De wind waait warm over ons Alentejaanse land. Nauwelijks hoorbaar, als een schurend scharniertje, beweegt het flesje op en neer. Het is van glanzend bruin glas. Het valt op door het geblikker in het felle zonlicht. Op de korte hals zit een aluminium dopje. Er zit een gaatje bovenin. Het flesje hangt al meer dan 14 jaar aan het verroeste prikkeldraad op de grens van ons terrein. Een bijzonder gezicht, zinloos bungelend aan een hek, ooit de schapen van Abilardo behoedend voor dwalen door de heuvels.
Er is veel gebeurd. We hebben het zacht glooiende terrein gekocht. Abilardo kwam vaak langs met zijn kudde. Kips, ons vuilnisbakkie, joeg ze vol enthousiasme de bush in. Abilardo uitte zijn woede maar het is zijn terrein niet meer. Zijn nieuwsgierigheid bleef. Regelmatig zagen we zijn pick-up op het landweggetje met een snelheid waarvan het wagentje eerder zou omvallen dan vooruitkomen. Zijn onafscheidelijke hoedje net boven het stuur, zijn turende, felle ogen spiedend onze richting in. Soms stuurde hij onze berg op voor een brabbelbabbel of met een dood konijn. Onhandig nam ik het beestje in ontvangst. “Stadse” zag je hem glunderend denken, pakte zijn zakmes en gebood me de twee achterpoten stevig vast te pakken. Ik kan nu een konijn villen.
Zijn schapen kwamen minder vaak, alleen op het lage deel bij de sloot. Als we hem niet gezien hadden, liet hij een teken achter bij de poort, een uit riet gesneden molentje, een zak tuinbonen. Af en toe zien we de kudde op het terrein waar we op uitkijken. Er ligt een weide tussen. Abilardo ’s schapen zijn van zijn kleinzoon. Ik heb hem nooit gevraagd naar het bruine flesje. Hij kan het ons niet meer vertellen…
Nieuwe schapen komen. De kudde van ChicoZé, de goedlachse herder uit het één-straat-gehuchtje Aldeia da Chapinha, altijd in voor een praatje of dolletje. Ondanks dat, lijkt “het herderen” ongezond. Zijn kudde schapen en geiten is van zijn, even enthousiaste, zoon Paolo. Er is een derde kudde, van José. Een goedmoedig dikzakje. Leunend op zijn staf en niet vies van een praatje. Hij zwerft van weide naar weide en houdt de gronden van verschillende eigenaren vrij van overwoekering. Niemand die me kan vertellen van het flesje. Alentejaans is toch niet het Portugees uit de cursus.
Wij bouwden verder aan onze plek. De dorre, stekelige heuvel werd een woonplek. Een gastenhuis, een zwembad, een Cabana, een eigen huis. Een stek waar we aan verknocht zijn, waar we herinneringen maken en faciliteren. Een fraai Alentejaans landschap, bovenop de berg een klein juweeltje voor een relaxed leven en om tijd door te brengen met vrienden, familie en vakantiegasten. We zien er velen regelmatig terug.
Dat relaxte leven viel anders uit, financieel hadden we buiten de crisis gerekend. Er moest iets gebeuren. Ons eigen gastenhuis, Monte da Madeira en Ninho da Cegonha, de 2 vakantiehuizen voor vrienden ontworpen en beheert, leveren niet genoeg op. De Alentejo is een prachtige, onbekende en vergeten provincie. Gevolg: Margriet terug naar Nederland, ik alleen hier. Samen broedend op extra inkomen.
Dat schapenhoeden kent hier een lange traditie, van vader op zoon. Vaak zie je, verscholen onder een grote kurk- of steeneik, oude, golfplaten herdershutten staan. Het is een idyllisch Alentejaans beeld. De vaak eenvoudige choupanas worden met de dwalende kuddes rond getrokken over gestoppeld, zondoorstoofd land. Steeds verder over de eindeloze, gekorte velden, scharrelend naar dat laatste restje graan.
De wonderbaarlijke diversiteit binnen die eenheid van golfplaten fascineerde en inspireerde. Voor ons geen safaritenten, yurts of wigwams die raakvlak missen met ‘Ons Portugese Gevoel’. Wij droomden en mijmerden. De ontwerper/architect in mij schetste, vormde en tekende. Langzaam ontwikkelde zich een plan. Geworteld in een lange traditie van deze natuurlijke, merendeels door schapen bevolkte provincie.
De hutten beschermen tegen zon, hitte, droogte, regen, mist en koude. Een zijn met de omringende natuur, je kudde in de gaten houden en goed voor jezelf zorgen. We voegden er het woord “ comfort” aan toe. Een nieuwe Alentejaanse, liever een typische o-vale-da-mudanca-achtige accommodatie werd geboren. Nuno, onze lokale smid, laste de frames. De afbouw met hout en kurk deden we met vrienden en familie. Twee hutten, genoemd naar oude herders uit de streek. Laat je ons in een onderstaande reactie weten naar wie je denkt dat onze herdershutten vernoemd zijn?
Het bruinglazen flesje bungelt bij onze toegangspoort. Soms flitst een weerkaatste zonnestraal richting herdershut. Het flesje bevatte waarschijnlijk medicatie voor schapen. Ogenschijnlijk onbewust opgehangen of was het voorzienigheid? Een imaginair vaccin om de levendigheid in dit arcadisch Portugal te waarborgen?
Margriet en Wiro zijn sinds 2006 eigenaar van een rustiek stuk Alentejo: o-vale-da-mudança. Ze wonen er vanaf 2008. Vind je het leuk om meer over hun te weten of over de vakantiehuizen dan kun je de verhalen lezen die ze publiceren op hun blog “Limonada”.
Iedere vierde donderdag van de maand lees je hier over hun belevenissen in deze prachtige streek!
Wat een mooi verhaal. Al verder lezend kwam ik erachter dat we bij jullie geboekt hebben. Vooral om de herdershutten. Zoiets aparts in een schitterende omgeving. Het is de 3e keer dat we op vakantie gaan in Alentejo. Maar nu in het voorjaar. Onze huwelijksreis. Na 28 jaar samenwonen!! We hebben er zin in. Tot gauw. José en Piet
Hé José, wat een grappig toeval en dank voor je leuke reactie. We gaan elkaar binnenkort zien, gezellig.
Super mooi verhaal en prachtige hutten hebben jullie gemaakt.Henk en ik zijn dol op Portugal, heel vaak geweest. We zijn net terug van de Algarve: Portimao.In de zomer zitten we w.s. in Silves waar wij op een huis gaan passen voor een aantal maanden. Wellicht komen we eens bij jullie kijken. Fijne dag, Saskia
Dag Saskia, dank je wel voor je complimenten. Leuk om te lezen dat ook jullie zo gek zijn van Portugal. We vinden het gezellig om ervaringen te delen met nieuwe mensen en leuk als jullie langs komen in de zomer.