De Serra do Caldeirão is het belangrijkste gebergte van de Algarve en strekt zich uit van de oevers van de Odelouca tot de ruige plateaus in het noordoosten van de Algarve. Het vormt een natuurlijke overgang tussen de kust en het binnenland van de Alentejo. Hoewel het geen hoog gebergte is (de hoogste toppen reiken tot ongeveer 600 meter), biedt het een uniek landschap dat sterk contrasteert met de drukke kuststrook van de regio. Deze lage bergketen biedt volop glooiende heuvels, diepe valleien, kronkelende wegen en oude rivierdalen.

De drie belangrijkste subregio’s van de Algarve zijn: Serra (bergen), Barrocal (overgang) en Litoral (kustlijn).
De Serra do Caldeirão vormt de grens tussen enerzijds de kust en de Barrocal van de Algarve en anderzijds de vlakten van de Baixo Alentejo. Het is de grootste bergketen in de Algarve en wordt gevormd door de oudste rotsen van de regio. Het hoogste punt ligt in de Algarve, op 589 meter boven de zeespiegel (Pelados). Ondanks die geringe hoogte vormt het een eigenaardig landschap, waar de heuvels doorsneden worden door een dicht hydrografisch netwerk, dat grotendeels bestaat uit tijdelijke waterlopen die vrijwel het hele jaar door ondiep zijn. Het landschap is op verschillende plaatsen dan ook behoorlijk ruig.

Het Caldeirão-gebergte heeft met een territoriaal gebied van 2.428 km2 met duidelijke grenzen (waarvan 843 km2 zeegebied is, met ongeveer 49 km kustlijn), een aanzienlijke invloed op het klimaat. Het blokkeert de noordenwind en beschermt zo de kust van de Algarve tegen lagere temperaturen. Tegelijkertijd blokkeert het de vochtige wind uit het zuiden, waardoor er in het noorden minder neerslag valt. Dit draagt bij aan het mediterrane klimaat aan de kust van de Algarve, met weinig neerslag per jaar en milde temperaturen in de winter. Vlakbij Querença ontspringt de rivier Benémola, een van de weinige waterlopen in de bergen die het hele jaar door water levert.
De natuurlijke vegetatie van de Serra do Caldeirão is overwegend mediterraan en wordt beïnvloed door klimaatvariaties. In de meest westelijke delen van het gebergte overheerst de kurkeik, samen met de Portugese eik en de medronheiro. Op de hellingen vlakbij de Guadiana-vallei is de steeneik het meest voorkomend, samen met de kurkeik, de mastiekboom en de dwergpalm.

De belangrijkste landbouwgewassen in de Serra do Caldeirão zijn droge gewassen, zoals amandel-, johannesbrood- en olijfbomen. Ook worden er fruitbomen, zoals sinaasappel– en mispelbomen, verbouwd in de buurt van de valleien van sommige waterlopen. Wat zoogdieren betreft, is het niet alleen een leefgebied voor de meeste soorten die wijdverspreid in Portugal voorkomen, maar ook voor de Iberische lynx. Het verspreidingsgebied van deze lynx strekt zich uit tot het zuiden, tot aan de Odeleite-dam.
Het Caldeirão-gebergte is niet heel dichtbevolkt, maar wordt al sinds het Neolithicum bewoond. Er zijn diverse sporen van oude bewoners terug te vinden, zo zijn er verschillende dolmens, tholos en overblijfselen van nederzettingen te vinden, zoals Anta da Mealha, nabij Cachopo (gemeente Tavira) of het kasteel van Santa Justa (gemeente Alcoutim). De Arabieren oefenden grote invloed uit in de Serra do Caldeirão. Zij introduceerden amandel- en sinaasappelbomen en liggen aan de oorsprong van het huidige type nederzetting, bestaande uit kleine, verspreide dorpen – de montes. De bevolking van de Serra do Caldeirão leefde eeuwenlang geïsoleerd. Ze gingen zelden naar de kust en muilezeldrijvers brachten nieuws van buitenaf, samen met producten van de kust, zoals vis en zout. Ook vandaag de dag zijn er nog veel sporen van de oude levenswijze te vinden, zoals watermolens, irrigatiekanalen, dammen, windmolens en ovens. De typische huizen van Serra do Caldeirão zijn gebouwd van steen en witgekalkt, met een rieten dak.

De Serra do Caldeirão is ideaal om te wandelen. Er zijn veel gemarkeerde paden en de meeste daarvan zijn toegankelijk voor publiek gebruik. De bekendste hiervan is de Via Algarviana, een lange route die Alcoutim verbindt met Vila do Bispo, over de gehele breedte van de Algarve, en die de volledige lengte van de Serra do Caldeirão doorkruist tot aan de punt van Sagres. Daarnaast zijn er ook verschillende kortere routes en wandelpaden, vaak langs oude molens, verlaten boerderijen en uitzichtpunten. Een van de mooiste periodes om het gebied te bezoeken is in het voorjaar, wanneer alles in bloei staat en het nog niet te warm is. Maar ook in het najaar is het er nog steeds overwegend groen. Door eeuwenlange menselijke ingrepen is het landschap duidelijk minder karakteristiek geworden.

Het is het enige geopark ten zuiden van de rivier de Taag in Portugal. De geschiedenis van het gebied begint ongeveer 350 miljoen jaar geleden. Hoewel alleen het uiterste noordoosten van de bergketen deel uitmaakt van een natuurpark zijn er andere belangrijke gebieden in de Serra do Caldeirão die enige mate van wettelijke bescherming genieten. Waaronder de lokale beschermde landschappen van Fonte Benémola en Rocha da Pena. Het gebied werd in 2019 officieel erkend als een aspirant UNESCO Global Geopark, dat gedeeltelijk samenvalt met het westelijke deel van de Serra do Caldeirão. Momenteel bereidt het gebied het dossier voor om de aanvraag voor het UNESCO Global Geoparks Network formeel te kunnen indienen. Als het project slaagt, krijgt het de naam Geoparque Algarvensis, ter ere van een fossiel dat in de periode 2010-2011 op een van de hellingen van Rocha da Pena werd ontdekt.

Je vindt de Serra do Caldeirão ongeveer 30 á 40 kilometer ten noorden van Loulé en São Brás de Alportel. Het gebied is goed bereikbaar met de auto via de N2 of N124. Openbaar vervoer is er beperkt. Verder is er weinig toeristische infrastructuur dat maakt dat wij er graag komen, het is er zo heerlijk ongerept!











