Portugal Herinneringen

Vandaag neem ik je mee naar mijn herinnering van het dorp waar ik geboren ben. In mijn allereerste blog kon je al lezen hoe ik als klein 3-jarig meisje in Nederland beland ben. Ik heb niet zoveel herinnering aan die tijd. Maar omdat we ieder jaar in de zomer schoolvakantie naar Portugal gingen kon ik ieder jaar herinneringen bouwen aan mijn geboortedorp, familie en zomervakanties.

In de jaren ’60/’70 was het verschil in economie, cultuur, muziek, mode heel groot tussen beide landen. Dan was op vakantie gaan naar Portugal reizen naar een heel andere wereld. Een wereld waar nog geen elektriciteit en watervoorziening bestond, althans niet in particuliere huizen. Er was straatverlichting, maar minimaal.

Watervoorziening bestond uit de drie fonteinen die verspreid waren over het dorp, boven-midden-beneden. Die drie fonteinen waren belangrijke plekken waar mensen hun water haalden en de laatste roddels deelden. Dit gebeurde pas heel laat in de avond als het lekker koel was. Het was dan altijd een drukte van jewelste. Overdag zongen de zangcicades/cigarras en in de avond gaven de krekels/grillos hun concerten.

Portugal Herinneringen

Mensen hadden geen wasmachines, er werd gewoon in de rivier/beekjes gewassen. Ik zag mijn oma het witgoed inzepen dan wringen en dan op een steen slaan, slaan en nog eens slaan. Ik snapte dat niet zo, waarom deden ze dat en hadden ze niet gewoon een wasmachine zoals wij. Onze tantes, voor wie het dorp het centrum van hun bestaan was zaten met grote oren naar mijn verhalen te luisteren over wat wij in Nederland allemaal hadden, een fornuis op gas, een koelkast en nog meer van die moderne snufjes. Zo zat ik hen een keertje uit te leggen dat wij een wasmachine thuis hadden, maar zij hadden totaal geen idee wat een wasmachine was. Een keer vroegen ze mij ‘lieverd, stroomt de rivier langs jullie huis dan?’, dat was het enige wat zij zich konden voorstellen. Zij moesten zeulen met al dat wasgoed in een mand op hun hoofd naar de rivier om te gaan wassen dus als een rivier vlak bij je huis stroomt moet dat wel een wasmachine zijn, toch?!. Nou nee tante, misschien krijgen jullie later ook een wasmachine, dan weet je wat het is. Later leerde ik het woord kennen: Modernismo! Ja ook Portugal moest eraan geloven, de vooruitgang kwam eraan.

Zodra wij waren aangekomen in ons (ouderlijk) huis kwam ‘iedereen’ gedag zeggen. Dat was altijd een heel warm gevoel van thuiskomen. Ik zag mijn ouders veranderen, mijn moeder werd minder gestressed en ik mocht plots veel meer, zoals zomaar buiten spelen zonder dat ze constant naar me liep te roepen waar ik was. Misschien kwamen ze ’thuis’? Dan werd er heel wat zoete inval beleefd, want ooms, tantes, neven en nichten kwamen langs. Dan vertrokken ze naar huis meestal als het al heel donker was, er was amper verlichting. De tantes vertrokken met ‘lamparina’s’ in hun hand, hele kleine engellichtjes noem ik ze maar. Houdertjes met olijfolie en een pit erin. En dan zag je midden in de nacht een hele sliert van die lamparina’s over al die weggetjes (asfalt wegen waren er ook nog amper). Wat een feeerieke sfeer gaf dit. De donkere hemel vol met sterren, de wandelende ‘lamparina’s’, de zingende krekels, de geur van de zomer en toe maar ook nog een volle maan erbij!!!! Ja dit is een herinnering die goud waard is.

Net zoals ’s ochtends wakker worden met vogelgeluiden wat klonk als honderden vogels, en dan hoorde ik de vrouwen op straat praten over de prijs van de vis en ze namen het leven van alledag door. Een bestelbus die toeterde -oh het was de bakker die brood kwam brengen. Iedere bestelbus had zijn eigen toeter en zo wist men of het om de visboer, de bakker, de groentenman of de venter ging. En ik zag voor het eerst een os, he was dat een koe?, met ossenkar vol met hooi. Hoe eenvoudig was het leven toen?

Mijn opa, oma en tantes werkten nog op het land. Zij leefden echt met het ritme van de dag, vroeg op dan het land bewerken en rond twaalf uur werd het eten in rieten manden gebracht naar het veld en ging men erna siesta houden in de schaduw onder een boom met op de achtergrond een concert cigarras die ze in slaap zongen.

Op zondag was je op je best, gepoetst en geboend en de zondagse kleding aan, hop naar de kerk. Daarna gingen de heren naar de taberna en de vrouwen ging thee drinken bij elkaar, in die tijd was het not done dat je als vrouw in een taberna kwam. Ze leefden met de seizoenen. Ik zag ze alleen in de zomer en dan was het vaak oogsttijd, dus waren ze druk bezig met oogst activiteiten.

