Enkele uren geleden, nog voor er een letter uit mijn vingers kwam voor deze blog, loop ik in de Jumbo voor wat dagelijkse boodschappen. Kinderen naar school gebracht en het jaar 2022 gaat weer officieel van start. In een hoge mand naast de verse pizza’s liggen wat ‘’restpartijen’’ van de kerst. Tussen de chocoladekerstbomen en ander geneuzel liggen wat flessen port. Ik graai een fles eruit en zie tot mijn grote verbazing Vintage 2013 op het etiket staan. Wellicht snap je mijn verbazing nóg niet, maar deze snap je zeker als je deze blog hebt uitgelezen.
De betreffende fles is afkomstig van het porthuis Quevedo, met daarnaast nog de specifieke quinta op het etiket, namelijk Quinta Vale d’ Agodinho. Bij elkaar genomen een port waar een portliefhebber gelukkig van wordt. Persoonlijk des te meer, daar mijn oudste zoon geboren is in 2013, maar ook zonder kinderen zou menig portliefhebber een jeugdig vreugdedansje maken bij het krijgen van zo’n fles. De grote vraag is natuurlijk; wat doet zo’n port hier in het restantenmandje?! Ik snap het niet, de prijs staat er niet bij, en ik besluit door te lopen. Ik heb per slot van rekening al een serieuze hoeveelheid kisten 2013 port in huis, en ik kwam hier voor mueslibollen en sinaasappelsap.
Richting de uitgang zie ik een bekende waarvan ik weet dat zij ook een zoon(tje) heeft uit 2013. Ik tip haar gemakshalve de fles 2013 in het mandje met 25% korting – altijd leuk, zo’n flesje uit het geboortejaar van je kind. Eenmaal onderweg blijft de fles mij achtervolgen en is de drang te groot om te weten wat deze Vintage uit 2013 uiteindelijk moest kosten. Ik stuur een appje en krijg antwoord; € 14,99. Oké, het is een paar seconden stil in mijn brein, dat kan helemaal niet! € 14,99! Waarom dit niet kan? Ook dit weet je nadat je deze blog hebt gelezen.
Maar hoe deze fles, voor deze prijs, vandaag op maandag 10 januari 2022 in de Jumbo ligt. Ik zal het waarschijnlijk nooit weten. Ik heb wel gevraagd of ze de laatste flessen voor mij wilde meenemen, het waren er vier. Hier een dikke tip van mij, mocht je deze flessen zelf nog ergens in het land tegenkomen, met of zonder die 25% korting. Meenemen. Zoek voor de grap eens online wat een flesje Vintage 2013 Quevedo Quinta Vale d’ Agodinho eigenlijk zou moeten kosten.
Dan beginnen we nu, na dit kleine intermezzo, met het echte thema van deze blog: De verschillende soorten port.
Wat is port eigenlijk? Net als wijn is port in principe nooit meer dan gegist druivensap. Het grote verschil tussen wijn en port zit hem in het volgende; het stoppen van de alcoholische vergisting. Deze alcoholische vergisting wordt veroorzaakt door gistcellen. Deze gistcellen zetten de van nature aanwezige suikers in de druiven om in alcohol. Naar gelang het soort gistcel heeft deze ongeveer 16 tot 17 gram suiker per liter nodig om 1% alcohol te maken. Er is derhalve een behoorlijke hoeveelheid suiker per liter nodig voor de alcoholische vergisting van wijn. Voor een wijn van 12% alcohol heb je ongeveer 200 gram suiker per liter nodig. Bij wijn worden zodoende verreweg de meeste suikers van het druivensap door de gistcellen omgezet in alcohol. Deze gistcellen hebben echter net als ons niet het eeuwige leven en verruilen meestal rond de 16% alcohol het tijdelijke voor het eeuwige. Dat betekent dat, indien je voldoende gedistilleerde alcohol toevoegt tijdens dit gistproces, de gistcellen sterven alvorens ze het grootste deel van suikers hebben omgezet. Wat dan overblijft is een product met een hoog alcoholpercentage en veel suikers. Dat is de basis van port, met een kleine uitzondering van droge witte port.
De twee belangrijkste portsoorten zijn rood en worden gemaakt van blauwe druiven. Daarnaast bestaat er ook witte en rosé port.
