Daar gingen we, in ons oude Renaultje 4L, kinderen achterin, met de betreffende gevulde enveloppen. Op naar de buren! Vlak na de brand werd er door vrienden een crowdfunding gestart voor ons, een deel daarvan wilden we voor de naaste buren, die ook flink wat verlies hadden geleden, reserveren.
João, hij wordt volgende week 86, en zijn iets jongere broer Luis Manel, wonen al zolang ze getrouwd zijn met hun vrouwen, Amalia en Alicia, pal naast elkaar. Hun flinke terreinen, voornamelijk begroeid met medronho en kurkeiken, grenzen aan elkaar. Water-toevoer wordt gedeeld, maar ieder zijn eigen moestuin en leven.
Als we aankomen is Amalia, een dikke twintig jaar jonger als haar man, haren in de krulspelden, druk in de weer om de was op te hangen. Ze komt ons lachend tegemoet, we maken wat grapjes over haar kapsel-in-wording (“heeft ze een stiekeme lover waar ze zich voor mooi aan het maken is?”), en dan wordt het geheim van haar jeugdigheid verklapt: ze gaan zo naar een dansfeest. In de zomer wekelijkse prik, nu begint het wat rustiger te worden. Ooit, jaren geleden, waren we met de buren mee gaan dansen, gedreven door hun enthousiasme en onze nieuwsgierigheid. Ook al waren we in hun ogen hopeloze gevallen (ze hadden ons gepoogd de basispasjes bij te brengen, wat grandioos mislukte, en voor veel hilariteit zorgde), ze waren desalniettemin verheugd dat we ook van de partij waren. Als enige jonge buitenlanders tussen de lokale Portugezen, gemiddelde leeftijd rond de 75, sprongen we lichtelijk uit de toon.
Maar aan jeugdigheid geen gebrek: zonder adempauze huppelden alle bejaarden onvermoeibaar op de live accordeon muziek over het plein. Aan zitten of praten werd hier niet gedaan, hoogstens af en toe van partner gewisseld en een snelle slok water tussen de bedrijven door. Dansen tot het bittere einde, het was een hele gewaarwording. We waren diep onder de indruk van het hoge plezier- en energie-gehalte van de oudjes uit de omgeving, hier werd duidelijk goed geleefd.
Vandaag dus weer feest, de dochter van Luis Manel ging op haar accordeon optreden. Terwijl João uit zijn slaaphokje schuifelt en ons tandloos toegrijnst, steken we maar gelijk van wal. We overhandigen de envelop met geld en leggen uit dat vrienden, familie, gasten, allemaal hebben bijgedragen omdat ze ons en de omgeving wilden helpen na de brand.
Prompt telt Amalia de inhoud, dan gaan haar ogen vol ongeloof weer naar ons. Ze schuift een briefje van vijftig euro terug in onze handen, “dat is voor jullie”. Ik leg uit dat we het niet willen, het is voor hun, wij hebben ons eigen deel. Er komt een waterval aan bedanken, prompt gevolgd door een uitnodiging, dan zal ze wel een lekker maaltje voor ons maken.
Plotseling verschijnen Alicia en Luis Manel vanuit hun huis, en als ook zij hun aandeel in ontvangst hebben genomen (en ook zij ons meteen een deel van de inhoud weer terug willen geven), is de opwinding alom aanwezig. Alicia verdwijnt en komt even later terug met een 5 liter fles met honing en twee pakken koekjes. Verschrikt kijkt Amalia op, oh jee, zij heeft niks! Snel verzamelt ze twaalf eieren van haar kippen en de laatste tomaten van het seizoen. “Niet nodig, niet nodig!”, blijven we herhalen, maar het is duidelijk dat ontvangen niet hun sterkste kant is, daar moet op z’n minst iets tegenover staan.
Een half uur later stappen we de Renault weer in, overladen met de vruchten van hun tuin en de goedheid van hun hart. Hun grenzeloze gulheid vanaf de dag dat we buren werden vervult ons telkens weer met dankbaarheid en warme gevoelens.
We crossen door naar Maria en Joaquim, maar die zijn nergens te bekennen. Zullen wel met de koeien in de weer zijn, het is moeilijk om hun te pakken te krijgen, altijd druk. Het zijn de buren die nog het meest op en van het land leven, wellicht door hun iets jongere leeftijd, ze zijn ergens in de zestig. Een zwaar bestaan met minimale middelen. Dagelijks vergen de koeien en de schapen zorg, en ook het land wordt nog steeds bewerkt. We proberen het een ander keertje wel weer.
Maar dat blijkt niet nodig te zijn, want de lokale tam-tam gaat snel. Twee dagen later staan ze met hun tractor op de stoep. “Even kijken hoe alles bij ons gaat”. De Nederlandse directheid is Portugezen onbekend, maar hun zeldzame bezoekje is natuurlijk geen toeval. Ze kunnen, meer dan wie ook, een beetje steun goed gebruiken. Dankbaar nemen ze de envelop in ontvangst, en beloven ons prompt mest en strobalen, er moet natuurlijk iets tegenover staan.
En zo wordt het delicate net van evenwicht in stand gehouden. Als de tractor weg tuft voelen ook wij ons een dierbaar onderdeel van het buren netwerk.
Elke 3e maandag van de maand vertel ik over ons leven op de (recent afgebrande) berg, in de Algarve. Op onze Facebook pagina hou ik de ontwikkelingen bij sinds de brand. Onze crowdfunding pagina loopt ook nog steeds, elk steentje draagt bij aan een wederopbouw in deze omgeving!