De machine maakt een schrapend geluid. Ondertussen stijgt er een constante piep boven het gegrom uit: beveiliging tegen ongelukken. Langzaam wordt de heuvel aan de andere kant van ons terrein laagje voor laagje geschaafd. Het begint aardig de contouren van een tafelberg te krijgen. In crisistijd moet je investeren. Wijsheden uit een andere tijd die in de praktijk maar zelden tot uiting komen. De mogelijkheid biedt zich aan, o-vale-da-mudança pakt door, bestemming onbekend.
Het is maart. C19 legt het leven lam. Geen gast die zich buiten de deur waagt, geen machine die aan het werk is. Vrienden verkopen hun agrarisch bedrijf. Een paar prachtige oude olijfbomen willen ze meenemen naar hun nieuwe toekomst. Zeven bomen van minimaal 100 jaar oud, bestemming onbekend. “Mogen ze tijdelijk aan de overkant staan?”. We zijn als toeristisch bedrijf gewent aan logees en hoeven niet lang na te denken. Een kuil is zo gegraven en zo’n boom is zo geplant… mits je het bijhorende machinepark erbij aangeboden krijgt en de mogelijkheden verder benut.

Het Mannetje
Bomen hebben dorst, zelfs na 100 jaar. Onze huidige boorput ligt te ver weg. Het is alweer 14 jaar geleden toen we hem sloegen. Hoe ging dat ook alweer? Grondboor bedrijven liggen hier niet voor het oprapen. Ergens in ons achterhoofd (en in de geschiedenisboeken van OvdM) herinnerde we “ons mannetje”. Een wichelaar uit een dorpje verderop. Zou die nog…? In de archieven vinden we een vaag papiertje, een naam, een nummer. António, in mijn ogen was hij toen al stokoud. We bellen, hij neemt op. De dag daarop pruttelt zijn pick-up onze berg op. Wars van waarschuwingen en zijn riskante C19-leeftijd, gebied hij mij om in de cabine te kruipen. De gedisciplineerde Portugese routine van het mondkapje heb ik nog niet, hij wuift het weg. Samen rijden we de berg weer af, de andere kant omhoog. Hij pakt zijn wilgentenen wichelroede en begint als een razende, ogenschijnlijk willekeurig, doch volgens vooropgezet plan, over het terrein te lopen. Vanuit de verte zie ik af en toe de wichel omhoogschieten. Halverwege de berg blijft hij staan. Een grote kei wordt als markering geplaatst. Locatie Put-II is een feit. De bomen kunnen binnenkort drinken, hopen we. Voor nu nog handmatig wateren.
Inmiddels is onze vergunning voor Put-II binnen. Regelmatig contact met het grondboorbedrijf geeft geen resultaat. “Muito complicado” zegt hij telkens weer: teveel aanvragen.
Tijd om de wichelroede op te pakken, op zoek naar een gaten-boorder zonder complicaties.

Handmatig wateren
Margriet en Wiro zijn sinds 2006 eigenaar van een uniek stuk Alentejo: o-vale-da-mudança. Wonen er vanaf 2008. Vind je het leuk om meer over hun te weten of over de vakantiehuizen dan kun je de verhalen lezen die ze publiceren op hun blog “Limonada” en de maandelijks terugkerende blog op Saudade de Portugal, iedere vierde donderdag van de maand.
Dag, Ik was verrast te lezen dat de oude olijfbomen het overleven om verplant te worden. de bewoners zullen het wel weten he hoe ze met de aanplant kunnen omgaan. Groetjes vanuit Coimbra.
Dag Marieleen, dank voor je reactie. Het is inderdaad verbazingwekkend dat zulke oude bomen een “verplanting” overleven. Inmiddels hebben we geleerd dat olijfbomen zeer sterk zijn en met weinig middelen erg oud kunnen worden. Hier in de streek staan veel bomen die de 1000 jaar wel halen.