Witte port is er in een zoete en droge variant en wordt uitsluitend gemaakt van witte druiven. De standaard witte port is zoet. Daarbij kan een zoete witte port ook een leeftijdsaanduiding hebben van 10, 20, 30, 40 of 40+ jaar. Het woord Lagrima op het etiket betekent dat de port in de zoetste variant valt. Zoete witte port kent een scala aan heerlijke geuren en smaken. De meest voorkomende geuren en smaken zijn abrikoos, mandarijn, honing, noten en citrusfruit. Kruiden en vooral specerijen kom je meestal tegen in de betere varianten.
De rosé port is een relatief jonge uitvinding in de portwereld. In 2008 zag dit product het levenslicht en in 2009 mag deze officieel port worden genoemd. Het is een blog, dus ik mag mijn bescheiden mening geven. Rosé port; het had van mij niet gehoeven. Met het product op zichzelf is niets mis; een zoet en speels roodfruitig drankje. Maar het mist mijn inziens de essentie van het product port.
Dan zijn we nu beland bij de rode ports. Deze kunnen we onderscheiden in twee stijlen. Beide verwijzend naar de kleur. Namelijk Ruby (robijn) en Tawny (taan). Kort door de bocht kun je stellen dat ruby port een reductieve opvoeding krijgt en een tawny port een oxidatieve. Dit houdt in dat ruby met relatief weinig zuurstof, en tawny met relatief veel zuurstof in contact komt tijdens de rijping. Met weinig zuurstof blijft de port frisser en behoudt het zijn felle kleur. Door veel contact met zuurstof ontwikkelt de port, hierdoor krijg je andere smaken en worden kleurcomponenten in de port afgebroken. Vandaar de taanachtige kleur.
Tawny
We beginnen met de tawnies. De klassieke tawny heeft een smaakprofiel van rijping op eiken vaten. Deze eiken vaten noemen we pipas en hebben een inhoud van ongeveer 550 liter. Hoewel de naam tawny beschermd is, is deze alleen beschermd op de stijl van, kleur, geur en smaak. Hierdoor is het mogelijk om tawny ports te produceren zonder houtrijping. Wat zeg je? Jazeker, zonder houtrijping. Sterker nog, het overgrote deel van de standaard tawny ports hebben helemaal geen houtrijping gehad. Het enige hout waarmee ze in contact zijn geweest is de pallet waarop ze zijn vervoerd. De kleur van deze tawnies wordt door middel van witte port, verhitting of gekarameliseerde druivenmost aangestuurd. Daar is op zichzelf niks mis mee, maar je mist in deze ports wel diepgang en bovenal, balans. Deze ports hebben teveel frisse tonen in combinatie met de kunstmatige rijpe tonen. De klassieke gerijpte tawnies zijn rijker en hebben tonen van boerenjongens, karamel, gedroogde vijgen en geroosterde noten.
Na de standaard tawny volgt de Reserve, deze heeft wel een verplichte houtvoeding van minimaal 7 jaar en is dus rijker en voller van smaak.
Tawny met leeftijdsindicatie en Colheita
Een tawny met een leeftijdsindicatie van 10 tot 40 jaar rijpt op eiken vaten. De vaten, pipas, die ze hiervoor gebruiken zijn meestal tussen de 550 en 650 liter. De leeftijd op het etiket is een indicatie, deze wordt niet gecontroleerd. Hiervoor geldt dezelfde regel als de standaard tawny; de kleur, geur en smaak van de port moet binnen het spectrum vallen van de verwachting. Het is dus mogelijk om bijvoorbeeld een port van 7 jaar oud te verkopen als 10 jaar oud, mits deze voldoet aan de gestelde eisen van kleur, geur en smaak.
Colheita is de laatste tawny stijl. Dit is een port die minimaal 7 jaar rijpt op eiken vaten en afkomstig is uit één specifiek oogstjaar. Naast het oogstjaar is het ook verplicht om het jaar van bottelen op het etiket te vermelden. Dit is belangrijk, want een colheita uit 1960 gebotteld in 2021 zal een andere smaak hebben dan een colheita uit hetzelfde jaar gebotteld in 1970.
Deze tawnies ontwikkelen een prachtig pallet van geuren en smaken die zich uitwaaieren met tonen van leer, sinaasappelschil, koffie, tabak, honing en bloemen.
Ruby
Een ruby port wordt gemaakt met weinig zuurstof en lijkt zo qua profiel meer op rode wijnen. Vroeger werden de rubies gerijpt op grote eiken vaten genaamd Balseiros of beton. Tegenwoordig worden vele rubies opgevoed op RVS vaten. Een standaard ruby rijpt meestal enkele jaren en heeft een fruitig profiel met tonen van zwarte bessen, vijgen en pruimenjam.
