De Braziliaanse muziek schalt door de speakers. De arena stroomt vol. Het is een hete dag geweest. De betonnen stoelen laten zich voelen. Volwassenen en kinderen staan rijen dik en turen vol verwachting naar het podium. Grote roze, opgeblazen flamingo’s sieren het plankier. Ze flankeren brede banen neerhangende stof die schuin naar voren getrokken zijn. Ze bewegen verleidelijk in de zwoele avondwind die af en toe het openluchttheater in zucht.
Het stadje Aljustrel moet uitgestorven zijn. Iedereen, zelfs uit de wijde omgeving, zoekt een plekje op de stenen banken en in de gangpaden. Kinderen rennen door het midden van de arena. Iedereen is opgetogen. Er wordt gefloten, gepraat, geroepen en gelachen. Het is tien uur in de avond, een half uur geleden zou het beginnen. Achter het decor gonst het van actie. Er is beweging, een glimp van roze veren, lichtflitsen. Het publiek wordt langzaam gek gemaakt. Nóg een half uur verstrijkt, een DJ loopt naar zijn draaitafel. Een stem kraakt in een microfoon. “Muito bem vindo Aljustrel”, hysterisch gejuich is het antwoord. Er wordt gevloten, geschreeuwd en geapplaudisseerd. Woorden volgen, heel veel woorden, dank voor de organisatie, dank aan alle kappers, mode-ondernemers, schoenzaken, opticiens, visagisten, de Gemeente en een hele rij belangwekkenden waarvan ik het bestaan niet eens vermoedde, “bem-vindo ao desfile de moda em dois mil e dezanove em Aljustrèèèèèèèl”. Het publiek is uitzinnig.
Het feestgedruis barst los, Braziliaanse samba-dansers komen met trillende billen het podium op. De verlichtingsmannen staan kwijlend te kijken, de spots blijven uit terwijl de dansers topsport leveren in wie het snelst voeten verplaatst. Dan dringt bij “het licht” door dat de show begonnen is.
Het Brazilië uit Figueira da Foz maakt plaats voor lokale beroemdheden. De mooiste en leukste meiden en jongens van het dorp laten zien wat Aljustrelense kappers en kledingzaken in petto hebben. Vertederende Ohhs en ahhs als kleine João van Marianne en zijn driejarig zusje Anabela de verkeerde kant van het podium oplopen. De jonge mannen in het publiek produceren heimelijk gemompel en bewonderend gefluit als de oudste dochter van Isabel haar lange benen professioneel en ondeugend onder haar lange jurk uit steekt op het draaipunt in de catwalk. Iedereen geniet van dit jaarlijks spektakel. Betrokkenheid en vrolijk groepsgebeuren.
Een dag, een dorp en een sfeer verder.
Het vierkante plein is kleurig uitgelicht. De gevels van het oude gemeentehuis en het naastliggende gebouw van de Filharmonie zijn rood-wit-blauw gestreept. Het podium staart leeg naar een langzaam vollopend plein. Een verkoelend briesje. Geroesemoes, gepraat, een hand geschud, twee kussen, gelach. Herkenning en schouderklop. Mensen ontmoeten mensen. De plastic stoelen zijn bijna bezet. Uit de linker hoek komt zwarte beweging. Jacquets en avondjurken, strijkstokken, glanzend hout en glinsteren zilver. Het loopt keurig geordend het podium op. Het orkest is gearriveerd. Het publiek dempt zijn geluid, er wordt gefluisterd, gewezen, hier en daar nog gezwaaid. De eerste viool zet een A in. Instrumenten beantwoorden in stemming. Dan is het stil. Een zwarte slipjas, een uitbundige krullenbol betreed de lessenaar. Applaus. Krachtige blazers zetten in voor Rossini’s Ouverture van Guilherme Tell, gevolgd door de klanken van Mikhail Ippolitov-Ivanov, Bizet, Moussorgsky en Korsakov. Een doorsnede van de muziek van 2 eeuwen geleden. De dirigent danst en zweeft als het luchtig moet zijn, krachtig gebarend bij zware aanzetten. Een lust om hem het orkest te zien dirigeren. Het publiek luistert ademloos toe. Niet helemaal. Naast me zit een joch van vier. Hij neuriet hardop de hele suite Habanera van Carmen mee. Zelfde hardheid, ingetogen als het moet. Hij heeft er duidelijk vaak naar geluisterd. Er wordt wat geglimlacht om zijn zang. Na een tijdje komt er wat ergernis uit zijn omgeving. Zijn ouders grijpen niet in. De muziek krijgt weer de overhand, de verrassende keuze voor “nacht op de kale berg” van Moussorgsky doet hem definitief verstommen.
De laatste klanken golven weg over het plein. Even is het stil, dan barst het applaus los. Ferreira dankt zijn, voor even teruggekeerde, zoon: Maestro Luís Miguel Clemente . Ooit is hij als jochie begonnen bij de plaatselijke harmonie. Het zweet loopt langs zijn slapen, een grijns op zijn gezicht. Topsport in driedelig zwart. Uitzinnigheid wordt beloond: “ik serveer nog een bonbon, samen met u”. Het publiek wordt klappend ingezet, het orkest speelt. Luis dirigeert orkest en publiek. “Les Toréadors”: klappen en stilte begeleiden suite 5 uit “Carmen”.
Wat zijn de Alentejaanse zomeravonden toch mooi.
Margriet en Wiro zijn sinds 2006 eigenaar van een rustiek stuk Alentejo: o-vale-da-mudança. Wonen er vanaf 2008. Vind je het leuk om meer over hun te weten of over de vakantiehuizen dan kun je de verhalen lezen die ze publiceren op hun blog “Limonada” en de maandelijks terugkerende blog op Saudade de Portugal, iedere vierde donderdag van de maand.
Jammer dat we het niet konden meemaken.
Ha Harry, dat was het zeker. Zeker in de zomer zijn er veel activiteiten hier in de koelere avonden. Wellicht als jullie hier zijn in November, voor de olijvenpluk, zijn er leuke concerten in Beja of in het Casa de Povo van Ferreira do Alentejo.