Van de berg af… Vila Real de Santo Antonio: het einde van de Algarve, of in ieder geval van de oost-west trein verbinding. Het begin van de Grande Rota do Guadiana, die ik heb besloten te gaan lopen. Even van de berg af, even uit die cirkel stappen waar ik voor mijn gevoel sinds de brand in rondjes dool, verloren. Zo gezegd, zo gedaan: tentje mee, matje, slaapzak, wat eten en drinken, en veel, héél veel warme dekentjes om hopelijk de koude winternachten te kunnen overleven. Resultaat: een rugzak die een ton weegt, dat wordt leuk. Zeker tezamen met nul training en schoenen die ik voor het laatst bij mijn vorige wandel-trip, zo’n vier jaar geleden, uit de kast viste. Maar ik heb er zin in!
Ik begin te lopen. Het eerste stuk naar Castro Marim is langs een drukke weg. Hmmmm, ik kwam toch voor de rust? Bij Castro Marim is het markt, ik kan de route nergens vinden. En zoals altijd, goed voorbereid: geen kaart en geen internet. Enkel de namen van de dorpjes waar de route langs loopt. Dus eindig ik wéér langs een drukke autoweg. Inmiddels weegt de tas als lood op mijn rug en beginnen de eerste pijntjes. Deed ik dit vrijwillig? Ik ga maar zingen om de moed er in te houden. En dan, eindelijk, bij dorp drie, na twee en een half uur lopen: het GR15 bordje waar ik zo naar hunkerde. Het pad! Eindelijk rust, de natuur in. Langs geiten boerderijen en door heuvels. Mijn eerste nacht zet ik de tent boven op een heuvel, prachtig uitzicht over de Guadiana in de verte, en de brug naar Spanje. Nog een hele uitdaging om een steenvrij plekje te vinden, maar ik lig!
Dag twee gaat de geschiedenisboeken in als hel. Werkelijk waar mijn hele lichaam doet pijn, zelfs delen waarvan ik niet wist dat ik ze had. Als kers op de taart nog een knallende koppijn toe. En dan gaat het ook nog regenen, waar ik uiteraard niks voor bij me heb. Dát waren niet de voorspellingen! Uit misère zet ik ergens in de bosjes zo goed en zo kwaad als het kan mijn tentje op. Ik lig, met een hoofd die uit elkaar knalt. Dan is de nacht wel heel erg lang! Maar het mooie is: aan alle ellende komt een eind. Op dag drie schijnt het zonnetje, mijn hoofd functioneert weer naar behoren, en de pijntjes nemen langzaam af. Ik geniet! Onderweg: verlaten boomgaarden met de sappigste sinaasappels en mandarijnen; vriendelijke, oude Portugezen die me van koffie en koekjes voorzien, soms stukken langs de Guadiana, dan weer meer inland door de heuvels waar regelmatig het magische geluid van de geitenbellen doorheen zingt. En zelfs het ongekende genot van amandelen, zo van de boom geplukt, gepeld met een steen, mijn buikje in. Alles begint weer te stromen, levensvreugde, ideeën…wat is wandelen toch magisch!
Dag vier huppel ik zowat, ik begin de smaak te pakken te krijgen. Desalniettemin doe ik rustig aan, want het genot zit hem ook in een kopje koffie aan de rivier en een uitgebreide lunch-pauze in the middle of nowhere, alléén, in het zonnetje. Of mijn tentje op tijd opzetten als ik een mooi plekje aan de rivier vind, luisteren naar de symfonie van de vogels bij schemer. De Stilte, de grandioze Natuur.
Maar de Natuur is ook genadeloos. Aan de rivier zijn de nachten zwaar: koud en vochtig, zo vochtig dat het zelfs in de tent begint te druppelen. Het is afzien geblazen, maar steeds meer is er totale berusting in het moment zoals die is, en ook al zijn de nachten lang (om 7 uur lig ik met vijf wollen lagen, muts, handschoenen en sjaal paraat in mijn slaapzak, buiten is het donker en koud; en om 7 uur ontwaakt de dag langzaam weer. De twaalf uur ertussen slaap ik slecht, om de haverklap word ik wakker (van de kou of de pijn), ze vloeien zacht voorbij. Weer een mooi levens-lesje: in acceptatie van het moment ligt de sleutel tot harmonie.
Als ik op dag vijf in Alcoutim aankom, besluit ik door te lopen tot het einde van de Algarve, waar de rivier Vascão de grens vormt tussen Algarve en Alentejo. Het laatste deel van de route in de Algarve is een smal paadje wat pal langs de rivier loopt, soms op steile hellingen, dan weer door vlakke delen, wat vroeger veel door de smokkelaars werd gebruikt om handel te drijven met de Spanjaarden. Het is ruig, groen, en als eeuwig gezelschap kronkelt de Guadiana met je mee.
Vijf dagen lopen, zo’n 90 km. Het zit er op. Ik voel me sterk en gezond, vol energie en vertrouwen. Het wandelen heeft me weer terug gebracht naar mijn kracht, de stilte naar mijn diepste Zijn. Dat neem ik mee terug naar onze berg, waar nieuwe avonturen ons staan op te wachten.
Het komende jaar vertel ik elke 3de donderdag van de maand over ons leven op de berg. Op onze Facebook pagina hou ik de ontwikkelingen bij sinds de branden afgelopen augustus alles wat we in tien jaar hadden opgebouwd verwoestten.