As Praias

Het is zomertijd, vakantietijd dus een prima gelegenheid om het over as praias/ de stranden van Portugal te hebben. Vele mensen kennen Portugal als vakantieland en een uitgelezen bestemming voor strandvakanties, van het noorden tot het zuiden. Waarvan de stranden van de Algarve natuurlijk de meest bekende zijn.

Portugal kent eigenlijk zes kustgebieden: de Algarve, de Costa Vicentina, de Costa Azul, de Costa de Lisboa, de Costa da Prata, en de Costa Verde (van zuid naar noord).

De kust van Algarve daar is de zee nogal kalm, weinig golven, op springtij wil het wel wat golven geven of bij windkracht, maar de golven vind je echt meer aan de overige kustgebieden van Portugal. Hier worden echt het koude zeewater en de golven van de Atlantische Oceaan getrotseerd.

In het zuiden, in de Algarve, zijn er veel stranden met mooie rotsformaties waar je met een boot in kan, of anders vanaf de boot te bekijken zijn. Want niet in alle grotten mag je binnenvaren. Soms kan het zo druk zijn omdat er allemaal boten met toeristen op hun beurt liggen te wachten, dat je pas na heel lang wachten in de grot kan komen. Deze bootkapiteins varen in de zomer heel wat af en aan met toeristen naar de grotten. Het is een wereldje op zich, die ‘kapiteins’ kennen elkaar door en door natuurlijk. De meeste van hen zijn locals die dit iedere zomer seizoen doen. Een paar zijn non-locals, vaak buitenlanders die zich geroepen voelen om dit in de zomervakantie te doen. Ze moeten wel bepaalde registraties hebben om deze grot tours te mogen maken, het is niet zomaar op de ‘bonnefooi’.

Mijn voorkeur in de Algarve heeft de plaats Portimão. Ik heb vele plekken in de Algarve aangedaan, maar Portimão is toch mijn plek. Lagos en omgeving vind ik ook leuk, maar Portimão toch net iets leuker. Het bijzondere aan Portimão is dat het een uitgesproken toeristische deel heeft met grote hotels, pubs en dat soort zaken, maar het heeft ook een heel authentieke Portugese deel. Je kan kiezen dus in welk deel je wilt vertoeven. Een paar bekende stranden hier zijn: Praia da Rocha en Praia do Vau. Uiteraard zijn er veel meer. Ook is er een restaurant in het centrum bij het water, dat de vis zo van de zee aangevoerd krijgt en jij krijgt het daarna zo op je bord…. verser kan het niet. Heerlijk! Verse sardientjes op de barbecue bereid, die geur!!! En de carapau (horsmakreel), het neefje van de sardienen. Sardienen zelf zijn heel vettig en de carapau wat minder vet. Allebei super heerlijk. Naast alle andere vissoorten: polvo, chocos, peixe espada, pargo, dourada, en meer. (Sorry, voor de vegetariers/veganisten onder ons).

Een bijzondere plek vind ik ook Vila Real de Santo Antonio, het puntje van de Algarve, dat grenst aan Spanje. Vroeger kon je alleen met de pond naar de overkant Ayamonte/Spanje nu is er een snelweg (met brug) naar toe. Ik weet nog dat wij een keer bijna net te laat waren om de laatste pond van Spanje naar Portugal (Vila Real de Santo Antonio) ergens rond middernacht, net last minute hebben we die toch gehaald. Want anders hadden we de nacht in Spanje moeten verblijven. En aangezien het hoogseizoen was, was de kans op een hotelkamer erg klein, dus zou het kamer ‘de los choches’ worden (kamer van Hotel ‘de auto’).

Van het ene puntje van de Algarve, Vila Real de Santos Antonio, naar het andere puntje Sagres. Waar Vila Real S/A buurschap heeft met Spanje, heeft Sagres dat met de Atlantische Oceaan. Er is echt een verloop in temperatuur. Is het warmer in Vila Real, het wordt kouder/koeler/killer richting Sagres. Je moet ervan houden.

Tussen deze twee punten heb je veel bekende plekken: Armação de Pêra, Albufeira, Faro, Vilamoura, Quarteira, Carvoeiro, Olhão, Tavira en Praia de Luz bij Lagos (helaas bekend om de verdwijning van Madeleine/Maddy McCain).