Ik heb nog op een matras geslapen gemaakt van maisbladeren (bijproduct van het oogsten van maiskolven) maar erg veilig voelde ik me niet want soms voelde ik het matras bewegen, ik moet er niet aan denken wat het geweest kan zijn. In Nederland sliep ik op een normaal matras, moge duidelijk zijn.

Opa en oma waren analfabeet en toch kon opa rekenen als de beste; dan zat hij met droge bonen en erwten te tellen en hij was een goede koopman. Ik heb veel geleerd denk ik achteraf, zo zag ik hoe kolen gemaakt werden, Hout dat op een grote houtstapel in iglo vorm gedaan werd en af en toe moest het ‘geroerd’ worden, soms met gevaar want mijn tante is ooit met haar been door zo een hoop gegaan en verbrandde haar been. Maar goed het duurt nogal lang tot de kolen/sintels klaar zijn.

De familie was erg zelfvoorzienend. Ze hadden olijfbomen en daar werd olijfolie van geperst, ze hadden zelf een pers in een van de bijgebouwen. Ze maakten zelf wijn, toen nog met de voeten geperst waarbij er vele liedjes gezongen werden wat zeker een vrolijke wijn moet hebben opgeleverd. Ach, dat was de tijd van toen……(zucht).

Oma ging met het geoogste graan naar de molenaar om daar meel van te maken. Mensen hielden hun eigen veestapel. Een keer per maand werd er door de dorpsslager geslacht. Of je nu vlees eet of niet maar dit is wel een mooie organische manier van omgaan met je dieren, in ieder geval het was geen bio industrie. Iedereen hield wel kippen voor de eieren en de kippensoep. En ik herinner mij dat ik er met een melkkan op uit werd gestuurd om melk bij de buren te gaan halen want die hadden een koe en iedereen ging daar melk halen, verser kan niet. De melk werd dan wel gelijk gekookt bij moeders. Brood werd in de lemen ovens gebakken en dan de geur als rond middernacht de dorpsbakkerij ging draaien, mijn hemel, die geur zal ik nooit vergeten! Ik denk dat mijn voorliefde voor (land)brood door die geur komt.

Een keer ging ik met oma mee de 2 geiten en 1 schaap (ze heette Clarice) naar een graasveldje brengen en ik weet niet wie van de drie geen zin had om maar enige poot te verzetten, en oma maar trekken en trekken aan het touw, maar de geit of schaap weigerde. Zo had ik me geen geiten en schapen voorgesteld, in mijn beleving waren die altijd braaf en gehoorzaam, geen sprake van wat een eigen willetje. Nou dan waren we daar eindelijk aangekomen en oma ging dan nog wat bessen en planten plukken (ze wist veel van kruiden) en ik weet nog dat ik op een jute zak (oma had die meegenomen om de ‘goederen’ in te doen) zo in slaap ben gevallen. Zo dicht bij de natuur als toen kon ik niet zijn. Ik herinner me nog een koekoekslied en toen was ik in dromenland. Wat een geschenk!

Als ik dit zo allemaal opschrijf dan voel ik mij gezegend met deze mooie herinneringen waarbij het leven nog puur was, men nog met het ritme van de seizoenen leefde, men nog echt contact had met elkaar en met de natuur. Want na de jaren ’80 maakte Portugal een inhaalslag en langzamerhand verdween dit ooit idyllische beeld van mijn dorp. Iedereen kreeg elektriciteit- en water aansluiting thuis. Waar voorheen maar twee televisies in het hele dorp waren, bij de twee cafe’s in het dorp, kreeg iedereen nu zelf een televisie in huis, wat voor verlaten straten zorgde. Iedereen had inmiddels de beschikking over water thuis, dus de vier fonteinen werden museumstukken en zijn slechts herinneringen aan die oude tijd.

De supermarkten deden hun intrede ten koste van de kleine authentieke ambachtelijke ‘man’ (en vrouw). De Big Food kwam en plots begon alles een beetje naar hetzelfde te smaken. En nu is er niet veel verschil meer. Zelfs pindakaas, hagelslag en drop zijn er nu te koop!!!! Dat was toch een van de leuke dingen om van Nederland naar Portugal mee te nemen en iedereen ervan te laten proeven. Pindakaas was niet zo een succes, maar hagelslag wel.

Portugal Herinneringen

En toch ondanks dat ik Portugal niet meer zo authentiek als vroeger vind, is het een land waar ik graag kom. Zouden het toch mijn wortels zijn? Het klimaat is heerlijk, het eten is heerlijk, het land zelf kan je in drieën verdelen, het ruige-natuur Noorden, het glooiende boeiende Centrum en het verkoelende Zuiden. Ik zou niet kunnen kiezen want ik vind ze alle drie prachtig. Het is een land dat zomaar je hart kan stelen…

Voor de volgende keer, ga ik nog meer uit mijn herinneringen putten….

Ate a proxima……..tot de volgende keer,

X. Edite


De in Portugal geboren Edite dos Santos, woont sinds haar derde jaar in Nederland. Ze werkt hier als voetreflexologe en natuurgeneeskundige. Ze gelooft in een holistische aanpak van klachten en in evenwicht tussen body, mind and soul. Verhalen vertellen en verhalen schrijven doet ze graag. Haar motto is: mooie woorden zijn er om gedeeld te worden.Â