In de parade van de Portugese wijngebieden, waarin we ons in deze blogreeks momenteel bevinden, hebben we de vorige keer het sprookje van de Alentejo behandeld. Voor deze editie schoot subiet de wijnregio Tejo in mijn gedachte, voorheen bekend als de Ribatejo. Niet zo verwonderlijk dat mijn gedachte in deze richting bewoog, daar de Alentejo en de Tejo qua naam uiteraard enige overlap hebben. Namelijk de Tejo. De Portugese naam voor de langste rivier van het Iberische eiland; de Taag.
De rivier de Taag ontspringt op de hellingen van Muela de San Juan in het oosten van Spanje en wordt gevormd door een kluwen van beekjes en rivieren. Bij de stad Lissabon mondt de Taag als een volwassen rivier uit in de Atlantische Oceaan.
De Taag was vroeger rijk aan goud en hiermee hofleverancier van de gouden scepters van de oude koningen van het Iberische eiland. Tegenwoordig heeft het weinig zin om met een zeef langs de rivier te staan, goud wordt er nauwelijks nog gevonden. Wel lekkere wijn, maar daar later meer over.
Wat betreft de geschiedenis waren het, net als in de Alentejo, meerdere volken uit de oudheid die hier de wijncultuur hebben ontwikkeld. Opgravingen tonen zelfs aan dat, al voordat deze volken hier de wijnstok cultiveerden, er wilde Vitis planten stonden langs de rivier de Taag. De Romeinse historicus Strabo schreef dat de bergvolken die deze regio toentertijd bewoonden helemaal geen interesse hadden in wijn…. Hoe is het mogelijk! Strabo rept ook in zijn Book III over de schoonheid van de wijngaarden van Santarém.
De grote verdelers van wijnbouw in Portugal waren natuurlijk de Romeinen. Er stonden nabij de Taag grote Romeinse landerijen met gigantische wijngaarden. De bodem is hier vruchtbaar en de druivenstok gaf hoge opbrengsten per hectare. Daarnaast was er nog een belangrijke reden om hier druivenstokken aan te planten.
Het vervoer van wijn, via water. Transport over land is door de geschiedenis heen altijd een dure en risicovolle aangelegenheid geweest. Zelfs tot in de late middeleeuwen leert het huishoudboekje van Filips de Stoute ons dat in Frankrijk een klein wijnritje over land vele malen duurder was dan een lange toch over de rivier. De Romeinen wisten dit maar al te goed en maakten veel gebruik van rivieren om de legers in tijden van oorlog en vrede te voorzien van dit gegiste druivensapje. De Romeinse schrijver Plinius schreef zelfs dat er op de Taag ruimte was voor een boot met 10.000 amforen. Of deze er ooit gevaren hebben…?
Als we de geschiedenis verder afdraaien langs de Moren zien we dat de ridderorders en monniken de wijnbouw verder cultiveren. Richting het einde van de Middeleeuwen worden de Engelsen een belangrijke afnemer van wijn uit deze regio. De wijnproductie nam in deze periode toe totdat, net zoals bij de Alentejo, de Markies van Pombal in het midden van de 18de eeuw roet in het eten gooit. De wijnproductie nam af en krabbelde de eeuwen daarna gestaag weer op.
In de 20ste eeuw was het aanbouw areaal flink gestegen, echter werden de meeste druiven gebruikt voor distillaten en wijn van zeer lage kwaliteit. De belangrijkste reden hiervan was de bodem. De bodem was hier zo vruchtbaar en rijk waardoor er gigantische opbrengsten per hectare waren, en grote opbrengsten door een vruchtbare bodem betekent een erbarmelijke kwaliteit van druiven en dito wijn. Niet erg voor de Romeinen, die voegde allemaal soorten kruiden en honing toe aan de wijn. Maar de wijnconsument van de 20ste eeuw had wel behoefte aan pure en smaakvolle wijn.
Eigenlijk werden er, met enkele uitzonderingen daar gelaten, tot aan de toetreding tot de EU in 1986 voornamelijk slechte kwaliteit wijn én druiven bestemd voor distillaten geproduceerd. Net zoals in andere wijngebieden ging vanaf 1986 de geldkraan open voor moderniseringen in de wijngaard en wijnmakerij. Met deze moderniseringen kwamen ook reguleringen. De wijngebieden Campo, Bairro en Charneca werden specifieker afgebakend. In 1989 kregen Almeirim, Cartaxo, Chamusca, Coruche, Santarém en Tomar de status IPR – Indicação de Proveniência Regulamentada – (herkomstbenaming en tevens soort voorportaal voor een DOC status).
In 1997 zag de CVRT – Comissão VitivinÃcola Regional do Tejo – het levenslicht. Hiermee kon de herkomstbenaming DOC  (Denominação de Origem Controlada) Ribatejo niet lang op zich laten wachten. In 2000 kwam er – eindelijk – voor de oude IPR gebieden een DOC status.
Het is voor een wijnregio, die zo lang dramatische wijn heeft geproduceerd, erg lastig om zich te ontdoen van dit imago. De kwaliteit van de wijnen nam de afgelopen decennia aanzienlijk toe, echter, hoe leg je dit aan de consument uit? Proeven natuurlijk. Maar ook een naamswijziging zou aanzienlijk bijdragen om het oude imago van zich af te schudden. In 2008 werd er gekozen voor de meest voor de hand liggende naam; Tejo. De rivier loopt immers dwars door deze regio heen. Een wijnregio vernoemen naar een rivier is zowel in Portugal – Douro en Däo – als daarbuiten met bijvoorbeeld de Rhône en de Mosel geen vreemde keuze. De naamswijziging van Ribatejo naar Tejo werd in 2009 officieel ingevoerd.