Dan heb je het Monchique gebergte, meer binnenland gelegen. Helaas door de vele bosbranden is hier ook een groot deel bos en natuur verwoest. Gelukkig herstelt de natuur zich toch weer na die verwoesting maar het duurt jaren voordat het weer ‘toonbaar’ is en begroeid.

Vanaf Sagres rijd je omhoog naar de Costa Vicentina. Dan de Costa Azul bij Vila Nova de Milfontes en Porto Covo. Het zeewater is hier al wat koeler/kouder. Porto Covo is een heel pittoresk vissersdorpje. En Vila Nova de Milfontes heeft een ruime strand…

Weer wat verder naar het noorden kom je bij de Costa de Lisboa met bekende badplaatsen als: Costa da Caparica (daar ben ik veel geweest in mijn jeugd), Estoril (met zijn Casino, in de oude tijd had het de allure van Casino Royal/beetje Monaco stijl), Cascais, Capuchos, Guincho, Carcavelo. Aan de andere kant van Lissabon, de oever van de Taag, heb je Setúbal met daar een eiland Troia waar je super snel verbrandt door een apart klimaat wat daar is. Sesimbra is ook bekend aan deze kant (bekend om zijn zwaardvis). Over Troia heb ik nog een herinnering, heel vroeger moest je van het ene strandgedeelte in het water naar het andere oversteken. Je moest opletten hoe het getij stond. De overtocht diende plaats te vinden met eb. Een keer, ik was klein meiske, waren we met de oversteek begonnen, mijn ouders en vrienden. Ik liep eerst nog met het water tot mijn knieën. Maar al snel werd het water hoger. En op een gegeven moment gaf ik een gil en begon te huilen, want ik was naar later bleek gebeten door een krab!

Als we bij Lissabon nog verder omhoog gaan dan heb je Ericeira, dat is een mekka voor surfers, wannabe-surfers. Niet te verwarren met Nazare/praia do Norte met haar hoogste surfgolf van 24 meter (2017), waar wereldkampioenschappen surfen worden gehouden. Dit is voor de diehards! Nazaré met haar kabelbaan die je naar de Sítio brengt waar je een pracht uitzicht hebt over de zee. Deze valt onder de Costa da Prata, Zilverkust.

São Pedro de Moel, dat is echt een strand in een baai, lekker beschut, al kan het hier soms flink waaien. Maar dat kan sowieso zomaar ineens gebeuren langs deze hele kust. Gaan we hoger dan komen we bij Santa Cruz uit, dat is eigenlijk een vervolg van deze Atlantische kust –type strand. Dan is er Figueria da Foz, hier worden vaak kampioenschappen beach volleybal en meer van dit soort strandsporten gehouden.

Na Costa da Prata eindigen we met de Costa Verde. De kust en stranden van het noorden waar die in de buurt van Porto en noordelijker onder vallen. Met deze kust heb ik weinig ervaring. Omdat ik al zo verwend ben door de stranden van Algarve en Costa da Prata, kan er weinig aan die strandbeleving tippen. Maar wie wel ervaring heeft, mag het zeggen. Ik heb gehoord dat het zand beetje rul en donker is, terwijl de stranden in de andere costas, (geel) zandrijker zijn. Alleen Carvoeiro is met kiezelstenen, ik kon hier niet echt zandstrand ontdekken…

Lieve mensen ik krijg spontaan zin in een strandvakantie aan de Portugese Atlantische kust, de Algarve mag ook. Voor wie er al is, geniet ze en voor wie nog gaat, of je nou wel aan het strand op een van deze kusten gaat liggen of meer het binnenland opzoekt, geniet en kom lekker opgeladen terug. Je mag er ook blijven van mij……!

Tot de volgende keer, ate a proxima,

x.Edite


De in Portugal geboren Edite dos Santos, woont sinds haar derde jaar in Nederland. Ze werkt hier als voetreflexologe en natuurgeneeskundige. Ze gelooft in een holistische aanpak van klachten en in evenwicht tussen body, mind and soul. Verhalen vertellen en verhalen schrijven doet ze graag. Haar motto is: mooie woorden zijn er om gedeeld te worden.