cabo Verde), Mariza (geboren in Mozambique, introduceerde Afrikaanse en Braziliaanse elementen in haar Fado), Boss AC (rapper en pionier van de Portugese hip hop, geboren in Cabo Verde, verhuisde al heel jong met zijn artistieke ouders naar Lissabon) en de groep Buraka Som Sistema (die vanuit Lissabon de Angolese Kuduro muziek internationale bekendheid gaf).
Nog een heel mooi voorbeeld van deze cultuurmix is Aline Frazāo. Ze werd geboren in Angola (1988), uit Angolese ouders, maar een gedeelte van haar familie is afkomstig uit Portugal en Cabo Verde. Deze singer songwriter schreef haar eerste nummers op haar 15de en ruilde als 18-jarige de hoofdstad Luanda in voor Lissabon, om er haar studies af te werken. Na een uitwisseling in Barcelona en een stage in Madrid besloot ze om voor de muziek te kiezen. Ze vestigde zich in Lissabon maar het was in Santiago de Compostela dat ze haar debuut-cd Clave Bantu opnam, elf nummers die ze schreef tijdens haar ervaringen in Angola, Portugal en Spanje. Daarna volgden Movimento en Insular, een mix met veel jazz, bossanova, fado invloeden en Afrikaanse ritmes en teksten beïnvloed door de Angolese literatuur. Voor haar vierde album, het eerder intimistische Dentro da Chuva, trok ze naar Rio de Janeiro en ging er op zoek naar de links tussen de oorspronkelijke Afrikaanse klanken en de hedendaagse MPB (Populaire Braziliaanse Muziek).
Na een ommetje via een soundtrack voor de Angolese film Ar Condicionado kwam recent Uma Música Angolana uit, een plaat die een terugzien met haar band is en waarvoor ze pendelde tussen Lissabon en Luanda, even terug naar haar muzikale roots. Aline produceerde ook de 10 nummers die navigeren tussen verschillende ritmes van Afrikaanse origine, zoals Massemba en Kilapanga uit Angola, Batuku uit Kaapverdië, Soukous uit Congo, Afoxé en Maracatu uit Brazilië. Allemaal klankkleuren die wereldwijd over grenzen en oceanen zijn getrokken en waarmee Aline een nieuw soort imaginair vaderland heeft gecreëerd. Dit vertaalt zich ook in haar gasten: de Duitse celliste Susanne Paul, de Braziliaanse zanger Vítor Santana en zijn landgenote Brisa Marques die de tekst schreef voor een melodie gecomponeerd door João Pires. De Portugese fadozanger Ricardo Ribeiro componeerde de muziek voor een gedicht van Pedro Homem de Melo. Over de plaat zegt ze zelf: “Van al mijn albums is dit misschien hetgene waarin ik me als producer het meest heb vastgebeten, om een sound van verloren grenzen, maar tegelijkertijd diep Angolees, te creëren. ‘Uma Música Angolana’ is ook mezelf, een geluidsuniversum van mixen en vrij improviseren, dansend op een beat die van binnenuit komt, vanuit gevoel. Omdat opnieuw verbinden een noodzaak is…“. Haar laatste worp is een schitterend opus geworden dat, dank zij haar creativiteit, een even uniek als geniaal resultaat heeft opgeleverd.
Tegelijkertijd met het uitbrengen van de CD werd ook de videoclip van een nummer van de plaat voorgesteld. Luanda is een song waarin een sociaal geëngageerde Aline Frazão de dualiteit en ongelijkheid aanklaagt van wat haar geliefde stad is. Een miljoenenstad en hoofdstad van een land waar jarenlange corruptie en machtsmisbruik geleid hebben tot excessen en een extreem contrast tussen arm en rijk. Ze schreef zelf de korte maar krachtige tekst die ik als volgt vertaald heb:
Ik weet niet meer in welke helft ik moet geloven
Wie uit het zuiden komt, kan aan de ene kant
Jouw mooi uitgewerkte dimensie zien
Aan de grens met de zee
Ben jij het mooiste terras van god
Aan de andere kant
Jouw aan zijn lot overgelaten thuis
Die bidt om honger en dood te misleiden
En ik die jou zo zou willen romantiseren
Muse, laat me (willen) blijven in jou”.
Aline Frazão is een van de meest interessante artiesten van de nieuwe generatie Angolese muzikanten. Ze schrijft krachtige teksten met de overtuiging van iemand die droomt van een betere toekomst, maar ook met het geloof dat zij met haar fluwelen stem en een sound die teruggaat naar haar culturele roots die wereld ook kan en zal veranderen. Ze stelde haar nieuwe plaat begin maart al voor in de Rotterdamse zaal LantarenVenster en op 20 april is Lissabon aan de beurt, in het Teatro Maria Matos.
Al een dikke twintig jaar verblijft Geert Brabant jaarlijks een aantal keer in Portugal. Het land, maar vooral zijn inwoners, hebben hem al die tijd echt gepassioneerd. Als ware muziekliefhebber ging hij ook steeds dieper graven in de Portugese muziek scene, wat ondertussen al resulteerde in een paar lezingen hierover (‘Wat als…fado niet bestond’ en ‘Fado in de Lage Landen’). Muziek verbindt immers mensen.