Je hebt nu denk ik wel een idee wat een pelgrim letterijk en figuurlijk beweegt richting het einddoel in Santiago de Compostela. Maar dat gaat overigens niet vanzelf. Dat heb je inmiddels ook wel begrepen. Ook voor de inwendige mens moet gezorgd worden. Als je per dag zo’n grote afstand gaat lopen, wil je natuurlijk wel met een stevig ontbijt beginnen. Je verbruikt immers tijdens zo’n wandeling van zo’n 20 kilometer per dag behoorlijk wat calorieën.
Overnacht je in een albergue en er is al een keukentje, dan kun je in het gunstigste geval zelf een ontbijt bereiden maar daarvoor moet je dan wel inkopen doen en bijvoorbeeld een kuipje boter en potje jam iedere dag met je mee sjouwen. Dat doe je natuurlijk niet! Dan ga je naar een padaría, een bakkerij waar vaak voor weinig geld koffie of thee te bestellen is met een broodje en een croissantje met aardbeien jam. En neem je er ook nog maar een pastel de nata bij. Kun je weer even vooruit en dat vooruit gaan is nu net de bedoeling van de caminho.
In een hotel is het niet anders. Vaak is er een schrale ontbijttafel in de low budget hotels die je onderweg tegen komt. Een stukje witbrood met wat boter en jam en een kopje koffie of thee. Soms wat yoghurt of fruit en daar moet je het dan voorlopig mee doen. Dus onderweg maar wat bij scoren in een cafeetje of bakkerijtje met een bica of een café com leite. Cappuccino doen we niet aan in Portugal en Spanje tenzij we een luxe Italiaanse koffiemachine zien staan want cappuccino betekent vaak zwarte koffie waarop een berg slagroom uit een spuitbus wordt gespoten.
Tussen de middag is het tijd voor de lunch. De caminho commercie langs de route voorziet in de vraag er naar, het pelgrims menu. Het pelgrims menu vind je niet of nauwelijks op de route van Lissabon naar Porto, maar meer in etablissementen op de centrale route en langs de kust ten noorden van Porto waar ook de toeristen komen. Een bord frites met een hap sla en een soort hamburger. Het menu wordt vaak voor ongeveer vijf euro aangeboden en je krijgt er dan ook nog een drankje bij zoals water, thee, koffie of een huiswijntje. Je kunt natuurlijk ook voor de gefrituurde inktvisringen of sardinhas gaan.
Maar je kunt nog beter een restaurantje binnen lopen dat een ‘menu do dia’ aanprijst op een bord voor de deur. Daar komen de werkende Portugezen lunchen. Die nemen echt geen boterhammen met kaas van thuis mee… Nee, ze gaan allemaal in zo’n restaurant zitten. Dat ziet er vaak niet chique uit – vaak formica tafeltjes en TL verlichting er boven – maar het eten is er super goed want anders zit het er niet iedere dag weer vol. Het menu do dia bestaat uit een voorgerecht (een soepje bijvoorbeeld), een hoofdgerecht (vlees of vis met groenten en vaak frites), en een nagerechtje zoals een taartje (maar kan ook een appel of sinaasappel zijn). Én een drankje er bij, water, een biertje, een huiswijntje. En dat alles voor ergens tussen de 5 en 10 euro. Kom er maar eens om in Nederland.
Dit is overigens te danken aan de voormalige Spaanse dictator, Generalissimo Franco die een wet uitvaardigde dat iedere arbeider van een goed en betaalbaar driegangen menu tijdens de lunchtijd moet kunnen genieten. De Portugezen hebben het ‘menu do dia’ dankbaar geadopteerd en als je als pelgrim weet dat het een uitstekende maaltijd is, dan ga je natuurlijk ook daar voor. Overigens wordt het alleen geserveerd gedurende de werkdagen. In het weekeinde is het anders. Hele families gaan dan samen uitgebreid zitten tafelen en dan zijn de restaurants vaak vol, dus loop je maar door met je rugzak en kijkt of er wat bij een tankstation te scoren valt (als daar überhaupt al wat eetbaars wordt aangeboden). ’s Avonds is er meer plaats voor peregrino’s in de restaurants die open zijn.
Een paar vermeldenswaardige zaken in deze. Onderweg in Rabaçal, twee etappes lopen voor Coimbra, was er weinig te scoren in het enige barretje ter plaatse, behalve de beroemde geitenkaas die daar volop in de regio geproduceerd wordt. De geserveerde kaasplank als diner was zo uitbundig dat we de volgende dag er nog ruim van konden eten tijdens de lunch op een bankje bij een kerkje. De kokkin van het restaurantje had de volgende ochtend overigens voor ons nog een ontbijt bereid met, hoe verrassend, kaas.
Verheugd zagen we op het menu van een restaurant in een wat grotere stad “feijoada“ staan. Als liefhebber van de Braziliaanse keuken ging mijn hart sneller kloppen. Wat een feest. De beroemde zwarte bonen schotel waarvoor ze me midden in de nacht wakker kunnen maken. De teleurstelling was groot toen de blijkbaar Portugese variant “com tripa” vol zat met orgaanvlees -ik zal u de details onthouden. Wij persoonlijk eten weinig vlees en zeker geen orgaanvlees… We hebben de rekening gevraagd, betaald en zijn hongerig vertrokken waarna een hamburger bij een fastfoodgigant hemels smaakte.
