Officieel wonen we tegenwoordig met z´n zessen op de berg. Of, nou ja, tien is accurater: wij vieren, Okki Pepernoot en Zita, de twee poezen, en Hubert de haan met de drie overlevende kippen: Kippetje Tok, Lilly Fee en Punkie. Echter, we krijgen om de haverklap medebewoners. Je zou zeggen, nu de Eco-lodge is afgebrand, dat er weer rust heerst tijdens hoogseizoen, maar niks is minder waar, want met name de zomer is een zeer populair tijdperk om ons gezelschap te houden.
Gisteren was weer zo’n moment: zat ik lekker rustig achter de computer, kreeg ik ineens pal naast me onverwacht bezoek. Ik slaakte nog net geen gilletje toen ik de reuze spin naast me zat, op nog geen arm-lengte afstand. Dit specimen weigerde op mijn verzoek wat verderop te gaan bivakkeren, dus heb ik het potje (in dit geval POT) met deksel truukje toegepast om het spinnen-beest te verhuizen. Die gaat als volgt: Sander roepen; hem wijzen waar de spin zit; hem het potje aangeven; die hij braaf over de spin zet; die er in valt/loopt; om vervolgens de deksel er op te doen, een wandelingetje te maken, en de spin elders, op veilige afstand, weer los te laten. De rust is weder gekeerd, ik kan de draad weer oppikken.
Mieren, ook zulke populaire mede-bewoners. In alle soorten en maten. Het lijkt soms wel of de populatie zich jaarlijks uitbreidt, en ik verdenk ze er sterk van onder onze berg een ondergronds metropool te hebben gebouwd, want de mierensnelwegen worden met de dag drukker bezocht en inmiddels zijn we er door omringd. De kleine exemplaren zijn nog invasiever. Soms vraag je je af hoe het ze lukt om door 3 lagen plastic in een blik alsnog bij de chips te komen, maar ik neem niet meer de moeite om al die mini-miertjes er uit te vissen en eet ze met haar en huid op. Kom ik ook nog eens aan mijn proteïnen…
En dan de duizendpoten, en dan bedoel ik die grote dikke vette zwart-met-geel gestreepte met van die dikke oranje poten, wel duizend stuks. Griezels. Laat die griezels het nou juist heel erg gezellig vinden om ’s nachts bij ons in bed te kruipen! Als je lekker in je diepste slaap verzonken bent, besluit zo’n geval je een liefdesbeetje te geven, bij voorkeur midden in de nacht, waar je acuut klaar wakker van bent. Inmiddels herken ik de liefdesbeetjes wel en sta ik gelijk naast bed. Licht aan, manlief wekken, beest traceren (want die schrikt zich natuurlijk ook rot en verdwijnt al snel ergens tussen de lakens), en daar komt het potjes (of eerder POT) met deksel truukje weer om de deur kijken (inclusief man assisteren met zaklamp).
Dit is een wat moeilijker geval, omdat duizendpoten dankzij hun vele ledematen bijzonder snel zijn en zich het liefst in donkere, onbereikbare plekken verschuilen, en omdat ze zo lang zijn, dus moeilijk in z’n geheel in een potje te kijgen. Maar ja, slapen zonder beet te hebben (en dus weten dat het beest ons wellicht nog een nachtelijk bezoekje kan brengen) is geen optie, dus dat betekent vaak lange, vruchteloze, nachtelijke jachtpartijen en een hoog chagrijnig gehalte. Bedankt, meneer of mevrouw Duizendpoot…
Wespen, die zijn we inmiddels wel gewend. Of eerder: die waren we gewend rond ons eten. Sinds we zelden meer vlees of vis eten, is de invasie wat minder acuut (want daar kwamen we achter sinds we in Portugal wonen: ze komen niet op suiker af, ze willen vlees! Fascinerend om te zien én te horen hoe ze met hun kaken in no time een stuk vlees afknaagden en met zich mee zeulden). Dus die vijf of tien wespen rondom ons eten, ach, daar worden we niet warm of koud van. Dit jaar, echter, hebben ze een nieuwe plek ontdekt, namelijk onze buiten wc cq beerput. Ik vermoed dat er daar heerlijke larven te vinden zijn, want tegenwoordig is rustig op de plee van het uitzicht genieten niet meer aan de orde.
Sander heeft de wc definitief de rug toegekeerd en prefereert de emmer, ikzelf ben er aan gewend geraakt om tijdens mijn dagelijkse boodschap een kolonie wespen rond mijn achterwerk te hebben zwermen. Een beetje uitkijken dat ze niet klem komen te zitten tijdens het afvegen, maar ach, zolang ze me verder met rust laten….Ook de poesjes hebben zich er bij neergelegd dat ze de ruimte moeten delen met wespen, want zodra ze eten krijgen komt de hele wespen gemeenschap zich ook voeden, lekker vlees jongens, traktatie!
Een reuze sprinkhaan hier, een schorpioentje daar, hagedisjes, padden, slangen…we hebben al heel wat voorbij zien komen, en ik vermoed dat er nog velen zullen volgen. Eenzaam zullen we nooit zijn op de Berg…
Elke derde donderdag van de maand vertel ik over ons leven op de berg in de Algarve. Één jaar geleden brandde onze Eco-lodge volledig af tijdens de bosbranden. Op onze facebook pagina kun je ons proces volgen, op weg naar nieuwe dromen.
Herkenbaar die opsomming van alle bezoekers. Vooral aan die duizendpoot heb ik herinneringen. Wat doet dat gemeen pijn. Je staat gelijk naast je bed. Maar…. erg leuk om dit allemaal te lezen. Ik gun je wel een echt toilet. Dat wordt dan genieten!