De subregio’s van de Tejo zijn vrij makkelijk op te kaart te identificeren. De rivier verdeelt de regio in drie gebieden, het noordelijke gedeelte, het gebied direct om de rivier en het zuidelijke gedeelte. Het noordelijke gedeelte is de Bairro. Het landschap is glooiend tot heuvelachtig en de bodem bestaat voornamelijk uit klei, kalk en leisteen. Wijngebieden als Tomar en Cartaxo zijn gelegen in deze regio. Om de rivier ligt de regio Campo. De bodem is hier zanderig en het klimaat wat meer gematigd vanwege zijn ligging aan de Taag. Hier ligt bijvoorbeeld de wijnregio Chamusca. De regio ten zuiden van de Taag is Charneca. Klimaat is hier overwegend warmer en de bodem droger dan de Bairro. Het landschap is vlak en de bodem bestaat uit zand, keien en wat klei.
Binnen deze drie subregio’s vinden we natuurlijk ook de DOC; DO Tejo. Voor elke van de zes DO gebieden gelden dezelfde regels qua opbrengst per hectare en toegestane druivenrassen. De DO Tejo gebieden zijn Tomar, Cartaxo, Almeirim, Cartaxo, Chamusca en Coruche. Voor witte wijnen is een maximale opbrengst per hectare toegestaan van 90 hectoliter per hectare en voor rode wijn is dit 80 hectoliter per hectare. Hier ligt nog ruimte voor verbetering, want 90 en 80 hectoliter is een serieuze plas wijn. Daarnaast mag je alleen druiven gebruiken die zijn toegestaan in de DO reglementen en moet je minimaal 60 punten scoren bij een strenge kwaliteitstest. Wil je binnen de DO Tejo gebruik maken van de benamingen Reserva of Colheita Selecionada, dan moet je minimaal 65 punten scoren tijdens deze analyse.
Qua druivenrassen is het allemaal niet zo spannend, althans, de regio bezit geen druivenrassen die kenmerkend en specifiek zijn voor de Tejo. In het wit zien we veel Fernäo Pires en Arinto. In het rood Trincadeira en Casteläo. Vele wijnbedrijven maken ook gebruik van autochtone Franse druivenrassen als Sauvignon Blanc, Chardonnay, Syrah en Cabernet Sauvignon.
De Tejo moet zich op het gebied van kwaliteit nog steeds bewijzen. Dit daagt wijnmakers uit om in elk prijssegment de best mogelijke wijn te produceren, zonder concessies. Want ze moeten zich staande houden tussen het geweld van de wijnregio’s Douro, Däo en Alentejo. En hier slagen ze de afgelopen jaren wonderbaarlijk goed in!
De enkele klassieke wijnbedrijven uit de Tejo, waarvan sommige reeds honderden jaren bestaan, maakten altijd al knappe wijnen. De betere wijnen van deze statige wijnboerderijen ontwikkelen zich de afgelopen decennia tot wijnen van grote internationale klasse. Deze wijnbedrijven zoals Lagoalva, Casal Branco en Quinta da Alorna produceren inmiddels cultwaardige wijnen.
Wijnbedrijven met een kortere staat van dienst produceren de afgelopen decennia steeds betere wijnen voor zeer concurrerende prijzen. Bovendien zijn deze wijnen meestal afkomstig van familiebedrijven met kleinschalige wijnbouw. Met ongeveer 8% van de totale wijnbouw aanplant in Portugal gaat de Tejo regio ons de komende jaren nog aanzienlijk verrassen. Want de spirit van de Tejaanse wijnboeren is ijverig. Hier geen 8%, maar de volle 100%! Een belofte die zij graag met u maken.
Mijn kennis over Portugese wijnen komt uit boeken én van mensen. In deze blog wil ik wijnmaker Hernani Magalhães bedanken voor zijn tomeloze kennis over de Tejo regio. Hernani is wijnmaker bij o.a. Vinhos Casal da Fonte, Casa José Repolho en Herdade dos Templários. Waarbij ik tevens eigenaresse Paula Costa wil bedanken van het laatst genoemde wijnbedrijf. Herdade dos Templários, één van die wijnbedrijven die zich de afgelopen jaren ongelooflijk heeft ontwikkeld en prachtige wijnen maakt voor een zeer schappelijke prijs. Wijn in de traditie van de Tempeliers die een belangrijke stempel drukten op de wijncultuur rond de stad Tomar.
Wederom dank voor uw aandacht. Mocht de kennis overdracht van deze blog onvoldoende zijn, dan verwijs ik graag naar een online wijnproeverij over Portugese wijn. De volgende editie is op vrijdag 28 mei.
Geniet van de Portugese wijnen en ik hou mij, zoals altijd, aanbevolen voor vragen en opmerkingen.
Remmer is eigenaar van het Woerdens Wijnhuis en werkzaam geweest in de Portugese wijnwereld. Verder verzorgt hij wijnproeverijen, cursussen en wijnevenementen als de WIJNHall.
bedankt voor deze wijze wijnles, we gaan er zeker rekening mee houden bij onze volgende wijnaakoop.