“Inspire: subir, expire: descer, inspire: subir, expire: descer, inspire: subir, expire: descer”, Jorge herhaalt de woorden in monotone eenvoud, mijn ademhaling volgt. Het mantra-achtig ritme doet me bijna wegzakken in onmetelijke vergetelheid, maar mijn lichaam is vervormd in een vreemde en wrede Gordiaanse knoop. Ik lig in een onmogelijke houding. Een grote teen steek in mijn rechteroor, ik ruik het uitgebroken zweet onder mijn linker oksel en de hak van een van mijn voeten priemt vervaarlijk pijnlijk in mijn lies, ergens onder mijn navel. De ondergrond is zacht, dat dan weer wel.
Mijn hersenen maken een ander reisje en vragen zich af hoe het in godsnaam zover gekomen is. Wat ging er mis. Vaag herinner ik me de dagen, niet eens zo heel lang geleden maar voor C19, dat ik drie keer per week met Marco naar de Portugese sportschool ging. Drie avonden per week trainen in de catacomben van het grote sportcomplex in Aljustrel. Twee knullige beginners, hangend aan kettingen en touwen van gerecyclede apparaten van martelachtige omvang, met ondermaatse gewichten en meewarig gadegeslagen door gespierde kleerkasten die duizend jaar jonger zijn en een triljoen meer kilo’s heffen. We voelen ons cool.
Voordeel van een blanco start en goed, stimulerend gezelschap: de kilo’s vliegen eraan. De eerste oefeningen die “Meester Dinis” ons laat doen kunnen al snel verzwaard worden. Extra gewicht aan de kettingen, vaker herhalen, steviger oefenen. De kleerkasten worden vriendelijker nu we regelmatig de sportschool bezoeken. Leuke gesprekken, nieuwe weetjes, gedeelde ervaringen: het is een deel van m’n Portugese leven hier. Zowel Marco als ik rijden er graag 3x wekelijks 20 km voor op en neer. Soms speel ik met de gedachte om met de fiets de bijna halve marathon te doen bij wijze van warming-up en cooling-down. Zover komt het niet. Portugal is geen fietsland. Fietsen is voor de armen, de weg is ’s avonds donker en onoverzichtelijk en de sportschool heeft een loopband.

“neem je de fiets of niet?”
Bam, corona! De sportschool sloot hermetisch. Marco vertrok. Het werd stil. De sportschool ging nooit meer open. Aan de slag met waterflessen, gewichten en ander gedoe. Stimulerend gezelschap werd gemist, de motivatie dreigde in te zakken.
Pilates komt voorbij. Nu lig ik twee keer per week in een ander zaaltje van een ander stadje onmogelijke oefeningen te doen. In plaats van gespierde kleerkasten zie ik frêle dames om me heen met meer souplesse dan een gemiddelde theedoek. Eenvoudige voorwerpen als een bal, stok of stoel blijken ineens geprononceerde pijntuigen te zijn. Het schijnt te helpen bij de zoektocht naar mijn diepe spieren. De dagen erna heb ik ze gevonden: als een oude man rol-val ik mijn bed uit. Spierpijn overmant me.

”iets met waterflessen, gewichten en ander gedoe”
“Inspire: subir, expire: descer, inspire: subir, expire: descer, inspire: subir, expire: descer”. Ik krijg m’n ademhaling onder controle, het komt goed echoën mijn hersenen.
Margriet en ik (Wiro) zijn sinds 2006 eigenaar van een uniek stuk Alentejo: o-vale-da-mudança. We wonen er vanaf 2008. Vind je het leuk om ons spoor te volgen of meer te weten over de vakantiehuizen, dan kun je de verhalen lezen die we publiceren op onze blog “Limonada” en de maandelijks terugkerende blogserie “kronkelpad” op Saudades de Portugal, iedere vierde donderdag van de maand. Ik vind het erg leuk als je hieronder een reactie plaatst.
Hi Wiro, het is weer een verhaal waarvan ik denk: waar heeft hij het opgespoord. Even begreep ik de portee niet goed maar het viel mee en nu probeer ik er mijn voordeel mee te doen. Al gaat niet alles, de jaren hebben toch ook er wat afgepikt.
Groet, Harry
Hi Harry, ik kan me voorstellen dat je het Portugese voor “adem-in: omhoog, adem-uit: en weer terug” er niet zo 1-2-3 uithaalt maar de strekking was gelukkig duidelijk :-).
Keep-on-moving en houd je taai.
Beste, ik moest lachen bij het lezen van het artikel. Want ik herkende meteen de openingszin. ik ga hier in Coimbra ook drie keer per week naar de Pilatesles. om de soepelheid te krijgen die ik misschien ook niet had in mijn jonge jaren. En om er nog een schepje jeugdigheid bovenop te doen, doe ik ook mee met de les Zumba. Dat helpt dan weer om de coördinatie te verbeteren. Ik moet zeggen, toegeven, dat het de inspanningen waard is geweest.
Deze reformada huppelt als een veulentje rond in Coimbra. Grapje.
Hi Marieleen, dank voor je reactie en leuk dat je de “mantra” herkent: Adem in, omhoog, adem uit en weer terug….. Het zal ongetwijfeld helpen om je soepelheid te behouden / terug te krijgen…. maar ja, je weet nooit hoe het zou zijn als je niet aan lichaamsbeweging zou doen 🙂 :-). Als je maar blijft genieten.
Goede vriend Richard zei tijdens een overvloedige maaltijd altijd:
“Sporten is gevaarlijk”. Daar houd ik het maar bij.
Hi Kris, vriend Richard leek me inderdaad een een wijs man….
Gelukkig zijn wij er nog 😉