Deel 2: De eerste zeeslagen, bij Bantam en Macau. Portugal en Nederland hebben iets opvallends gemeen: het zijn allebei relatief bescheiden landen met een grote zeevarende handelshistorie. Die handelsbelangen leidden ruim 400 jaar geleden tot gewapende conflicten in verre oorden, die geschiedkundig bekend staan als de Nederlands-Portugese oorlog.
Specerijen, daar ging het om, vier eeuwen geleden. Begeerde handelswaar als kruidnagels en nootmuskaat. Je kunt het je het anno 2022 amper nog voorstellen, maar daar werden toen bloedige zeeslagen om gevoerd, verre kusten bezet en volken geknecht.
Bantam
De eerste slag in de Spice War tussen het Koninkrijk Portugal en de Republiek der Zeven Verenigde Provinciën vond plaats op 27 december 1601 in de baai van Bantam. Een Nederlandse expeditie vloot van vijf schepen, waaronder de Gelderland, de Zeelandia en de Utrecht, nam het onder leiding van Wolfert Harmenszoon op tegen een Portugees eskader onder commandant Furtado de Mendoça.
Die was met een op papier superieure strijdmacht -acht galjoenen en een reeks kleinere schepen- uitgevaren vanuit Goa, de grote Portugese basis op de kust van India. Opdracht: de Hollandse nieuwkomers op de kust van Indonesië de pas afsnijden.
De eerste krachtmeting liep niet goed af voor de gevestigde koloniale macht. De Portugezen werden tot de aftocht gedwongen, met achterlating van drie oorlogsschepen. De basis voor Nederlands-Indië was verzekerd.
Macau
Een jaar later troffen de beide partijen elkaar weer, bij Macau, de Portugese handelspost in zuidelijk China, op een boogscheut van de tegenwoordige metropool Hongkong. Ditmaal waren het de Portugezen die aan het langste eind trokken.
De handelselite uit de lage landen had echter zijn zinnen op de Chinese kust gezet. De Chinese keizer mocht dan weinig belang stellen in relaties met de VOC, het deerde de Hollandse gouverneur-generaal in Azië Jan Pieterszoon Coen niet. De koopman uit Hoorn bedacht een strijdplan om toch voet aan keizerlijke wal te krijgen, middels een verovering van Macau op de Portugezen.
Drama
En zo kwam het dat gedurende drie snikhete dagen in juni 1622 een vloot onder leiding van Cornelis Reijersen de aanval inzette. Na een inleidend bombardement met de scheepskanonnen op het Portugese fort ging een invasiemacht van zo’n zeshonderd man in de sloepen om de oostkust van Macau te bestormen.
Het werd een drama: de aanvoerder van de landingstroepen en zijn tweede man sneuvelden al snel, waarna de aanvallers zich moesten terugtrekken. Op het slagveld bleven 136 gesneuvelden, onder wie 18 officieren, terwijl de verliezen in het Portugese fort op de vingers van een hand te tellen waren.
Formosa
Na de gevoelige nederlaag in Macau trokken de VOC-schepen verder langs de Chinese kust, om op Penghu, een eiland bij de Chinese stad bij Xiamen, kwartier te maken. Er werd een fort gebouwd, maar onderhandelingen met de Chinezen bleven zonder veel resultaat.
Toch kreeg de VOC uiteindelijk een concessie. In 1624 gaf China de firma toestemming om zich op Ilha Formosa te vestigen. Daar werd een stevig bolwerk gebouwd, van Nederlandse klinkers die als ballast dienden op de heenreis van VOC-schepen naar het verre oosten.
Het fort werd Zeelandia gedoopt – het bolwerk bestaat nog steeds, als toeristische attractie op de kust van Taiwan.
–wordt vervolgd-
Hans Moleman is al jaren een trouwe passant in Lagos en omstreken. Eerder was hij correspondent voor de Volkskrant en De Morgen in Afrika en China, waar hij van Luanda via Johannesburg en Maputo tot Macao menige Portugese link tegen het lijf liep.
Reuze interessant! Ik kijk uit naar de volgende bijdrage.