Compleet Coimbra: Van ‘Weven’ en ‘Klinken’

Ik vertelde misschien al eerder dat we in het atelier van Saco da Baixa in Coimbra (volg ons op Instagram) sinds enkele maanden een traditioneel weefgetouw hebben staan. Elke woensdag namiddag komen er twee dames op leeftijd, zoals ik dus, afkomstig uit het dorp Almalaguês, ons de techniek van het weven uit de doeken doen.

Nu is dit weefgetouw redelijk ambachtelijk ineengestoken met scheve houten stokken en onregelmatige latten. Op maat gemaakt ook voor de redelijk kleine Portugese dametjes: 1.50m tot 1.60m. Tegenwoordig is de Portugese jeugd wat aan het inlopen qua grootte, maar ik heb het hier over de vorige generatie.

Toen het een keer mijn beurt was om te oefenen, ging ik bijna onderuit met de smalle lat onder het zitvlak. Die ligt namelijk los. Om er gemakkelijk in- en tussenuit te komen. Het is niet de bedoeling erop te gaan zitten (wat ik wel deed) maar om ze als een leunpunt te gebruiken. Je moet met je voeten immers drie pedalen kunnen bedienen. Maar niet alleen dat, bij mijn eerste poging, als het gestel wild heen en weer begon te schudden toen ik de draden moest aanduwen, ging het al mis. Ik ben niet zo goed in proportioneren van mijn kracht, zie je. De dames zagen hun toestel al uiteenvallen vrees ik, want er moest gauw een andere kandidaat aan de beurt komen. Met een kleinere gestalte en wat minder brute kracht.

'Weven' en 'Klinken'

Sinds die woensdag heb ik me niet meer gewaagd aan de weefactiviteiten en ze nodigen me ook niet meer specifiek uit. Kwestie van hun weefgetouw te behouden voor de komende generaties, zeker? Ha, ha!

Maar dit gezegd zijnde, in het dorp waar de dames geboren en getogen zijn, werd er afgelopen januari een groot straatfeest georganiseerd met een samenkomst voor doedelzakspelers. Uit beleefdheid en nieuwsgierigheid besloten we die zondag naar ginder te rijden. Onderweg alweer prachtige landschappen, maar vooral bochtige wegen.

Bij onze aankomst klonken er geweerschoten in de nabije heuvels. Om kwade geesten weg te jagen of om de mensen te vertellen dat het feest ging beginnen en dat ze zich moesten reppen? We kregen eerst een gegidste wandeling in het dorp, nadien een lunch met streekeigen gerechten (hutsepot met bonen en vlees, met vooraf soep en nadien Portugese rijstpap), dan bezochten we een museum (lijkt op dat van Bokrijk) en tot slot kregen we een toespraak van een professor van de universiteit van Coimbra. Hij legde ons de geschiedenis uit van het dorp en het belang ervan in het verleden als bevoorradingsbron van voedsel voor de stad Coimbra. Die uiteenzetting duurde wat te lang, maar dat komt omdat Portugezen naar mijn bescheiden mening graag lang spreken. Binnen was het killig en vochtig in de museumkamer. Buiten scheen volop de zon, dus draaiden we wat ongeduldig op onze stoel. Maar onbeleefd wilden we nu ook niet zijn en weglopen was moeilijk want we zaten zoals voorbeeldige leerlingen op de eerste rij.

Toen het uiteindelijk lukte buiten te gaan, zagen we een 200-tal doedelzakspelers kriskras door de straten lopen en hoorden we her en der al iemand zijn instrument stemmen. Er waren geen toeristen, maar de locals kwamen wel van einde en verre uit het Coimbra district. Toen de muzikanten dan het straatconcert inzetten en in stoet door de straten liepen, merkten we op dat er ook redelijk wat vrouwen bij de muzikanten waren, zelfs een dame met baby in draagzak op de borst. Gelukkig had het kind oorbeschermers want een doedelzak kan aardig luid zijn. Het geluid galmde door de smalle straatjes van het anders vast slapende dorp.

Met dit bezoek was mijn nieuwsgierigheid voor de doedelzak gewekt. Toen ik de week erna mijn gitaarleraar Rui vertelde over onze uitstap, wist hij me meteen te vertellen wie de bezieler van de Portugese doedelzakspelers in Coimbra en omstreken was: António Freire.

'Weven' en 'Klinken'

Dan ging het heel snel. Ik ga graag actief op zoek naar niet alledaagse onderwerpen voor mijn blog. Rui stuurde de António een Whatsapp en vroeg een akkoord voor interview met mij. Twee dagen later ontmoette ik de muzikant in één van de toffe bars hier in Coimbra, de Liquidambar op de Praça de Républica.

Ik had een aardige vragenlijst opgemaakt, kwestie van efficiënt te werken. Maar de man vertelde spontaan en heel enthousiast over de doedelzakken in de wereld. Dat was allemaal nieuw voor mij, dus vergeef me als ik een flater sla.

