Vorige keer vertelde ik over herinneringen aan mijn zomervakanties in Portugal vandaag schrijf ik over de reizen naar Portugal. Het is juli en vakantietijd voor velen van ons, nog steeds in aangepaste vorm gezien het Corona-beleid. Voor een ieder die op vakantie gaat, fijne en veilige vakantie gewenst en voor wie hier in ons landje verblijft ook een fijne tijd gewenst. Dit alvast zeggende…
Er zijn een paar herinneringen in mijn geheugen aan vakanties naar Portugal. Hoe wij op vakantie gingen toen ik nog klein was weet ik niet meer, maar ik herinner mij vanaf mijn 7de jaar ongeveer hoe we dat deden.
Vader werkte bij de KLM en daardoor konden we goedkoop reizen. Dat wil zeggen goedkoop was soms duurkoop. Waarom? Want als KLM-medewerker kon je reizen met je personeelsnummer en als je pas in dienst was had je een lagere kans om mee te vliegen op een vlucht naar Lissabon. Als je langer in dienst was ging je voor. Dat betekende dat als je ‘lager ingeschaald’ was, het altijd een verrassing was of je mee kon vliegen of niet. Maar je moest wel naar Schiphol en daar de hele procedure van inchecken volgen om daarna af te wachten of je op de vlucht meekon of niet en dat was dus altijd pas op het allerlaatste moment dat je het wist.
Als je pech had moest je weer naar huis, of je wachtte daar ter plekke op de volgende vlucht waar je weer de hele procedure van voor af aan herhaalde. Soms was er maar één vlucht die dag en moest je weer naar huis met alle bagage en teleurstelling, om dan de dag erna alles te herhalen.
We hebben eens meegemaakt dat we zes dagen lang op en af naar Schiphol gingen en met lege handen terug moesten. Ik was nog te jong om alles te begrijpen wat een logistieke impact dat had. Nu denk ik, goh dat waren al zes dagen minder vakantie en terug was weer hetzelfde verhaal. Eigenlijk was het helemaal niet zo chill. Met een hoger of lager personeelsnummer bedoel ik, hoe langer je in dienst was hoe hoger op de lijst je kwam, dus hoe meer kans je maakte om op een vlucht mee te mogen. Soms kon je bijbetalen, omzetten naar een volle prijs ticket en zo wist je dat je gegarandeerd plek had.
Ik herinner mij dat wij na weer zo’n pech scenario van op en neer naar Schiphol, we eindelijk plek hadden in het vliegtuig. In die tijd, jaren ‘60/’70, vraag mij niet hoe en waarom, was de bacalhau hier in Nederland goedkoper dan in Portugal en pa had een koffer vol met bacalhau mee (tja ik kan andere dingen bedenken…). In Lissabon aangekomen, ja hoor!, werden wij bij de douane eruit gepikt en de koffers moesten open. Mijn hemel toen pa zijn koffer opendeed, iedereen viel stijl achterover van de stank door de bacalhau die dagen opgesloten in de koffer had gezeten. Ik weet nog dat zowel mijn broer als ik we ons kapot schaamden! Bij die stank moest pa snel zijn koffer weer dichtdoen en we mochten verder de douane uit.
Voor wie de term bacalhau niet kent, dat is klipvis, zout gedroogde kabeljauw. Het is een vis waar je wel meer dan 1001 gerechten mee kan maken, maar de geur is niet altijd plezant. Wel heerlijk om te eten overigens!
Dit is een van de meest prominente herinneringen aan het vliegen naar Portugal tijdens de zomerschoolvakantie. Wat soms ook gebeurde was dat er plek was voor maar één of twee personen, dan ging mijn broer op die vlucht of mijn moeder en ik. Het is hoe het uitkwam. En de anderen kwamen met een latere vlucht, want je kan makkelijker een plekje vinden op een vlucht voor 1 of 2 personen dan voor vier…
De volgende memorabele reis, luister en huiver, was gerelateerd aan bovenstaande, we kwamen maar niet weg uit Nederland en de vakantiedagen raakten op totdat pa en ma besloten, dat we dan maar met de auto moesten gaan. We hadden een Austin Morres, nogal niet zo’n grote auto voor vier personen en alle bagage. Naast de normale bagage, ging er altijd een koffer vol met kleding en kadootjes zoals de Nederlandse molens en de klompen voor familie mee, oh ja en de Edammer kaas (die ronde met rode verpakking – de babybel in het groot) niet te vergeten.