Komt u in Porto of noordelijker dan zie je Francesinha op de kaart staan in menig restaurant. Op het plaatje ziet het er appetijtelijk uit. Dat willen we ook wel eens proberen. Allebei een portie por favor. Op het diepe bord ligt een goudgeel gekleurde homp iets, zwemmend in een rode saus en een gebakken ei “on top”. Bij ontleding blijkt het op elkaar gestapeld wit brood te zijn met daar tussen in worstjes en bacon en overgoten met gesmolten kaas. De rode saus is pittig gekruid. Erg smakelijk, maar tegelijkertijd een cholesterol bom en we hebben aan één portie met zijn tweeën meer dan genoeg.
Veelal was onze dag goed als we op de kaart van een restaurant een van de vele bacalhau varianten zagen staan. Je ziet de recepten daarvan vaak op deze website voorbij komen. Heerlijk! Óf de arroz de marisco. Vergelijken met de Spaanse paella is onmogelijk, maar deze rijstschotel van een soort risotto rijst met zeevruchten of alleen met grote garnalen smaakt geweldig. De gewokte spinazie met gebakken uitjes en knoflook maken dit gerecht helemaal af.
Hoe meer je naar de Spaanse grens loopt, des te meer je een niet te versmaden voorgerechtje tegen komt, Pimentos de Padrón, vernoemd naar de Galicische plaats met de zelfde naam op een dag lopen van Santiago, een geroosterde kleine soort pepertjes, gelijkend op groene paprikaatjes, die na bereiding met olijfolie met grof zeezout bestrooid worden. “Para picar“ je pakt er telkens een af van het gemeenschappelijke bord waarop ze geserveerd worden. Een heerlijke zachte en geroosterde smaak, maar pas op ! cuidado !, het is net Russische roulette. In eens heb je er een in de mond die zo heet is dat de plaatselijke Bombeiros onmiddellijk met spoed gebeld moeten worden om de brand te komen blussen.
Op twee verschillende caminho’s ervaren we hetzelfde. Na de helse tocht over de Alto de Portela Grande komen we beneden aan in Rubiães en melden ons bij de eerste de beste slaapplaats die we tegen komen, een soort hostel. Ontbijt zit er morgen bij in maar avondeten wordt niet geserveerd. Daarvoor moeten we naar een restaurant, berg af 3 kilometer verderop. Ik reken snel uit dat het dan ook 3 kilometer terug is en dan berg op. En dat na die ontberingen over de Alto de Portela Grande die nog in de benen zitten… Niet fijn, maar de hongerige maag knaagt. Evenwel voorziet de Caminho in oplossingen. Het restaurant wordt gebeld en niet veel later verschijnt de kokkin in een auto, neemt ons mee naar het restaurant, bereidt ons een maal en na afloop worden we netjes weer terug gebracht. Alles voor 10€ per persoon. Service with a smile. 🙂
Ook tijdens de kustroute die we in 2018 lopen, maken we dit zelfde mee. Kom er maar eens om in Nederland. Nog een laatste opmerkelijke zaak. De lezers onder u die regelmatig in de Algarve verblijven kennen natuurlijk het gerecht Frango Piri Piri, kip met hete pepersaus. Heerlijk. Op elke hoek van de straat aldaar is het te bestellen in de restaurants. Hoe meer men noordwaarts reist evenwel, des te minder men het tegenkomt op de menukaart van de eetgelegenheden. We dachten altijd dat het een Portugese nationale schotel was maar niets is minder waar. In Lissabon vinden we het slechts een keer op de kaart van een restaurant en eerlijk is eerlijk, het smaakt uitstekend én naar meer, maar tot onze verbijstering komen we het daarna richting het noorden niet meer tegen, nergens. Desgevraagd wordt het afgedaan als voer voor toeristen in het zuiden. Oh!
Até mais,
Tot de volgende keer
Albert Weterings liep vijf keer als pelgrim door Portugal naar Santiago de Compostela. Naast pelgrim is hij vrijwilliger/taalmaatje en onderwijst, met zijn kennis van de Portugese taal, het Nederlands aan met name inburgerende Brazilianen op Goeree Overflakkee. Verder heeft hij een grote passie voor Braziliaanse Bossa Nova en Samba muziek en produceert muziek video’s.
Erg leuk om het verslag over de Portugese restaurantjes te lezen. Na 20 jaar in Portugal te hebben gewoond, afwisselend met Nl, liep het water me weer in de mond. Heerlijke en betaalbare etentjes. In Nl laat je dat wel uit je hoofd!
Albert wat een heerlijk verhaal.Ik krijg meteen trek alleen al hoe je de maaltijden beschrijft. Tot het volgende verslag.
KeepSmiling,Jan
Dank voor uw reactie
Ik herinner mij een restaurant O rei dos frangos in Coimbra maar dat is de enige op de caminho Português route vanaf Lissabon tot Porto
Ten noorden van Porto op de caminho route zijn deze restaurants niet te vinden ze zijn ons tenminste niet opgevallen en als ze er al zijn moeten ze in de grotere plaatsen zijn zoals Barcelos, Ponte de Lima , Viana do Costelo Esposende Vila Praia de Âncira of Caminha
Ik heb nog even hun website geraadpleegd maar iren noorden van Coimbra zijn er geen restaurants van hen te vinden.
Churrascura of Rei dos Frangos vindt je in heel Portugal en hebben standaard kip piri piri of Frango assado in hun assortiment.Gewoon even een lokale inwoner vragen naar de dichtsbijzijnde.Trekken zelf veel met de camper door heel Portugal