Ik heb al best veel gezien van Portugal, maar er blijven altijd onbekende plekken over. Zo kreeg ik van Heleen een mailtje over haar reis naar het Parque Natural do Alvão. Hmmm, dat zou ik niet op de kaart kunnen aanwijzen vrees ik. Gelukkig was Heleen bereid verslag te doen van haar beleving van dit stukje natuur in, naar zo bleek, het noorden van Portugal. Vandaag dit verslag. Dan hebben we allemaal weer een plekje om bij te schrijven op onze wish list!
“The big cows are not dangerous” zegt Fatima, die ons informeert over de twee wandelroutes in Parque Natural do Alvão. Haar woorden galmen nog na als we in Galegos da Serra lopen en plotseling oog in oog staan met een achttal koeien. Ze zijn inderdaad groot, maar dat is niet wat ons angst inboezemt. Het zijn hun lange puntige horens die naar voren wijzen. Beelden van achtervolgingen door wilde stieren en koeien schieten door ons hoofd. Gelukkig kijken de koeien ons met vriendelijke ogen aan en lopen ze al zachtjes deinend langs ons heen. Een oudere man met een lange wandelstok loopt achter hen. Even legt hij zijn hand op de rug van de laatste koe. Het is alsof hij die koe wil vertellen dat hij écht wel begrijpt dat het een pittige wandeling omhoog is. Als we elkaar passeren groeten wij hem met een vriendelijke ‘Bom dia’. We krijgen een minstens zo’n vriendelijke groet terug en een brede lach. Het is 11.00 in de ochtend op een frisse, maar zonnige herfstdag in Noord-Portugal.
Een klein uur geleden zijn we gestart met onze eerste wandeling in de heuvels van Parque Natural do Alvão, 17 kilometer ten noorden van Vila Real. Hier geen wijngaarden, maar kale vlaktes gevuld met rotsen en gesteenten in alle formaten, heide, struiken en enkele dennenbossen. De kleine dorpen met hun aangelegde terrassen zijn een oase van groen.
Het startpunt van de 6,5 kilometer lange wandeling wordt met een klein bordje net buiten Agarez aangegeven. De auto parkeren we strak langs een muurtje bij gebrek aan een parkeerplaats. Het eerste gedeelte van de wandeling gaat steil omhoog om daarna in een rustiger tempo te stijgen. Tijdens de klim is er genoeg afleiding. Zo lopen we tussen rotsen door die groter zijn dan wij. In de verte zien we de Vila Real brug over de rivier Congo. Ze oogt sierlijk tussen alle heuvels. Op de grond liggen grote dennenappels. Zij hebben blijkbaar geen last gehad van de grote droogte, die dit jaar heerst in Portugal. De varens wel, hun bladeren zijn bruin en dor. En als we even van het pad afgaan voor een foto, knerpt de grond onder onze voeten. Bij het oversteken van een bijna drooggevallen riviertje, missen we op een haar na de oude watermolen. Deze oude watermolen gaat bijna volledig op in haar omgeving, daar ze van lokale gesteente is gebouwd.
Als we aankomen in Galegos da Serra maken we niet alleen kennis met de koeien, maar ook met het lokale leven in dit gebied. De hellingen zijn bewerkt tot terrassen waar landbouw en veeteelt wordt bedreven. Een vrouw plukt gras met een kleine sikkel, terwijl haar twee honden al blaffend op ons afkomen. Na wat vriendelijke woorden verandert het gedrag van de honden met 180 graden. Ze laten zich heerlijk aaien door ons. Als dank lopen ze een eindje mee, totdat hun eigenaresse hen weer terugroept. Even verderop is een boer bezig met het binnenhalen van de mais. In het dorp zelf zien we de lange, smalle schuurtjes van hout waarin ze worden opgeslagen voor de winter. Op andere velden zien we alleen nog de droge maïsstengels staan. Deze worden later vast weer gebruikt voor iets anders.
Net buiten het dorp komen we een geitenherder tegen. Vanuit de verte horen we al het geklingel van de bellen en zien we hem op het pad lopen. De geiten zien we later. Zij struinen tussen de struiken door en knabbelen aan struiken en heide. Als ze te ver achterblijven, gooit de herder enkele steentjes voor hun voeten. Teken dat ze vaart moeten maken.
Via een breed pad lopen we door naar Arnal. We zien berghellingen vol met gesteente. Het is alsof iemand geprobeerd heeft de berg op te blazen. Dit gebied wordt dan ook wel de chaos van Arnal genoemd. In Arnal zelf bekijken we de vitrinekast met het lokale nieuws. Hierin hangen ook de namen van iedereen die in het dorp woont. Het zijn er niet meer dan 50. Leeftijden staan er niet bij, maar van de verhalen weten we dat veel jongeren vertrekken en de ouderen alleen achterblijven. Niet zo verbazingwekkend als je je realiseert dat een autorit vanaf hier naar Vila Real zo’n 45 minuten duurt.