In die tijd, lieve dames en heren, waren er nog lang niet zoveel snelwegen richting het zuiden. We moesten veel binnendoor rijden en de autoreis duurde wel drie hele dagen! Kunnen we ons nu niet eens meer voorstellen… Toen ik later ‘groot’ was deden we er 24 uur over, ja dat is als je jong bent. Nu duurt een reis gemiddeld 30 uur, afhankelijk waar je moet zijn in Portugal, met een overnachting dus prima te doen. We vertrekken vroeg en komen dan aan tussen Bordeaux en Bayonne om te overnachten. En de dag erna is het nog even doorkarren en voor de avond zijn we op onze bestemming. Best te doen.
TOEN was het een heel ander verhaal. Pa reed niet in de nacht dus we gingen al rond 19.00/20.00 uur aan de kant, dan maakte ma een echte maaltijd! Wij doen het nu makkelijk met een paar boterhammen en een kop koffie. En dan werd de nachtplek gemaakt, ik als kleinste sliep in het volle middenstuk tussen achterbank en voorstoelen, mijn broer op de achterbank en pa en ma vooraan. En het moet echt krap zijn geweest. Een keer kregen we bonen als avondmaal en ik herinner mij dat ik er zo beroerd van ben geweest dat ik alles heb onder gespuugd, sorry voor de details. Tja, de warmte, de krapte, de vermoeidheid en dan bonen, nee dat was toch iets te veel…
Ik wist altijd als we bij Guarda/Vilar Formoso = Noordelijke grens Portugal waren, dat we dan nog een hele dag moesten rijden door de bergen, afschuwelijk vond ik het. Er kwam maar geen eind aan al die bochten! Nu zijn er snelwegen en zoef je er zo doorheen, maar toen echt niet. Het verschil was dat we er toen, na de grens, een hele dag erover deden en nu binnen drie à vier uur zijn we waar we moeten zijn (mijn regio Ribatejo). Verschilletje toch?
Later ,met mijn eigen gezin, zag ik dat de reis per jaar korter en korter werd en steeds makkelijker en prettiger werd door uitbreiding van de snelwegen. Het heeft zijn voordelen en nadelen. Nadeel is dat we niet meer langs die leuke dorpjes komen waar je lekker een ‘baguette’ kunt kopen, of een echte koffie kunt drinken. Maar ja, sneller op je bestemming aankomen is ook fijn. Soms deden we het ene jaar via de tolweg en ander jaar via de ‘route nationale’ zowel door Frankrijk als Spanje.
Voor mijn gezin bestaat er een ritueel en dat is zodra we Portugal binnenkomen het eerste wat we doen is: ‘uma bica e um pastel de nata’ bestellen. Of als we van Portugal naar Nederland vertrekken is het ‘um galão e torradas’……. (een galão is een soort koffie verkeerd in een hoog glas, torradas zijn heerlijke sneetjes geroosterde brood met boter belegd aan beide kanten)
Volgende keer ga ik iets verder over deze reizen schrijven want er valt nog meer over te vertellen.
Ate a proxima…….tot de volgende keer
x.Edite
De in Portugal geboren Edite dos Santos, woont sinds haar derde jaar in Nederland. Ze werkt hier als voetreflexologe en natuurgeneeskundige. Ze gelooft in een holistische aanpak van klachten en in evenwicht tussen body, mind and soul. Verhalen vertellen en verhalen schrijven doet ze graag. Haar motto is: mooie woorden zijn er om gedeeld te worden.
Prachtig verhaaal!