Eén van de dingen die ik het allerfijnst aan Lissabon vindt zijn de plotselinge doorkijkjes naar de Taag. Je loopt wat heuvel op en heuvel af door de smalle straatjes van Alfama of de Bairro Alto, neemt een bocht en ja hoor, ineens zie je voor je die blauwe rivier weer glinsteren in de zon. Zo bijzonder is dat! Daarom wil ik vandaag een ode brengen aan de Taag, een ondergewaardeerde rivier, die Lissabon heeft gemaakt tot de heerlijke stad die het nu is.
De feiten over de Taag
De Taag ontspringt in buurland Spanje. Daar noemen ze deze rivier de Tajo. Vanaf de hellingen in de Sierra de Albarracin in het oosten van Spanje stroomt de Taag via Toledo richting Portugal. Gedurende zestig kilometer, ten zuiden van de Portugese stad Castelo Branco, vormt de rivier de grens tussen de beide landen. Daarna heet de rivier de Tejo (spreek uit tèzjoe) en stroomt tot aan de Portugese hoofdstad Lissabon, waar de Taag uitmondt in de Atlantische Oceaan.
De Taag buiten Lissabon
Met meer dan 1000 kilometer lengte is de Taag de langste rivier van het Iberisch schiereiland. Eerlijk is eerlijk, er zijn ook fantastische beelden van deze rivier in Spanje, maar wij concentreren ons natuurlijk op Portugal. Daar kennen we de Taag niet alleen van Lissabon, maar ook van een aantal andere prachtige plekken, zoals het Castelo de Almourol in Vila Nova da Barquinha, het natuurpark Estuário do Tejo ten noordoosten van Lissabon, de wijnroute Rota das Vinhos do Tejo rondom Santarém en het fraaie dorp Constância waar de Taag en de rivier Zezêre elkaar ontmoeten.
De Taag in Lissabon
Wie de hoofdstad van Portugal bezoekt kan niet om de Taag heen. Iedereen zal een kijkje nemen op het centrale plein Praça do Comércio, ook Terreiro do Paço genoemd, en uitkijken over de brede rivier, die eeuwen geleden werd bevaren door de karvelen van de Portugese vloot, op weg naar onbekende continenten. In de verte zie je het enorme Jezusbeeld Cristo Rei met de armen uitgespreid over de Taag waken. En je ziet de prachtige hangbrug Ponte 25 de Abril over de rivier.
Ten westen van het centrum ligt Belém, de aan de Taag gelegen wijk met de belangrijke bezienswaardigheden, die herinneren aan de tijd van de Ontdekkingsreizigers. De Torre de Belém, het monument Padrão dos Descobrimentos en het klooster van Hiëronymus staan allemaal aan de rivier. Je ziet hier vaak zeilboten heen en weer deinen op de golven.
Aan de oostkant van het centrum is de sfeer totaal anders, maar speelt ook weer de Taag de hoofdrol. Op het Parque das Nações, het oude Expo terrein, kan je met een kabelbaan een fantastische rit boven de Taag maken. Hier siert de Vasco da Gama brug het uitzicht, waarmee de Taag overgestoken kan worden naar het zuiden.
Op de Taag
Wil je de Taag echt van dichtbij bekijken? Dan is een boottocht natuurlijk een goed idee. Je kan vanuit Lissabon een boottour maken waardoor je Lissabon van een heel andere kant leert kennen. Wat tegenwoordig ook populair is is het oversteken van de Taag naar de overkant van de rivier, naar Cacilhas. Hier gaan veel lisboetas bijvoorbeeld op zondag lunchen in één van de uitstekende visrestaurants. Oversteken kan met de Transtejo, het transportbedrijf die de verbindingen over de rivier verzorgt.
De Taag en fado
Fadoliefhebbers zullen weten dat de Taag heel veel wordt bezongen. Let maar eens op hoe vaak ze in de fadohuizen van Lissabon over de “rio” zingen of over de “gaivota” (meeuw) die er rondvliegt. Een lied wat je misschien al eens gehoord hebt is “Lisboa e o Tejo” waarin de liefde van de stad en de rivier wordt bezongen. Een mooie afsluiter voor mijn ode aan de Taag!