Na deze eerste pittige wandeling hebben we honger gekregen en besluiten we op zoek te gaan naar een plek om te eten. Op de kaart, die we bij het park kantoor hebben gekocht, staat een klein restaurant genaamd Grão de Ouro. Het ligt vlakbij het meer, van waar onze tweede wandeling start.
Aangekomen bij de plaats, treffen een houten hut met een paar kleine raampjes aan. Ze ligt verscholen tussen de bomen. Zo gesloten als het restaurant en café lijkt, zo vriendelijk zijn de gastheer en -vrouw. Zij serveren geen maaltijden op dit moment, maar hebben wel een caldo verde voor ons met wat brood en kaas. Gretig nemen wij hun aanbod aan. Op een bankje vlakbij de open haard, die zachtjes warmte afgeeft, genieten we van een superverse eigengemaakte soep met stevig brood en lekkere kaas. Niks geen muziek of drukte, alleen de tv staat zachtjes aan met het nieuws. Er is nog één andere bezoeker die een kop koffie zit te drinken. Samen kijken we naar de tv, waar net een nieuwsitem is over de grote droogte in Algarve. Het ontlokt een gesprek tussen de gastheer en zijn gast, die we niet kunnen volgen.
Met een volle buik parkeren we onze auto op de lege parkeerplaats voor de volgende wandeling. Het grote meer is door de droogte geslonken tot slechts een kwart van haar oorspronkelijke grootte.
De tweede wandeling is een wandeling van 13 kilometer. De wandeling begint met een langzame klim door droge velden en langs grote keien, om vervolgens bij een dennenbos uit te komen. Tussendoor zien we ook enkele berken. Als we na een heel eind klimmen en dalen een bocht omgaan, worden we beloond met prachtige vergezichten over het noorden van het park. Verschillende bergen wisselen elkaar af in diverse blauw- en groentinten. Naarmate we verder lopen, verandert het uitzicht telkens een beetje. We kunnen er geen genoeg van krijgen. Zeker niet als we in de verre verte een klein kapelletje op een heuveltop zien staan. Later blijkt dit kapel Senhora da Graça te zijn.
Na de prachtige vergezichten dalen we af naar Bareiro. Hier treffen we nog authentieke stenen huizen aan, welke veelal vervallen en verlaten zijn. Vlakbij staan moderne huizen strak in de verf en gemaakt van beton. Een betere vergelijking tussen de oude en nieuwe tijd is niet mogelijk.
We lopen via een goed geasfalteerde weg verder naar beneden en nemen de afslag naar Lamas de Olo. Het is nu einde van de middag. Vlakbij een beek zien we een vrouw tussen de struiken haar koeien verzamelen. Voor ons loopt een heer met zijn koeien richting het dorp. De koeien hebben niet veel zin om terug te gaan, want hij moet ze regelmatig aanmoedigen om door te lopen. In het dorpje zelf worden we vooral verwelkomd door vele lieve hondjes, die nog even de laatste zonnestralen van de dag aan het oppikken zijn. Bewoners zien we nauwelijks.
Als we het dorp met haar smalle straatjes en oude stenen huizen verlaten, is het laatste gedeelte van de wandeling aangebroken. De wandeling eindigt met een steile klim omhoog richting de parkeerplaats. Er staan nu meerdere auto’s geparkeerd en we zien enkele mensen met hun honden het pad oplopen. Het is voor het eerst dat we andere wandelaars zien. De hele dag waren wij de enige in dit kleine, maar wonderschone natuurpark.
Wil je meer lezen van Heleen? Je kan haar reisavonturen volgen op kapelkatravel.com!
Portugal is een fantastisch land , lekker warm en vriendelijke mensen. Ik ben er 4 keer geweest.
Helemaal mee eens, een heerlijk land is het! ?
We hebben een 3 tal weken door dit gebied gereden en inderdaad “het grote meer” is geslonken tot een plas water. Wat ons opviel is de rotsstenen die voor alles en nog wat gebruikt worden. Zo zien we een man in het zonnetje zitten op één van de erfafscheidingen en vragen hem, in ons beste Portugees, waarom die puntige, smalle hokken dienen. We hadden het alle bij mis, niet voor kippen enz. maar voor mais te drogen en zo gebouwd dat er geen muizen of ratten komen lunchen. Hoe dan ook een prachtige streek voor te verkennen, een streek waar de tijd even heeft stilgestaan?????