De afgelopen vijf weken heb ik verteld over mijn fietsavonturen in Portugal. Nu heb ik vandaag nog één laatste aflevering, waarvoor we naar het uiterste noorden van Portugal gaan, namelijk naar de Minho rivier. Hierlangs loopt de Ecopista do Rio Minho, een uitstekend fiets- en wandelpad door een beeldschoon landschap.
De Ecopista do Ria Minho is een fietspad van rond de 37 kilometer, dat eigenlijk is opgesplitst in twee delen. Het eerste stuk, van 12,5 kilometer, hoort bij de gemeente Vila Nova de Cerveira en loopt van het Praia da Mota in Gondarém tot Chamosinhos. Dit stuk wordt de Caminho do Rio genoemd. De daaropvolgende 25 kilometer zijn van de gemeente Valença en gaan van Chamosinhos naar Monção. Dit laatste stuk is, net als de Ecopista do Dão waar ik eerder over schreef, aangelegd over een voormalige spoorweg.
Ik heb zelf maar een klein stuk van deze route gefietst. Er was eigenlijk geen ruimte voor het fietsen in het reisprogramma, maar omdat ik het zo graag wilde zien had ik mijn wekker om zeven uur gezet en een fiets geregeld in de receptie van het hotel. De zon was net op en er was nog niemand op straat. In een heerlijke rust fietste ik naar mijn startpunt, het Parque de Montorros, even buiten Vila Nova da Cerveira. De speeltuin, picknicktafels en het restaurant waren verlaten, maar het was duidelijk dat je hier heerlijk een dagje zou kunnen genieten aan het water.
Ik nam het pad in oostelijke richting en had zo een geweldig zicht op de zon die alsmaar steeg boven de rivier. Vreemd idee dat ik aan de overkant van de rivier Spanje zag liggen. Het Spaanse landschap bestond voornamelijk uit verschillende boomsoorten, die weerspiegelden in het water. Kleine, vlugge vogeltjes schoten uit de struiken naast me en vlogen stukjes met me mee. Toen ik later probeerde te achterhalen welk vogeltje dit was kon niemand het me vertellen.
Bij São Pedro da Torre maak ik kennis met de lokale visserij. Niet dat er al vissers waren, maar de kleine motorboten lagen te wachten in het vlakke water en de netten hingen netjes over een hekwerk. Ze vangen hier lampreien, een riviervis met een nogal bijzonder uiterlijk. Even verderop las ik de namen van de verschillende vissers op de houten huisjes waarin ze hun materialen opslaan. Er leken vrouwennamen tussen te staan, dus ik vroeg me af of het niet de namen van de bootjes waren. Of de lokale vrouwen houden hier ook van vissen.
Op de plek waar een klein eilandje in de rivier ligt liep het pad een klein stukje van de rivier af en het binnenland in. Hier kwam ik dan eindelijk andere mensen tegen, namelijk mannen die in de sloot tussen eiland en vasteland hun hengel hadden uitgeworpen. Ze groetten me vrolijk. Ik fietste nog door tot de romeinse brug, de Ponte Veiga da Mira. Deze brug is onderdeel van de weg die pelgrims nemen naar Santiago de Compostela. Omwille van de tijd durfde ik niet verder, dus draaide ik mijn fiets. Ik dacht dat het saai zou zijn om hetzelfde stuk terug te fietsen, maar het licht viel zo prachtig op alles wat ik voor me zag, dat het bijna voelde als een nieuwe route.
Ik was op tijd terug in het hotel en was blij dat ik de moeite had genomen om vroeg op te staan en een stuk van de Ecopista te fietsen, maar ik baalde stiekem een beetje dat ik niet verder had kunnen gaan. Dat moet dan maar de volgende keer. Dan rijd ik gewoon tot aan Monção en bezoek ik onderweg het ommuurde Valença, de oude stationnetjes, het klooster van Ganfei, de Torre de Menagem (die ook wel de Torre de Belém van de Minho wordt genoemd) en het historische centrum van Monção.