Hij vertelde me dat de doedelzak een zeer oud instrument is dat hoogstwaarschijnlijk vanuit het vroegere Perzië naar Europa is gekomen, dankzij de Romeinen en later nog de Arabieren. In Portugal zouden de eerste doedelzakken reeds geïntroduceerd geweest zijn vóór het christendom. Dus dat de doedelzak met de Kelten naar het vasteland is gekomen, klopt niet. Vervolgens kreeg de doedelzak een rol in de katholieke kerk in Portugal. Soms nu nog tijdens de eucharistievieringen zijn er drie muziekinstrumenten die de consecratie begeleiden: de doedelzak, het orgel en de trompet. Net zoals vroeger.

António wist me veel te vertellen over de verschillende varianten van de doedelzak (gaita). Alleen al in Frankrijk zouden er meer dan 30 verschillende soorten bestaan, afhankelijk van de streek. De verschillen zitten hem o.a. in het feit of de luchtzak, vroeger gemaakt van geitenhuid maar nu meestal synthetisch, opgeblazen wordt via de nek- of de pootopening in de huid van het dier. Een ander verschil is het aantal bourdons (brompijpen) die de grondtoon aangeven. In Afrikaanse landen hebben de doedelzakken soms geen brompijpen, in Schotland hebben ze er drie en in Galicië, Tras-o-Montes (Noorden van Portugal) en Coimbra (centraal) slechts één.

Een ander onderscheid is de positie van die brompijpen. Dat varieert van verticaal, naar horizontaal en naar het schijnt wijzen ze in Vlaanderen diagonaal naar voren. Afbeeldingen van doedelzakken kan je ook vaak terugvinden op antieke schilderijen, o.a. op werken van Pieter Breugel. De schalmei, of de fluit, is gemaakt van hout van buxus. Het aantal gaten in deze fluit kan ook variëren afhankelijk van het land. Op mijn vraag of de doedelzak ook een dansbeat heeft, was het antwoord positief. Hij liet me beelden zien van een dorpsfeest waar dames met kleine pasjes en ronddraaiend met de armen geheven, dansten op de muziek van de doedelzak. Ik wou ook weten of emoties/stemmingen kunnen gespeeld worden. Hier toonde António me dat met de vingers een soort van trillende beweging kan gemaakt worden om stemmingsverschillen aan te brengen. Dus technisch lijkt het ook niet zo gemakkelijk te bespelen te zijn.

Ik wilde graag weten hoe de doedelzak in zijn leven kwam. António vertelde me dat hij rond de leeftijd van 20 jaar de eerste keer in contact kwam met een groep doedelzakspelers in Coimbra. De nogal gesloten gemeenschap van muzikanten (vaders, zonen, neven en ooms) leerden hem de Galicische wijze van musiceren. Daarop besloot António het heft in handen te nemen en als autodidact zijn professionaliteit op te bouwen met de Coimbriaanse speelwijze.

Dan was het tijd voor een korte demonstratie. De doedelzak wordt uit een soort van houten kistje genomen, bestaat uit drie delen en heeft een wit geweven kleed, speciaal ontworpen en gemaakt in Almalaguês ter gelegenheid van het bezoek van de paus aan Lissabon in 2023 waar António doedelzak speelde. Algauw galmde de muziek door één van de kamers in de bar.

De oorspronkelijke groep spelers bestaat niet meer, maar nu is het de beurt aan António om zijn enthousiasme te delen met mannen en vrouwen uit de streek.  Dat lijkt te lukken, er zijn nog steeds kandidaten om dit instrument te leren bespelen, zodat deze traditie gelukkig niet verloren gaat. Tijdens de dictatuur van Salazar leek het er even op dat dit wel zou gebeuren. Maar nu is het opnieuw in, is het fancy, vooral in de dorpen.

In Almalaguês staat er een eveneens een metalen standbeeld op het dorpsplein waarop de doedelzakspeler geflankeerd wordt door twee muzikanten waarvan de ene de tamboerijn bespeeld en de andere een drum. Dit afgebeelde trio verdiende in het verleden de kost door van dorp tot dorp alle feesten te gaan animeren. Het waren beroepsmuzikanten. Het kunstwerk is door een lokaal ambachtsman gemaakt als eerbetoon aan zijn (groot)vader. Als voltijdse beroepsdoedelzakspeler is het jammer genoeg in deze tijd niet meer mogelijk financieel te overleven, zegt António.

António bracht ook oude zwart-wit foto´s van Coimbra uit de jaren ´40 mee waarop de doedelzakspelers zijn afgebeeld. Na twee uren is het tijd om afscheid te nemen en nog enkele foto´s te nemen van António en zijn doedelzak.


Marieleen is sinds augustus 2019 heerlijk “reformada” en heeft dus tijd (en zin) om elke eerste zaterdag van de maand allerlei ontdekkingen in Coimbra te delen. Plus natuurlijk haar enthousiasme en liefde voor de stad! Volg haar op Instagram voor nog meer foto´s van Coimbra en omgeving. Voor een rondleiding of een bezoek aan de stad aarzel niet haar te contacteren via marieleenb.pt@gmail.com.