Rodrigo Leão en de Wonderbaarlijke Schoonheid van het Leven

Zonder veel aandacht voor het zebrapad, waarop ik zowat halfweg was geraakt, kwam ze de Praça Luis De Camões opgereden, of beter gezegd opgestoven. Daardoor keek ik plots ongewild diep in twee donkere amandelvormige ogen, ingebed in een gezicht, annex kapsel, dat het midden hield tussen de sixties versies van Cher en Tina Turner. Ze reed me net niet omver, een subtiele groet met haar in kant gehulde rechterhand diende als verontschuldiging en weg was ze, in haar kleurrijke outfit op haar fluo groene fiets. “Estranha beleza, vreemde schoonheid…”, dacht ik zo. Onwillekeurig dacht ik terug aan dit tafereel van enkele jaren terug toen ik het meest recente werkstuk van Rodrigo Leão, A Estranha Beleza da Vida, instreamde.

Rodrigo Leão

Deze nieuwbakken gastblogger heeft niet de bedoeling u hier op taalkundige weetjes te gaan trakteren, helemaal niet. Centraal staat bij mij de Portugese muziek en voor alle duidelijkheid: niet alleen fado. Met alle respect -vergis je niet, ik ben ook fan- maar er is in Portugal veel meer moois te beleven dan die mooie fado en dat werd bijvoorbeeld door Salvador Sobral reeds aan de hele wereld getoond. Maar toch moet ik beginnen met dit stukje taal om iets te verduidelijken. Waar men ‘estranha’ meestal gaat vertalen als ‘vreemd’ of ‘vreemdsoortig’, gaat dit bij Rodrigo Leão niet op. Andere recensenten hebben het over ‘eigenaardig’ tot zelfs ‘weerbarstig’, maar voor mij lijkt ‘wonderbaarlijk’ hier de meest aangewezen interpretatie. Als je wilt weten waarom, lees dan rustig verder, het wordt zo meteen duidelijk.

Rodrigo Leão wordt algemeen beschouwd als één van de belangrijkste hedendaagse Portugese componisten-muzikanten. Hij heeft na bijna 40 jaar een bijzonder interessante voetafdruk nagelaten in het Portugese muzikale landschap. Ik ga even terug naar 1982, Rodrigo is dan net achttien geworden en wordt als bassist/toetsenist gevraagd door Sétima Legião, een indie-rock band die ook werkt met traditionele Portugese instrumenten. Daarnaast richt hij in 1985, samen met Pedro Ayres Magalhães, het ensemble Madredeus op. De akoestische aanpak van invloeden uit die muzikale smeltkroes, genaamd Lissabon, leidt tot een unieke sound, gebaseerd op een mix van fado, pop, tango, minimal en world music. De bijdrage van Rodrigo Leão op synthesizer is een belangrijk element voor de aparte klankkleur die de groep typeert. Op de eerste internationale optredens in België, begin jaren negentig, laat Madredeus een onuitwisbare indruk na en al snel volgt internationaal succes met concerten op de grootste podia wereldwijd.

Rodrigo Leão

Tussendoor gaat Leão ook van start met een eigen project, Rodrigo Leão & Vox Ensemble, dat in 1993 met Ave Mundi Luminar een eerste, overwegend muzikale, plaat aflevert. Hij beseft dat de neo klassieke stijl van zijn eigen werk niet kadert in de wereld van Madredeus noch die van Sétima Légião, en als die groep in 1994 opteert voor een langdurige pauze, verlaat hij beide bands en gaat volledig voor een solo carrière.  In 1997 componeert hij de muziek voor het project Os Poetas, waarbij werk wordt gebracht van de grote Portugese dichters met begeleidende muziek. De plaat Entre Nós e as Palavras is zo’n succes dat er ondertussen al enkele heruitgaven zijn gevolgd en ook live wordt het project nog regelmatig hernomen op allerhande poëzie events.

Vandaag de dag, 27 jaar en meer dan 25 albums later, staat Rodrigo Leão op een toppunt in zijn carrière. Op zijn palmares staan platen als Pasión (de plaat van de doorbraak in 2000), Cinema (door het Amerikaanse tijdschrift Billboard uitgeroepen tot één van de beste platen van 2004), O Mundo (2006, zijn definitieve  internationale doorbraak), A Mãe (2009, met platina bekroond na 5 weken op nummer 1 in Portugal), O Espiríto de um País (concert op de trappen van het parlement in Lissabon naar aanleiding van 40 jaar Anjerrevolutie in 2014), en O Retiro (zijn debuut voor Deutsche Grammophon in 2015, samen met het Gulbenkian koor en orkest). Zijn veelzijdigheid etaleert hij ook op verschillende soundtracks, o.a. voor de serie Equador, de film The Butler, die een Oscar nominatie oplevert, en de Netflix documentaire The Edge Of Democracy. De Spaanse regisseur Pedro Almodovar noemt hem “één van de meest geïnspireerde componisten wereldwijd”.

