Jearina in Lissabon: zondag

Elke zondag is er een aantal nationale monumenten en musea, in Lissabon, gratis te bewonderen, voor residenten. Nuno en ik maken dan ook graag gebruik van de gelegenheid, om de stad te verkennen en leuke nieuwe plekjes te ontdekken. Afgelopen maand zijn we zo bij de Estufa Fria, of koude kas, uitgekomen, een grote indoor botanische tuin, met vele tropische planten. De tuin ligt aan de westkant van het park Eduardo VII, wat ook een mooie bezichtiging is, met een prachtig uitzicht over de stad en over de Taag.

De tuin bestaat officieel sinds 1930, maar vele planten zijn al van voor die tijd. Op de plek van de kas bevond zich, aan het begin van de twintigste eeuw, een afgraving voor bepaalde steensoorten, tot er een waterbron werd ontdekt. De afgravingen moesten stoppen en de activiteiten rond het gebied werden stilgelegd. Het terrein werd tijdelijk benut om verschillende tropische planten “even te laten wennen” aan het Portugese klimaat, voor ze gebruikt zouden worden bij de aanleg van de Avenida de Liberdade, de hoofdweg van Lissabon. Toen brak echter de eerste wereldoorlog uit en de plannen van de Avenida werden voor even vergeten, net als alle tropische planten. De planten kregen grotere wortels en besloten van hun tijdelijke verblijfplaats hun nieuwe onderkomen te maken. De groene plek werd een favoriet voor vele mensen, en is uitgegroeid tot het “groene hart” van Lissabon.

Rond 1926 besloot architect Raul Carapinha een kas rondom de kwetsbare planten te bouwen om deze prachtige plek, die hem veel inspiratie oplevert, te beschermen, en in 1930 stond daar het eerste gedeelte van de Estufa Fria.

In 1975, na het vallen van het dictatoriaal regime van Salazar, werd de kas uitgebreid, en kreeg deze ook een verhitte zone, de Estufa Quente en een klein gedeelte exclusief voor cactee, de Estufa Doce.

Jearina in Lissabon: zondag | Saudades de Portugal

Binnen in de kas vergeet je even helemaal dat je in het centrum Lissabon bent. Het grote buiten park, de fluitende vogeltjes en het kabbelende water, binnen in de kas zijn zeer rustgevend en geven een groot contrast met de drukke, lawaaierige, buitenwereld. De kas heeft vele leuke paadjes, riviertjes en bruggetjes. De moeite waard dus om op Zondag even helemaal tot rust te komen.

Na ons bezoekje aan de kas hadden we de smaak te pakken en besloten we elke zondag iets cultureels te doen, om ons mooie Lissabon wat beter te leren kennen. Zo gezegd, zo gedaan, en de week daarna zijn we naar Belém gereden, met het idee om de Mosteiro dos Jerónimos te bezichtigen; een klooster uit de 16e eeuw, en een van de meest prominente gebouwen van de stad. Helaas hadden meer mensen hetzelfde idee, en was de rij eindeloos lang. Daarom besloten we maar naar het koetsenmuseum te gaan, op een paar minuten loopafstand van de Mosteiro, en achteraf hadden we geen spijt van onze beslissing. Wat een prachtig museum!

In 2 grote hallen staan vele koetsen, gebruikt door de portugese adel. De een nog mooier dan de ander. Vele koetsen waren bewerkt met goud, schilderijen en houtsnijwerk. De oudste koets, in de eerste hal, was het voertuig van Filipe III, de koning van Spanje, die de koets rond 1619 waarschijnlijk heeft gebruikt voor zijn bezoek aan Portugal.

Ook stond er een voertuig wat gemaakt was in Nederland, voor de bruiloft van Maria Anna van Oostenrijk en koning Johan V van Portugal. De koets was volledig bewerkt en bekleed met goud.

Jearina in Lissabon: zondag | Saudades de Portugal

In de tweede hal stonden wat meer alledaagse koetsen, zoals de voertuigen die gebruikt werden voor de post, en de “speelkoetsen” van de kinderen.

Het is zeker de moeite waard om alle rijtuigen een keer uitgebreid te bekijken. Ook dit museum is elke zondag van 10u tot 14u gratis voor residenten.

Afgelopen zondag, 10 maart was het idee om opnieuw een museum te bezoeken. Helaas voelde Nuno zich een beetje grieperig en besloten we dus lekker thuis te blijven. Die avond is “Quem Quer Namorar com o Agricultor” on air gegaan, de portugese versie van het nederlandse, oh zo bekende, “Boer Zoekt Vrouw”. Het resultaat viel tegen. Het begin was erg gemaakt en het lijkt erop dat de producent de essentie van het hele programma een beetje heeft gemist. De focus lag meer op de “cat fights” van de vrouwen onderling dan op de boeren en hun emoties. Ook door de Portugezen zelf is het programma erg afgebrand. Jammer, want het had zo leuk kunnen zijn, en een enorm succes, zoals in Nederland!

Toch denk ik dat ik volgende week weer de televisie aan doe, om te kijken of de tweede aflevering misschien wat beter is. En natuurlijk wil ik ook wel stiekem weten wat er gaat gebeuren!