Ook bij de Ruby kennen we de term reserve. Deze term wordt gegeven na een organoleptische keuring. Hier is dus alleen een vereiste van kwaliteit en niet van rijping toepasbaar.
LBV
De late bottled vintage, een stijl die waarschijnlijk is de jaren 30 is ontstaan. Een vintage port rijpt 2 jaar in eiken vaten, echter vanaf de jaren 40 bleef veel port langer in de vaten en kon daardoor niet worden verkocht als Vintage. De port die langer in de vaten bleef werd net als een ruby gefilterd voor de botteling. Hierdoor ontstaat er geen depot in de fles en rijpt de port ook niet verder. Dit verschilt van de vintage. Echter de kwaliteit van deze laat gebottelde vintages was wezenlijk beter dan de rubies. Waarschijnlijk bottelde Noval in 1954 de eerst fles in deze stijl, waarna Taylor’s in 1955 de eerst was met een specifieke naam voor deze stijl, namelijk ‘’vintage reserve’’. Uiteindelijk verviel deze naam en werd in de jaren 60 de naam LBV door het IVP geïntroduceerd. Taylor’s lanceerde de eerst LBV in 1970 van het jaar 1965.
Een LBV rijpt meestal tussen de 4 en 6 jaar op grote eiken vaten. Traditioneel wordt deze gefilterd gebotteld en rijpt de wijn niet verder door. Tegenwoordig zie je meerdere producenten die ervoor kiezen om niet te filteren. Hierdoor rijpt de wijn verder door op de fles en ontstaat er depot. Meestal staat er op de fles een term als ‘’unfiltered‘’. Vanaf 2002 is hier de officiële term ‘’bottle matured’’ bijgekomen.
Een LBV is rijker dan een standaard ruby. Meestal intenser in het zwarte fruit met meer tonen van munt, passievrucht, cacao en laurier.
Crusted en Garrafeira
Deze twee vreemde eenden zie je weinig op etiketten. Crusted is eigenlijk een vintage zonder jaartal. De wijn is zonder jaartal gebotteld en is ongefilterd. Garrafeira is naast houtgerijpt ook gerijpt op grote glazen flessen van 5 of 10 liter. De wijn moet minimaal 7 jaar rijpen op hout om daarna nog minimaal 8 jaar te rijpen op glas. De stijl ligt tussen ruby en tawny in. De belangrijkste producent van Garrafeira is Niepoort.
Vintage
Save the best for last. Vintage port wordt alleen gemaakt als het oogstjaar uitmuntend is. Alleen dan kan een portproducent een vintage uitbrengen. Deze port rijpt ongeveer 2 jaar in houten vaten en wordt daarna gebotteld om op de fles verder te rijpen. Dit rijpen op de fles gebeurt meestal de eerste jaren bij het porthuis zelf. De meeste porthuizen brengen 3 keer per decennium een vintage port uit.
Klassiek wordt vintage port door de consument na aankoop direct in de kelder gelegd om na een jaar of 20 weer tevoorschijn te komen. Waarbij 20 jaar nog aan de jonge kant is. Vintage port blijft in veel gevallen nog 50 jaar in uitstekende conditie, sommige exemplaren kunnen ook na 100 jaar nog prima gedronken worden.
Tegenwoordig wordt vintage ook jong gedronken. De eerste jaren na bottelen is de vintage port namelijk intens aanwezig. De fruittonen zijn zwoel en jeugdig en denderen het glas uit. Na een paar jaar sluit dit jeugdige raam zich en moet de port rijpen om na een jaar of 20 weer van stal gehaald te worden. Gerijpte vintage port zijn hemelbestormend, de intens fruitige karakters versmelten met rijpe tonen van subtiele rijping wat een feest aan geuren en smaken oplevert. Het lijkt wel of er elke minuut andere geuren en smaken vrijkomen. Belangrijk aan gerijpte vintage ports, na opening dezelfde avond opdrinken. De port heeft lang gerijpt met weinig zuurstof, eenmaal uit de fles ontwikkelen smaken zich snel, maar hier zit een houdbaarheid aan. Dit mag overigens geen probleem zijn, een flesje vintage met goed gezelschap is zo op.
Dit was het weer voor deze keer. Met het onderdeel vintage port in ogenschouw genomen begrijp je ongetwijfeld mijn verbazing van mijn supermarkt avontuur van vanmorgen.
Tot de volgende.
Remmer is eigenaar van het Woerdens Wijnhuis en werkzaam geweest in de Portugese wijnwereld. Verder verzorgt hij wijnproeverijen, cursussen en wijnevenementen als de WIJNHall.