Een rode draad door het werk van Rodrigo Leão is de samenwerking met internationaal gewaardeerde artiesten. Om er maar enkele te noemen: Beth Gibbons (Portishead), Neil Hannon (The Divine Comedy), Stuart Staples (Tindersticks), de Japanse wereldster Ryuichi Sakamoto, Joan as Police Woman en niet in het minst Scott Matthew, waarmee hij een volledig album uitbracht (Life is Long). In eigen land nodigde hij namen als Nuno Guerreiro, Teresa Salgueiro en Lula Pena uit. Met zijn vaste begeleidingsband Cinema Ensemble pikte Leão muziek op uit alle windstreken en mixt hij fado, tango, chanson, pop, folk en klassieke muziek in een uniek concept. Alles wordt bijna filmisch verwerkt tot een melancholisch verhaal, vol warmte en emoties, waarbij de stemmen van de gastartiesten als personages fungeren. Sfeervolle, zweverige passages worden afgewisseld met muzikaal sterk uitgewerkte fragmenten om tot een schitterend geheel te komen.

Recent heeft Rodrigo Leão A Liberdade afgewerkt, een trilogie die alles te maken heeft met de pandemie. Het album O Método bracht hij uit net voordat hij zich, als zovele anderen, verplicht zag van thuis uit te gaan werken. Daarop trok hij zich met zijn familie terug in de mooie Alentejo, waar rust en natuur de inspiratie vormden voor negen nieuwe nummers op de digitale EP Avis 2020, een sfeervol, zweverig en ietwat bevreemdend geheel.

Rodrigo Leão

Tenslotte kwam enkele weken terug A Estranha Beleza Da Vida op de markt. Als een vorm van verlossing na de lockdown, een onbewuste vorm van vergeten, is het deze keer een plaat geworden met, naast de melancholie, veel luchtige, positieve energie, en andermaal een aantal verrassende gasten zoals Kurt Wagner (Lambchop), Martirio, Suso Saiz, Surma en Michelle Gurevich. De diversiteit op de plaat, die bijvoorbeeld ook de frivoliteit van de jaren 50 opzoekt, levert een aantal prachtsongs op die Rodrigo Leão andermaal als een film gemonteerd heeft om tot een uniek eindproduct te komen, een orgelpunt van klankkleuren als afsluiter van deze trilogie. Zelf zei de artiest hierover: “Alles wat er het afgelopen jaar is gebeurd, deed me nog meer nadenken over de smalle grens tussen leven en dood… Ik heb haar (de trilogie, nvdr) ‘Liberdade’ genoemd omdat we een periode hebben beleefd met minder vrijheid in ons dagelijks doen en laten, maar we behielden de vrijheid om te creëren en om erg verschillende muziekstijlen te mixen. Er is een vrijheid die ik altijd al zocht en die erin bestaat niet in één muziektrend gevangen te zitten. Er zit veel cross-over van volkse muziek, klassiek en ‘pop’ in deze drie werken”. Dit doet me eigenlijk ook denken aan een andere interpretatie van het politiek Belgische ‘rijk der vrijheid’. Wat wel vast staat is dat Rodrigo Leão met A Estranha Beleza Da Vida een dijk van een plaat heeft afgeleverd, ‘wonderbaarlijke schoonheid’ als afsluiter van een al even beklijvende trilogie.

Friend of a friend is het eerste nummer op A Estranha Beleza Da Vida, en meteen ook een eerste hoogtepunt. Tekst en stem worden geleverd door de Canadees-Russische singer-songwriter Michelle Gurevich, die vroeger onder de naam Chinawoman door het leven ging. Met haar tragikomische lyrics en rokerige contra-alt wordt ze al eens een vrouwelijke versie van Leonard Cohen genoemd. Voor ze definitief voor haar muziek carrière koos was ze 10 jaar actief in de film industrie en wou eigenlijk cineaste worden. De link met Rodrigo Leão is op die manier dus eigenlijk niet ver te zoeken. Voor wie meer van haar wil horen: ze staat op 25 januari geprogrammeerd op het GIF (Ghent International Festival), voor haar eerste concert ooit op Belgische bodem. Michelle en Rodrigo spelen zichzelf in de videoclip van deze vrolijke song. Het beeldmateriaal, in een productie van Michelle, werd geschoten in hun respectievelijke thuissteden Kopenhagen en Lissabon, zonder dat de twee artiesten elkaar ontmoet hebben voor de opnames.


Al een dikke twintig jaar verblijft Geert Brabant jaarlijks een aantal keer in Portugal. Het land, maar vooral zijn inwoners, hebben hem al die tijd echt gepassioneerd. Als ware muziekliefhebber ging hij ook steeds dieper graven in de Portugese muziek scene, wat ondertussen al resulteerde in een paar lezingen hierover (‘Wat als…fado niet bestond’ en ‘Fado in de Lage Landen’). Muziek verbindt immers mensen.